Skip to main content

Full text of "Waarnemingen aangaande de besmettelijke zenuw- en hospitaal-koorts ..."

See other formats


*r:  t n r 
* 


» 


* 


Digitized  by  the  Internet  Archive 
in  2017  with  funding  trom 
Wellcome  Library 


% 


\ 


https://archive.org/details/b29305536 


WAARNEMINGEN 


AANGAANDE  DE 

BES  M E T T K LIJKE 

Z E N U W- 

E N 

HOSPITA  AL -KOORTS, 

HAUE  B£HANDUING,  EN  MIDDELEN  OM 
MAREN  OOESPRONG  EN  VERSPREIDING 

UIT 

ui  HOSPITA  L E N 

TE  VOORKOMEN,  EN  ZICH  ZEL  VEN  VOOR 
BESMETTING  TE  BEHOEDEN, 

DOOR 

ZX  E.  H O R N , 

Koninklijk  Pruis  fisch  Hofraad  en  Hoogleer  aar } 
te  Berlijn , enz. 

Kaar  de.  t wede , verbeterde  uitgave,  uil  het 
IJoogdttitsch  vertaald 

DOOR 

N,  C.  M E P P E N, 

Apothecar  en  Chirurgijn  te  Dianen. 


Te  AM  STERDA  M,  Bij 

R J.  B L R K T ü O P. 


1814. 


VCÖ4> 


• £ b L* 


HlBTO' 


</3A- 


felix  medicus,  qui , qnid  a qnovis  remedio , in  qnovis 
natura«  liaUi  rt  ad  res  circumftantes  habito,rel  fpe- 

randu n üt  uliiitalis  vel  noxae  metuendum , prob« 

» • 

perlpexerit. 


W £ R L II  O F. 


VOORBERIGT, 


TT  anneer  wij  op  de  gevolgen  van  den , met  zoo  vele 
verbittering  gevoerden , en  tot  heil  van  het  menschdom 
nu  geindigden , krijg , een  aandachtig  oog  vestigen  , als- 
danfiaan  wij  verbaasd  en  zien  angstvallig  om  naar 
hulpmiddelen  , om  de  geflogene  wonden  te  helen.  Ba- 
fchouwen  wij  de  rampen  en  ellenden , de  onvermijde- 
lijke gezellinnen  van  den  krijg , waarmede  ds  ooriogs- 
benden  moeten  worsteièn } en  letten  wij  meer  bijzonder 
4>p  den  b <t  k lagens  waardig  file  n poefland 3 waarin  de  mees - 


ïY 


VOORBER1GT. 


te  g ekwetfien , dikwerf  van  alles  beroofd , en  bijna 
zieltogende , de  Hospitalen  opvullen , dan  voorwaar 
bloedt  ons  hart  bij  het  gezigt  van  zoo  vele  dappere 
heiden  , die  voor  ware  vrijheid  en  Vaderland  Jlrijden- 
de , met  roemvolle  wonden  bedekt,  van  ons,  zo  moge- 
lijk,  genezing  verwachten. 

Het  zal , vertrouwen  wij , niet  noodig zijn , te  beweren: 
dat  bij  eenen  zamenloop  van  zulke  ongunstige  omflan J 
digheden , als  in  den  jongst  geefndigden  krijg  hebben 
plaats  gehad,  bij  een  zoo  vol  [lagen  gebrek  aan  de 
voornaamjle  noodwendigheden,  en  onder  begunjliging 
Van  zoo  vele  nadelige  invloeden , nieuwe  bronnen  zou- 
den geopend  geworden  zijn  , tot  het  ontflaan  en  de  ver - 
fpreidtng  van  kwadaardige  en  bef  neltelijke  ziekten? 
IDe  berigtsn , daaromtrent  bekend  geworden , hebben 
dit  helaas ! maar  al  ie  zeer  bevestigd.  Het  kan  der- 
halve niet  dan  zeer  welkom , en  voor  den  praklifchen  Ge- 
neesheer , u ien  toch  de  bijzondere  geneeskundige  zorg  is 
toe  vertrouwd , bijzonder  aangenaam  zijn  , wanneer  door 
onvermoeide  na  [paringen  van  deskundigen , en  in  da 
geneeskunaige  wereld  beroemde  mannen  , al  dat  gene 
wat  tot  zoodanige  befmettelijke  ziekten  betrekking  heeft , 
in  eene  aan  een  ge f c kakelde  orde , en  op  eerie  eenvou- 
dige wijze  word  ontvouwd. 

Elke  bijdrage  tot  eene  meer  juiste  kennis  van 
bc [mei  lelijk*  ziekten  , de  opfporing  van  der  zei  ver  oor- 
zaken , derzelver  voorbehoeding  en  herftelling  , is  aan- 
winst voor  de  prakt ifche  Geneeskunde ,-  en  de  waarne- 
min  ,rt>n  van  vroegere  , zoowel  als  latei  e , hebben  de*.e 
waarheid  g eftaafd . Doordrongen  van  het  gewigt  der 
zake,  hebben  onderfcheidene  beroemde  Geneeskundigen , 

voor . 


VOORBERIGT. 


v 

vooral  met  betrekking  tot  de  plaatsgehad  hebbende  be- 
fmeUelijke  ziekten  in  Duitschland , zich  verhtdigd } om 
hunne  waarnemingen  over  dit  onderwerp , meer  alge- 
meen te  maken , en  onder  vele  anderen  munt  hieri 

bijzonder  de  J'chr andere  £.  iiorn,  Arts  te  Berlijn  uil 

• 

Deze  in  Duitschland  zoo  wel  als  elders , met  roem  beu 
kende  Genees  liter , gedurende  eene  reeks  van  ja  ren » 
de  meest  uitgezochlfie  Geneeswijzen  dezer  ziekten  , aan 
het  ziekbed  getoest  hebbende , geloven  wij  ook  bijzonder 
daartoe  geroepen  te  zijn , om  door  de  gemeenmaking 
van  zijne  , aan  het  ziekbed  gemaakte  , waarnemingen  9 
desaangaande  meerder  Uchb  te  kunnen  verfpreiden. 

De  Schrijver  als  beftuurder  van  het  Charite  - zieken 
huis  te  Berlijn  zoowel , als  van  andere  Hospitalen , 
was  bij  uitfluiting  in  de  fchoonfie  gelegetiheid  om  waar- 
nemingen te  doen , en  zag  door  den  overgrooten  toe- 
vloed van  f ran J ehe  Vluchtelingen  , die  bij  hunnen  be- 
klage nswaardigen  terugtocht  uit  Busland  in  talloose 
menigte  aldaar  aankwamen , voor  zijnen  naarvorfchen- 
den geest  een  ruim  veld  geopend.  De  voorbeeldelooze  op- 
eenßapeling  van  zieken , van  onderfcheiden  aard ; gebrek 
aan  plaats , om  een  zoo  groot  aantal  van  gewonde , door 
den  drang  der  omfiandigheden , herwaards  gevoerde 
lijders , behoorlijk  te  ontvangen , en  meer  andere  om- 
ßandigheaen , konden  niet  nalaten  oj  moesten  de  ziek 'm 
ten  een  kwaadaardig } ja  zeljs  een  bejmeltend  ka- 
rakter doen  aan  nemen  7 en  langs  dien  weg,  nieuwe 
bronnen  openen , waardoor  derzelver  ver  Spreiding  on _ 
gemeen  werd  begunßigd.  Di  was  dan  ook  hel  gevolg 
dat  zich , binnen  korten  tv  J , ir  de  Hospitalen  eene  be- 
f ' nett« lijke  Zenuwkoorts  ontwikkelde , welke  zich  over 

* 3 Ut 


i VOORBERIGT. 

het  groot 'ie  gedeelte  van  het  noordelijke  Duitschland 
ver) prei.de  , en  verjchrikkelijke  vetw  / entingen  aanrigte. 
.Dit  een  en  ander  n aren  drangredenen  genoeg , om 
den  fchrïjver  ter  genieenniaking  van  zijne  waarnemin- 
gen } betrekkelijk  deze  ziekte  aante  paren.  Hij  voldeed 
ook  hieraan  , en  gat  in  het  jaar  i8i3  zijne  waarne- 
mingen ter  drukpers , onder  het  opfchri/t.  Erfah- 
rangen  über  die  Heilung  nes  an II erkenden  Nerven  und 
JLazareth  Fiebers,  und  über  die  Mittel , seine  Entziehung 
und  Verbreitung  von  den  Lazerelhen  aus  zu  verhü- 
ten, und  iicü  vor  Anlteckuug  zu  liclie rn. 

Dit  werkje  is  fcl der  overal  bijzonder  gezocht  ge- 
weest , en  in  onderfcheidene  Herenterende  gejehr/ften , 
me i tof  overladen , had  dan  ook  ten  gevolge  da < 
hetzelve  j poenig  moe  t herdrukt  worden } zoo  dat 
ee.ne  Lu  eue , veel  verbeterde  en  vermeerderde  uitgave 
in  dit  jaar  het  licht  zag. 

Ook  de  beroemde  n u F r.  l a n d heeft  dit  werkje  ee- 
ne bijzondere  aanbeveling  waard- g geoordeeld ; daar 
hij  in  eene , onlangs  door  hem  uit  gegebene  verhandeling  f 
zich  op  hetzelve  beroept } en  zijne  lezers  daarnaar  ver- 
wijst. (*_) 

Men 

(*■)  Deze  Verhandeling  is  onlangs  door  den  Heer 
F.  van  n K n Brüggen,  coesi.  Med  : Dr  : vertaald 

* 

en  lij  den  Bo  :khandelaar  L.  van  Es  uitgegeven  , ten 
tijt  el  voerende  , Onderzoek  aangaande  Zen  üwkóorifeu  , en 
Tijpims  , als  mede  omtrent  de  oorlogspest , vooral  mei  be- 
trekking lol  hel  Aderlaten  in  dezelve,  door  C W.  Hufe- 
x.  a n n , met  eenige  aanteekeningen  ; ziet  Blad.  5i  , aauieek^e 
■ing  22. 


'f  O O B R E R I G T. 


VII 


\ 

Men  zal,  deze  uitgave  met  de  voorgaande  veyge la- 
kende weldra  op  nier 'een , dat  de  fchrijver  door  vele 
tusfehen  gevlochie  aanmerkingen  , betrekkelijk  het  ge- 
bruik maken  der  Aderlatingen  in  deze  ziekte  , de  be- 
handeling \>un  het  koudvuur , en  meer  andere , de 
innerlijke  waarde  daarvan  aanmerkelijk  verhoogd 
heeft.  De  baden  , zoowel  la a uwe  aU  koude  , de  /tor tb a- 
den , de  begietingen  met  koud  water , en  de  druipba- 
den, door  den  fchrijver  zoo  dringend  aanbevolen  , ver- 
dienen in  der  daad  de  meer  bijzondere  oplettendheid 
van  alle  Geneeskundigen.  De  uitwerkingen  daarvan 
zijn  zoo  in  het  oogloppende  , voornamelijk  wanneer  de 
hersjenen  door  de  hevigheid  der  ziekte  worden  aange- 
tast , dat  mm  als  het  ware  gedrongen  word , om  van 
dezelve  een  meer  algemeen  gebruik  te  maken. 

JJet  is  waar , in  ons  land , alwaar  helaas ! nog  te 
veel  vooroordelen , bij  hei  mi  oder  verlicht  gedeelte  ) 
in  hei  geneeskundig  vak  heerscht , is  het  gebruik  der 
baden  en  hegt  etage n wel  niet  zoo  algemeen  in  zwang  » 

•7?  r S ‘ O O 

en  ontmoet  men  vooral  in  de  Bürge  rpraktijk , bij  den 
besten  wil , dikwerf  de  groot fe  tegenkanting ; dit  nog « 
thans  moet  ons  niet  tent g houden,  on,  waar  zulks 
doenlijk  zij,  de  uitmuntende  werkingen  dar  van  door 
nadere  proeven  te  bevestigen. 

Als  bhjvoegfel  lot  dit  werkje,  vind  men  een  alge- 
meen overzigt  der  meest  vermogende  middelen,  ter " 
verhoeding  van  befmettelijke  Zenuw-  of  TI  os  pitna  Ikoort- 
fen , en  hierin  zal  de  opletten  te  lezer  al  ras  bej peu- 
ren , dat  de  beroemde  fchrijver  dezelfde  naauwkeurig- 
hsid  heeft  in  het  oog  gehouden , welke  hem  zoo  bij- 
zonder kenfeheifen.  Aangezocht  om  dit  werkje  in  een 

* 4 


» 


ne - 


VIII 


roORBERlGT. 


nederduitsch  gewaad,  in  het  licht  te  geven,  was  i* 
daartoe  aanvankelijk  huiverig , te  meer  daar  ik 
nimmer  zoodanig  iels  beproefd  had;  intusfehen  heb 
ik  de  vertaling  ondernomen , en  late  het  aan  het  regt - 
matig  oordeel  van  bevoegde  kunstregters  ter  beßisfing 
owr , ui  hoeverre  ik  het  voorgefielde  doel  heb  ge  ojjen- ; 
voor  de  ingeftopene , en  zoo  veel  mogelijk  verbeterde 
druk  en  taaljouten , toegevendheid  wenfehende. 

* E VERTALER. 


9 


3 N. 


I N II  O U I). 


i»i«S«20;CiÄSS»*: 


De  befmrtelijke  Zenuwkoorts  in  de  eerlle 

maanden  van  het  jaar  i8i3.  . . . . Bladz. 

Vooi’algaandeteekenen  der  Zenuwkoorts.  . 

u 

Eerlie  kenteekenen  der  plaatsgehad  hebbende 

bcfmetting 

During  van  het  tijdperk  der  rijpwording  der 

fmetftoffe 

Toevallen  der  befmettelijke  Zenuwkoorts. 

Oorzaken  der  ziekte 

Geneeswijze 

Nadere  ontvouwing  der  Behandeling.  . . 

Maatregelen  om  de  veiTprciding  der  ziekte 

door  BeCihetting  te  verhoeden 

De  beCmettelijke  Zenuwkoorts,  gedurende 
den  Zomer,  Herfst  en  Winter  van  liet 

jaar  i8i3 • • 

Verfcheidenheid  der  ziekte 

Bijzondere  eigendommelijkheden  van  vorm 

der  befmettelijke  Zenuwkoorts 

Vermenging  der  Zenuwkoorts  met  Long- 

O O o 

ontlieking.  

Met  ontlieking  van  de  Milt. 

Met  ontlieking  van  de  Maag  en  der  Darmen 

* 5 


ï. 


2. 

2 


3- 


4- 
G. 
1 1 
1 3. 


25 


33. 

35' 

40 

45. 

4b. 

47* 

Met 


X INHOUD. 

« 

Met  koudvuur  aan  de  Ledematen.  * . : . Bladz.  48- 

Zenuwkoorts  met  Geelzucht.  . . . " • 5i. 

Zenuwkoorts  met  worging  en  braking.  . . 54. 

Zenuwkoorts  met  Buikloopen = 5y. 

Voorzescing  der  voornaamfte  toevallen  en 

verfchijnfelen  der  ziekte 58. 

Rotkoorts,  als  foort  der  Zenuwkoorts.  . 63. 

Wederinltortingen , derzelver  oorzaken , ver- 

hoeding  en  behandeling 67. 

Scheiding  der  ziekte 70. 

Stofverplaatllngen.  ; ■ 72. 

Gevolgtrekking  der  Lijkopeningen.  . . . 73. 

In  de  holte  van  het  hoofd 74, 

In  de  borstholte.  . ; * . 76. 

In  de  buikholte.  . . • . . e . . . . 77. 

De  Geneeswijze  gedurende  den  zomer, 

herfst  en  winter,  van  het  jaar  181 3.  . 85. 

De  Geneesmiddelen  . de  Laden  , de  lauwe  Ba- 
den , de  koude  Baden,  de  Begietingen,  de 
Stortbaden , het  Druipbad 87. 

De  Reimgings  baden.  .' 88* 

o o 

De  koude  begietingen  en  ftortbadan  in  dro- 
ge kuipen.  ......  97. 

Dc  Aderlatingen  en  Bloedzuigers.  . . 99. 

Dadelijk  brandmiddel  ( cauierliim  actiiale).  - — - 107. 

Behandeling  van  liet  koudvuur  k der  Lede- 
maten. . 1 1 3. 

Zorg  voor  eenen  behoorlijken  leefregel.  » 116'. 

De  fchadelijkheid  van  den  vrijn.  . . 120. 

Behandeling  in  het  tijdperk  der  weder  ber- 
il clling.  .......  12J. 

De  Naziekte  der  befmetielijke  Zenuwkoort- 

feu  en  derzelver  behandeling.  . . — — 124. 

Over- 


INHOUD. 


XI 


Overzigt  der  mees!;  vermogende  hulpmidde- 
len , om  den  ooiTprong  der  befm  ettelijke 
Zenuw-  en  Hospitaal  - koor!  Ten , derzélver 
verfpreiding  en  befmelting  te  voorkomen.  Bladz.  129 
De  aanleidende  oorzaken  lot  liet  onLlbaan  der 


beimettelijke  Zenuwkoorts.  . . . 129. 

Verhoeding  derzelve ïsy. 

Het  onderhouden  van  eenen  zuiveren  damp- 
kring in  de  ziekenkamers.  . . . i3o 

Verdere  Reinigings  middelen.  . . . j3i. 

Zandftrooien , Berokingen.  . i . i3 2. 

De  verwijdering  der  ontlastingen  , en  liet  be- 
hoorlijk fchoonhouden  der  naclitiloelen. i33 

De  Reiniging  van  het  linnen  enBeddegoed, 

en  der  Kribben 133, 

Bijzondere  vertrekken  om  aankomende  lij- 
ders te  ontvangen  en  te  reinigen.  . 134, 


De  reiniging  der  klederen , monteringftukken  , 
het  verbranden  derzelven , liet  uitwasfehen 
met  ijskoud  water ; met  loog,  het  bero- 


ken enz.  . . ....  i36. 

De  uitgebrande  pi  an  Ion  kool , als  luchtzuive- 
rend middel  aangeprezen.  . . . ■ i3g. 

Het  verbranden  van  het  Bedllroo.  . j30 

* 

Het  vertoeven  in  de  Hospitalen,  gedurende 
eenigeii  tijd  11a  de  herflelling,  isvolftrekt 

noodzakclijk.  .....  14p, 

besLe  middel  om  de  belmetting  te  voor- 
komen. .......  141.’ 

*Yerfcheidenheid  des  aanlegs  tot  de  befmetting. 141. 

Onvolkomene  befmeltingen.  . . . 142 

Onvoldoende  voorbehoedings  middelen.  . 142. 

Ongenoegzaamheid  der  kunstmatige  verzwe- 
ringen en  Lllerdragten,  . . . ■ 140. 


Nood 


XII 


INHOUD, 


‘Noodzakelijkheid  van  bijzondere  Hospitalen 

voor  Zeuuwkoortfige  lijders.  . . Bladz.  1 44' 

De  inrigting  en  hei.  ßeftuur  der  quarantaine 

Gellichten H&i 

De  behandeling  der  gezonde  en  zieke  krijgs- 
gevangenen. . . 247; 

Het  vervoeren  der  krijgsgevangenen  te  wa- 
ter en  te  land.  .....  i5o; 

Maatregelen  van  voorzigtigheid  , om  de 
beliiietting  te  voorkomen  , voor  Geneeshe- 
ren, Heelmeesters,  Predikanten,  O pp  as- 
ters &c.  Sec.  .....  i5l« 

liet  onderhonden  van  eenen  zuiveren  damp- 
kring rondom  den  zieken.  . . . i5i. 

De  ßerokingen.  .....  i5a. 

Het  dragen  van  eenen  mantel  van  gegianst 

linnen.  . . . ...  i53. 

Het  nuttigen  van  fpecerijaohtig-  geestrijke 
middelen , voor  het  af  te  leggen  bezoek  bij 

den  lijder  ......  i54. 

Het  was l'chen , liet  baden  , het  genot  der  fris- 
tclie  lnckt,  liet  tabak  roken  als  voorbe- 

hoedmid  ïku  aangeprezen.  . . . 1 55, 

Maatregelen  van  voorzigtigheid  bij  de  ont- 
leedkundige bcfcliouwiug  der  lijken  van 

typhits  • lij  deren.  .....  i55* 

Doelmatigheid,  om  in  den  gewoonen  leef- 
regel geene  verandering  te  maken.  . . i56, 

liet  nadeelige,  om  zijne  eigene  lierfielling 
te  beproeven,  * ; . • , . — — i5ü: 


WAAR- 


W A A II  N E M INGEN 


AANGAANDE  DE 

NATUUR  en  GENEZ11NG 

D E 11 

BESMET  TEL  IJ  K Ë 

ZENUW-KOOIIT  SEN, 

WELKE  GEDUilENBE  HET  JAAR  l8l3 
HEBBEN  GEHEEfiSCHT. 

De  meeste  ziekeft,  welke  in  de  maanden  februarij. 
Maart , April,  en  vervolgens  in  liet  alhier  gevestigd 
■Ckarité-Ziekenkuis  werden  gebragt , waren  door  ze- 
nuwkoortfen  aangetast.  De  wezenlijke  verfchij nfelen , 
Welke  een  heerl’ckend  en  eigen domnaelijk  lijden  der 
kerstenen  voorlpellen , ontbraken  niet.  Derzelrer  op-^ 
klimming  en  daling  kenmerkten  altoos  den  graad  van 
liet  gevaar,  en  zoo  lang  deze  toevallen  aanhielden, 
was  men  niet  verzekerd  dat  door  het  klimmen  van 
dezelve  het  leven  niet  in  grooter  gevaar  zoude  komen», 
Jonge  menleken,  in  den  bloei  hunner  jaren,  van  20 
tot  40,  werden  liet  meest  door  deze  ziekte  aange- 
tast; ook  kinderen  boven  de  6 en  7 jaren  bleven 
niet  geheel  bevrijd;  even  als  fommige  koog  bejaarde 
Heden  , welke  ecliter  zeldzaam  daardoor  aangedaan 
werden.  Zuigelingen  en  küideren , beneden  de  2 fcu 
3 jaren,  bleven  vrij. 


A 


£9 


— 2 — 

Bij  vele  lijders  ontwaarde  men  voorloopige  teeke- 

/ 

nen , namelijk,  eene  loomüeid  door  alle  de  lecden, 
eene  bijzondere  malheid  door  het  geheele  ligchaam, 
eene  eigene  traagheid  en  onlust  tot  gewoone  bezighe- 
den, llaperigheid  en  gebrek  aan  eetlust,  bij  fommigen 
eene  geringe  dolle  hoofdpijn , welke  nu  en  dan  verdween, 
maar  ook  lei  ug  keerde.  Nu  eens  hadden  de  lijder»  een 
gevoel  van  koude  en  ligte  huiveringen,  een  bleek  ge- 
laat; matten  blik  en  koude  handen  ; dit  wei  d dan  door- 
gaans fpoedig  achtervolgd  door  eene  aanmerkelijke  hit- 
te, welke  aanhield  en  het  begin  was  van  de  reeds  vol- 
eindigde koorts.  Bij  fommigen  duurde  dit  tijdperk  der 
voorafgaande  teekenen  5,6,  tot  8 dagen, eer  de  ziekte 
volkomen  gevormd  werd,  bij  anderen  van  24—  36 
uren.  Sterkere  en  minder  gevoelige  gellellen  bel  peur- 
den nauwelijks  deze  ligte  beginlelen  der  ziekte,  en  ver- 
klaarden : de  koorts  zij  dadelijk  met  koude  begonnen, 
na  dat  zij  zich  te  voren  volkomen  wel  bevonden , en 
dat  groote  matheid  met  duizelingen  , bedwelming  , 
zwaarte  van  het  hoofd  en  aanmerkelijke  dorst  zich 
plotfeiings  daarbij  bijgevoegd  hadden  (*). 

Bij 

(*)  lk  heb  opgemerkt,  dat  bij  velen  dier  lijders,  Wel- 
ke Leimet  waren,  voor  dat  de  ligte  huiveringen,  waairnedc 
de  koorts  een  begin  maakt,  zich  hadden  geopenbaard  j ge- 
durende 6 , 8 , 9 dagen  alleen  de  volgende  verfchijufelen 
ontdekt  wierden: 

1. )  Verdrietelijke  gemoedsgcfieldheid  , mismoedigheid, 

kwade  luim  , hoewel  geeue  bijzondere  aanleidende  oor- 
zaak aanweezig  fcheen. 

2. )  Voortduurende  ß apeloosheid  ; onrustig  flapen  , flui- 

mering  zonder  verkwikking  en 

5,)  V erloor en  eetlust  ; zondereenigeg,a.y//r/cÄtfverfchijn- 
ielen  , gondel  overlading  0f  andere  gewoone  aanlejdmgeu. 

Deze 


3 


JBij  vele  lijders  kemuerkte  zich  het  tijdperk  der  vooral- 
gaande  t ekenen  met  zinkingachtige  en  rheinnatifche  toe- 
vallen. Sommigen  gevoelden  pijn  in  de  ledematen , en  lei- 
den de  oorzaak  der  ziekte  van  eene  ligte  verkoudheid  af, 
anderen  klaagden  over  hoest  en  ftekeude  pijnen  in  de  zijde. 
Doorgaans  echter  werden  maar  weinige  dagen  ver- 
eisclxt  om  den  Geneesheer  van  het  gewigt  der  ziekte 
te  overtuigen  , alsmede  om  hem  op  hare  wending 
oplettend  te  maken.  Wanneer  de  koorts  den  hoog- 
Hen  trap  bereikt  had,  dan  klaagden  de  lijders  door- 
gaans over  een  gevoel  van  zwaarte  in  het  hoofd , 
bedwelming,  duizeligheid,  hoofdpijn , rui  Tellingen  inde 
ooren  , brandend  gevoel  in  de  ooaen  en  hardhoorend- 
heid  Bij  de  meesfen  openbaarde  zich  eene  !‘erkc  ge- 
neigdheid tol.  i '! hoofdigheid,  wier  vormen  en  graden 
zeer  verfchillende  waren.  Bij  fomraigen  bclpeurde  men 
eene  II  iile  ij  ring , en  bij  andere  klom  dezelve  tot  eene  vol- 
komene  razernij,  zoo  dat  men  genoodzaakt  was  de  han- 
den zoo  wel  als  de  borst.  met  llroppeu  te  binden,  om 
daar  door  de  zieken  in  rust  te  houden  en  alle  bui  te  n- 
fporiglieden  af  te  weeren.  Dit  ijlen  duurde  bij  ibm- 
migen  van  8 tot  10,  zelfs  tot  2?  dagen,  zonder  ophou- 
den, en  zoo  lang  dit  voortduurde,  was  c!c  lijder  nog 
niet  buiten  gevaar.  In  het  begin  der  ziekte,  wanneer 
het  ijlen  zich  nog  niet  volkomen  openbaarde , lagen  de 
zieken  flil  voor  zich  heen  , als  waren  zij  zeer  be- 
dwelmd , klaagden  over  niets , ook  begeerden  zij  niets 
niet  eens  den  gewoonen  drank,  hoe  zeer  de  huid  bran- 
dend 

Daze  toevallen  ontftaan  zeer  dikwijls  na  de  plaats  gehad 
hebbende  belmetting;  ma  r 8.0  dagen  later  ceist  open- 
baren zich  dc  eerste  kennelijke  kocrUtoevaileu.  Zoo  lang 
duurt  het  tijdptrh  der  zoogenoemde  rijpwording  der 
Jl&etfioJf 3, 

A 2 


1 


tiend  heet,  en  de  tong  ende  lippen  droog  en  gebarsten 
Waren.  Sommige  beenden  en  zuchten  overluid,  wier- 
pen zich  onrustig  ginds  en  herwaards , zonder  noch- 
tans de  onaangename  belediging  van  hun  algemeen 
gevoel  nader  te  kunnen  openbaren.  Het  aangezicht 
Was  bij  de  meesten  rood  en  opgezet  , de  oogen  onbe- 
wegelijk, als  verglaasd  cn  ontdoken , bij  velen  had- 
den de  lippen  en  de  tong  hunne  gewone  roodheid, 
maar  waren  dikwerf  zuiver  en  vochtig,  hoe  zeer  de 
ziekte  nog  zeer  bedenkelijk  was.  Bij  anderen  was  de 
oppervlakte  dezer  organen  droog , donker  bruin,  bijkans 
zwart  en  met  korsten  bezet,  de  tong  bevend,  puntig 
en  uitgedoken  wordende,  in  eene  ti  nip  trekken  de  bewe- 
ging Bij  velen  was  de  tong  met  eene  witte  geelachti- 
ge huid  bedekt,  de  fmaak  walgelijk,  rötachtig,  groolc 
geneigdheid  tot  braken,  vrijwillige  bra kingen  en  eene 
krampachtige  wurging,  welke  de  lijders  zeer  afmatte. 
J3ij  fonimige»  hadden,  gedurende  bel  laatlie  doodelijke 
tijdperk  der  ziekte,  eene  verlamming  van  de  werktui- 
gen der  doorzwelging  en  van  de  fpraak  plaats,  waar 
door  deze  moeijelijk  , dotterend  en  on  verft  aanhaar 
werd  , hier  bij  ging  eene  aanhoudende  uitzweting 
van  een  taai  flijm,  moeij  olijke  doorzwelging  on  een 
onvermogen  om  de  uitgezwete  holle  uit  te  werpen  . 
gepaard.  Deze  verfchijiifeleu  nochtans  waren  niet 
wezenlijk  t echter  befpeurde  ik  dezelve  dan  het  meeste, 
wanneer  de  ziekte  met  foporeufe  toevallen  vermengd, 
haar  einde  bereikte  J3ij  dc  meesten  ontwaarde  men 
peeshuppelingen , pluizen  aan  de  dekens,  eene  bijzon- 
dere wegzinking  der  ipierkrachten  en  eene  buitenge- 
wone onverfchilliglieid  en  bedwelming;  bij  velen 
eene  beving  en  trillende  houding  van  het  gehele  lig- 
chaam  , rode  vlekken  over  het  groot  fle  gedeelte  van  liet 
ligchaam  verfpreid,  meestal  van  eene  violetkleur,  welke 


bevelen  n ' •!  -oor  nauwkeurig  binnen  enge  grenzen  bo-ï 
perkt  waren,  maar  langzamerhand  in  het  koloriet  der  ove- 
rige huid  zich  verloren  en  voor  den  drukkenden  vinger 
niet  weken,  een  verfchijnfel  hot  welk  bij  de  heete 
koortfen  in  de  maanden  Maart  en  April  voorkomende, 
meermalen  en  llandvastiger  ontdekt  werd. 

Velen  kregen  eene  Neusbloeding , doorgaans  met  dat 
gewenscht  gevolg,  dat  liet  gevoel  van  bedwelming, 
de  flerke  ijling,  de  glasachtige  blik,  enz.  merkelijk 
verminderden.  Sommige  ondergingen  deze  bloedont- 
lasting twee  tot  drie  maaien,  en  doorgaans  met  aan- 
merkelijke verligting  in  het  hoofd,  vermindering  der 
zwaarte  en  bedwelming*}  en  van  de  algemeene  hitte.  . 

In  fommige  omltandig heden  werden  volkomene  ont- 
ftekingen  der  longen  en  van  het  borstvlies  geboren; 
welke  de  toediening  van  ontitekingwèrende  middelen 
noodzakcl ijk  maakte. 

In  het  begin  der  Epidemie,  befpeurdo  men  zeldzaam 
de  gas  tri/ ehe  vermenging;  meermalen  echter  in  de  vol- 
gende maanden  , waarin  mende  verfchijnfelen  van  veel- 
vuldig braken  , vuile  tong , walging , bittere  fmaak,  veel- 
vuldige ontlastingen  van  eene  grasgroene,  fclmimigeen 
fl  inken  de  holle  , volkomene  geelzucht  en  een  donker  brui- 
ne, bijna  zwarte  urin  waarnam,  en  niet  zelden  als  keu- 
teekenen  van  eenen  hoogs tgevaarlij ken  toeiland  zich 
voordeden. 

Onderfclieidene  nafporingen  op  lijken  van  menleken  - 
welke  onder  deze  toevallen  van  braking  ,,  wurging, 
aanvallen  van  hik,  buikpijnen  en  groenachtige  ontlas- 
tingen , flierven,  in  het  wérk  gefield,  overtuigden 
ons,  dat  hij  de  reeds  genoemde  toevallen,  ontüeking 
van  de  milt,  maag  en  darmbuis,  vergezeld  gingen. 


Ik  heb 'geen c "moeite  gefpaard,  om  eenige  ophelde- 

A 3 rin- 


ringen  betrekkelijk  de  oorzaak  ehr  zielte  te  bekomen, 
en  verbeelde  mij  ontdekt  te  hebben , dat  de  fpoedig® 
verwis  fél  ing  van  de  weersgefteldheid , welke  na  eene 
aanhoudende  koude  7.00  kennelijk  zacht  werd  en  bleef, 
wel  ligt  de  aanleidende  oorzaak  mag  geweest  zijn 
der  veelvuldigheid  van  deze  ziekte,  en  dat  de  mees- 
te koortfen  zich  federt  dat'tijdliip  openbaarden  , 
toen  de  luchtsgeft el dlieid  bij  voortduring  warmer  werd. 
Bepaalde  invloeden  van  de  gelteldheid  van  den  damp- 
kring welke  op  de  bewoners  van  geliecle  laiidll reken 
uitwerking  hebben,  veroorzaken  in  den  regel  epidemi- 
Jehe  ziektena.  Van  welken  fcheikundigen  aard  deze 
gefieïdhcdcn  van  den  dampkring  mogen  zijn,  is  noch 
onbellist;  dat  het  echter  daarbij  alleen  op  de  ver- 
wisfeling  der  warmte  met  de  koude  aankome , is  niet 
waarfcliijidijk , hoewel  ook  dit  oogenblik  we!  degelijk  in 
aanmerking  komt.  Hel  verdient  oplettendheid,  dat 
verre  do  meeste  lijders  , welke  wij  in  de  eerlie  maan- 
den van  liet  jaar  i8i3.  behandelden , in  den  bloei  van 
hun  leven,  wel  gevoed  en  te  voren  gezond  waren  ge- 
weest. Sommige  lijders  geloofden  zich  aan  koude  te 
hebben  blootgefteld  ; wederom  andere  hadden  lange 
tochten  gedaan  , en  daarbij  groote  vermoeijcnislen  door- 
geit aan  , onder  wier  getal  vele  behoorden,  welke  met 
hongeren  koude  worstelende,  Rusland  waren  ontwe- 
ken. De  eerlien  dezer  vingt  einigen  werden  meer 
aangetast  door  longont  Jiekingen  met  de rzelver  gevolgen; 
daar  de  laats  ten  , welke  m de  maanden  Februarij  en 
Maart  hier  waren  gekomen,  meermalen  Zenuw  koort- 
fen kregen.  Bij  nader  onderzoek  ontdekte  ik , dal  vele 
lijders,  welke  thans  aan  Zenuwkoorlfen  ziek  lagen, 
tevens  mei  de  gevolgen  van  verzuimde  ontAekiugen , 
moesten  woritelen.  Bij  lommigen  waren  deze  opvol- 
gende zichten  zoo  diep  ingeworteld,  dat  de  herflelling 
niet  meer  moge' ijk  was,  en  men  ontdekte  na  hunnen 

dood 


dood  groote  verwoestingen  in  Je  inwendige  deel  en ; 
en  voornam  lijk  in  de  l ongen.  Ken  wezenlijk  lijden 
der  hersfene  i en  van  het  geheel  e Zenuwgeßel,  verborg 
fomvVijlen  de  ziekten  der  longen;  de  lijders  hadden 
gene  inwendige  kennis , waren  bedwelmd,  ijlden,  de 
jjjraak  was  verward , of  klaagden  nauwelijks  en  hefc 
minst  over  zoodanige  ongeüeklheden , door  welke  men 
anders  de  plaatfelijke  gevolgen  eener  miskende  long- 
ontllekiug  zoo  kennelijk  ontdekte. 

.Bij  deze  menigvuldige  gewigtige  Zenuwziekten s , welke 
men  federt  eene  reeks  van  jsren  in  deze  betrekking  niet 
had  ontmoet,  moest  natuurlijk  de  vraag  ontflaan:  of 
deze  ziekte  ook  van  eenen  befmettenden  aard  zij  ? Kit 
een  naauwkeurig  onderzoek  is  het  ontwijfelbaar  zeker 
gebleken , dat  wij  eene  tweevoudige  foorb  van  Zenuw- 
koorts hadden  te  behandelen ; van  welke  de  eene  epi- 
demisch en  niet  befmettelijk , de  andere  in  Legen  deel  vol- 
11  rekt  befmeUelijk  was.  De  ontwikkeling  der  eerlie , 
voornamelijk  in  de  maand  Februarij  , op  eene  veelvul- 
dige wijze , was  gelegen  in  de  uitwerkingen  der  alge- 
mcene  geüeldlieden  van  den  dampkring,  welke  de  vor- 
ming van  Zenuwkoortfen  begunstigde;  zoo  als  8 tot 

✓ 

10  wecken  te  voren  door  haar  de  algemeenheid  deront- 
liekingkoorts  ( Sijnorfia ) bepaald  werd,  Het  gebeurde 
dat  veie,  tevoren  gezonde , menleken , meestal  van  een 
fterk  gcftel  , gelijktijdig  door  deze  ziekte  plotfeling  wer- 
den aangetast,  van  welke  de  meesten  geeue  omnidde- 
lijke  gemeenlchap  met  elkanderen  gehad  hadden  , van 
elkander  verwijderd  leefden,  en  uit  zeer  verfchillende 
gewesten  hier  hij  den  anderen  kwamen.  Ondanks  de 
naauwkeurigstê  nafporingen,  koude  men  niet  ontdek- 
ken dat  deze  lijders,  na  een  langer  gemeenzaam  ver- 
keer met  andere  Zenuw kcortlige  zieken,  eveneens  wa- 
ren ziek  geworden;  ook  befpeurde  men  niet  dat  andere 

A 4 lij- 


8 


lijders  of  oppas  Ter  s is  het  Ziekenhuis,  welke  met  Imre 
eeneu  gemeenzamen  omgang  hadden  , door  dezelfde 
ziekte  werden  aangetast. 

Aan  de  andere  zijde  ontdekte  men  ook  later,  voor- 
namelijk federt  de  maanden  April  en  Mei] , het  aan- 
wezen eener  bejmetlelijke  Zenuwkoorts  ; en  dat  zeer 
vele  der  op  nieuw  ingekomen  lijders  door  beTinetting 
waren  aangetast  en  door  de  mededeel ing  eener  Jmztfiojjt 
( contagium ) hunne  ziekte  alhier  verder  verfpreiden. 
J)eze  befmettelijke  koortfen  fchenen  herwanrds  ge- 
bragt  te  zijn,  eerst  door  Franfche , en  later  door  Rus- 
fifche  lijders,  hij  welke  de  Zenuwkoorts  "(typhus)  door 
verzuimde  reinigingen  oppasfing,  en  doorbet  bijeen  zijn 
van  velen  in  eene  te  kleine  plaat  s , ‘t  welk  door  gebrek 
en  fpoedin  de  Militaire  Ziekenliuizcn  zoo  dikwerf  plaats 
heeft  , eenen  zoo  hoogen  graad  van  intenßteit , en 
daar  door  eenen  befmet  tel  ijken  aard  verkregen  hadden. 
Spoedig  werden  wij  door  onze  typhus  - lijders  , gedeel- 
telijk door  hunne  geleiders  , gedeeltelijk  door  hun  zelven 
hij  eene  plaatshebbende  herflelling  , onderrigt  : dat 
de  ziekte  hoogstwaarfchijnlijk  van  do  medcdeeling 
eener  Imctllolïe,  hare  geboorte  ontleende.  Vele  ver- 
zekerden Heilig: 

i ) Dat.  zij  ledert  dien  tijd  plot  fel  ing  ziek  werden  , 
ledert  zij  met  de  zieke  Fran leliën.,  welke  in  die  bui- 
zen, door  hun  zelven  bewoond  wordende,  waren  in- 
gelegerd, in  naauwc  kleine  vert  rekken  bij  »elkander 
gewoond,  of  me!  derzclver  reiniging  en  onpasfmg  zieli 
onledig  hadden  gehouden.  Dit  gebeurde  dikwerf  in 
zulke  kleine  woningen  , welke  de  huurders  vOorbe- 
daclitclijk  lot  dat  einde  belfernden,  om  de  hefteed 
wordende  ziekcu  der  aanzienlijken  uit  de  ftad  , voor 
eene  geringe  winst  , bij  zich  onder  dak  te  nemen. 

2.)  Anderen  beweerden  daardoor  van  de  koorts  te 

1 zij  a 


9 


zijn.  overvallen , dat  zij  in  kleine  flcden  en  dorpen 
in  de  nabuurlcliap  van  Eerlijn  , voornamelijk  op  de 
wesen  van  Polen  en  Prnisfcn  herwaarts , in  klein» 
herbergen , op  zulke  bedden  of  IVroolcgers  hadden  ge- 
Kapen,  Avelke  kort  te  voren  aan  zieke  Franlchen , en. 
la  ter  aan  Ruslen,  tot  fl  aapplaatlen  hadden  gediend. 
3N  aar  de  Hel  I iglto  verzekering  der  moesten  , gevoelden 
zij  zich  te  voren  gezond  , en  werdén  plotfelings  door 
de  ziekte  aangetast ; bij  gevolg  is  het  zeer  waarschijn- 
lijk , dat  zij  op  deze  legerkleden , meestal  Ilroobedden , 
door  eene  fmetfloffe  zijn  aangedaan,  welke  door  die- 
genen , die  kort  te  voren  daarop  geflapen  hadden , aan 
dezelve  was  medegedeeld. 

3.)  Een  aanmerkelijk  getal  lyplius  lijders , zoo  wel 
mannelijke  als  vrouwelijk^,  kregen,  gedurende  dien 
tijd , eenen  aanval  dezer  koorts  , waarin  zij  , om 
eenig  voordeel,  in  het  alhier  gevestigd  groot  Militair- 
ziekenlmis  der  Franfehen,  als  zieken  - oppasfers  en 
waschvrouwen  gediend  hadden.  Naardien  dit  zieken- 
huis met  de  gevaarlijklle  lijders  bovenmatig  opgepropt 
was , zoo  dat  men  op  eens  meer  zieken  had , als  het 
huis,  zonder  hinder , konde bevatten  , was  het  iiaauwe- 
lijks  mogelijk  om  het  ontftaan  der  Hospitaal  - hef  met - 
ting  {Hospitaal  Mephitis')  te  verhoeden , en  bij  wier 
voortduring  de  ontwikkeling  eencr  Zenuwkoorts -he~ 
fmetting  ( Typhus-contagiuni ) , als  voorlbrengfel  daar- 
van, onvermijdelijk  werd.  Van  daar,  dat;  eene  me- 
nigte bedienden , zieken-oppasfers , als  ook  Heelmees- 
ters en  Apothekers,  die  aldaar  hunnen  post  waar- 
namen, na  dat  de  befmetting  had  plaats  gehad,  door- 
gaans naar  hunne  aanhoorigen  werden  vervoerd,  door 
dezen  bediend  en  opgepast  zijnde,ook  deze  dehnetlloflè 
mededeelden,  en  op  die  wijze  die  ziekte  onder  de  ver- 
dere lraisgcnooten , en  zells  in  de  naburige  huizen 

A 5 ver- 


f erfprei delen.  Wij  namen,  binnen  oenen  korten  tijd , meer 
dan  oo  tol  öo  lijders,  aan  welke  de  typhus-Jtj mettlng 
(7  Yp  u -contagiuui)  uil  liet  Franfche  Hospitaal  was 
medegedeeld , in  ons  ziekenhuis  op.  Die  genen , welke 
door  de  vorige  llospitaal-koorts  boüncl  waren  , rekende 
men  in  den  zorgelijk  ten  ilaat  van  allen  te  zijn  , en  fommi- 
gen  kwamen  in  eenen  zoodanigen  liaal , dal  hun  einde 
zeer  nabij  was.  De  meest  en  van  hun  leden  aan 
F Ce  k koortje  u ; bij  de  meesten  ontdekte  men  ver- 
fehl! u leien  der  llcrklle  bedwelming  , vergezeld  met 
ijling  , aiwislele#ide  met  luide  razernij  , beving 
der  leden,  buitengewone  krachteloosheid  en  matheid, 
braking  en  floeigang,  met  ontlasting  van  eene  groote 
hoeveelheid  grasgroene  Jioüè , waardoor  het  geheele 
ligchaain , het  bind  vlies  van  het  oog,  de  vaten  van 
don  regenboog  iris  , geel  gekleurd  wierden,  bij  lom- 
migen  citroenkleurig  was,  met  eon  gedachtig  wil  he- 
ilug  op  de  tong  en  de  lippen,  de  lijder  i'iil  en  be- 
dwelmd lag,  en  doorgaans,  na  eenen  korten  tijd,  den 
geest  gaf. 

4.)  IN  adat  deze  gevaarlijkfle  lypJms-liiders , gedu- 
rende eenigen  tijd  in  het  ziekenhuis  waren  behandeld, 
werden  verfcheidene , welke  met  hun  in  nadere  «aan- 
raking kwamen  , door  dezelfde  ziekte  aangetast  , b.  v. 
Heelmeester,  zieken-oppasfer  en  lijders,  aan  fiepende 
ziekten  onderhevig,  welke  met  deze  zieken  (ondanks 
mijne  waarfch inving)  te  veel  omgang  hadden  gehad, 
daar,  integendeel , andere  llojxjnde  lijders , andere 
Heelmeesters,  andere  zieken  - oppasfers , die  met  de- 
ze zieken  in  geene  de  minde  aanraking  waren  go 
weesf , en  in  andere  gedeelten  van  het  ziekenhuis  liuy- 
he  bezigheden  verri gleden , van  deze  ziekte  bevrijd 
bleven.  < udunks  alle  mogclijke  maatregelen  van 
Toorzigtigh«  J,  in  het  werk  gefield  om  deze  lijders, 

te* 


benevens  de  herftellenden , (die,  zoo  als  men  weet, 
even  gemakkelijk  de  befmelting  voortplanten  als  de 
eerile  te  Ifoleeren  en  van  elkander  al’  te  zonderen, 
zoo  was  toch  te  vreezen , dat  nog  velen  van  diegenen , 
wien  pligt  gebood  , met  deze  zieken  om  te  gaan, 
bij  de  .fteecls  aangroeijendc  menigte  derzelven  ( welker 
getal  thans  in  het  huis,  in  het  midden  van  de  maand 
April,  246  is)  door  de  befmetting  zouden  worden 
aangetast,  en  waarbij  men,  volgens  vroegere  waarne- 
mingen, met  waarfchi j nli jkheid  konde  vastl tellen  : dut 
zoodanigen , bijzonder  Geneeshecren  en  ziekcn-oppas- 
fors,  liet  langst  de  bel’metting  zouden  wederftaau , 
welke  reeds  vroeger  den  typhus  eens  hadden  doorge- 
ftaan.  De  waarnemingen , lot  in  de  helft  van  de 
maand  April  gedaan , fcheneu  deze  onderftelling  te 
bevestigen,  doordien  tot  lieden  elke  week  meerdere 
perfonen,  voornamelijk  zieken  - oppasfers , die  met 
deze  lijders  verkeerden,  befmet  werden. 

liet  is  dus  niet  meer  twijfelachtig,  dat  de  thans  zoo 
veelvuldig  heerfchen de  zenuwkoortfen , ten  deele  goed- 
aardig niet  bejrnetlenden  een  voortbrengfel  der  gefield- 
heid  van  den  dampkring  zijn ; maar  dat  ook,  aan  de  andere 
zijde,  fommige  als  kwaadaardige  en  hcfmetleüjke  moe- 
ten worden  befchonwd , welke  als  een  onderwerp  der 
geneeskundige  ftaatsregeling , reeds  uit  dien  hoofde  de 
grootfte  oplettendheid  verdienen , naardien  alles  daar- 
op aankomt,  dat  men  de  verdere  verfpreïding  dier  ziek* 
te  zorgvuldig  voorkome. 


"Wat  aangaat  de  geneeswijze , van  welke  ik  mij  in 
de  behandel i iig  dezer  befmettelijke  koortfen  heb  be- 
diend, zoo  fcliijnt  liet  mij  toe,  dat  dezeive  zoo  wel 
door  hare  eenvoudigheid , als  ook  door  de  uitnemende 


wer- 


12  — 


Verlang,  eene  gelijke  aanprijzing  verdient.  .Pij  de 
behandeling  van  goedaardige  koortfcn , welke  lot  ha- 
ten  afloop  een  bepaald  tijdperk  noodig  hebben, 
om  hare  volkomene  Icheiding  daar  te  hellen,  f'chijnt 
het  gewaagd , eene  geneeswijze  aan  te  prijzen , wier 
onontbeerlijkheid  door  de  zachtaardigheid  der  ziekte 
zelve,  met  regt  in  twijfel  wordt  getrokken.  Te  meer  • 
prijst  zich  eene  geneeswijze  aan , wanneer  men  het 
oog  vest igt  op  de  hoogst  kwaadaardige,  gmote  vrees 
verwekkende  en  leven  bedreigende  toevallen , welke 
zoo  ligt  een  doodelijk  uiteinde  hebben  , als  de  genees- 
middelen in  liet  tijdperk  hunner  ontwikkeling  en  rijp- 
wording verzuimd  worden,  en  alsdan  te  laat  toege- 
diend, d kwerf  niets  meer  kunnen  afdoen. 

Het  geheeïe  beloop  der  bel- nettelijke  koorts  , de  aard 
der  wezenlijke  verlchijn leien , de  hoedanigheid  der 
toevallen,  die  eenen  overgang  in  het  doodelijk  tijd- 
perk bewerkten,  maakten  die  onderiielting  waarfchijn- 
lijk,  dat  de  hersfenen  en  het  ruggemerg  zoowel , als 
het  ftelfel  der  groote  medelijdende  zenuwen  voor  liet 
naast  en  onmidde  ijk  waren  aangedaan  , en  dat  het 
eigendommelijk  lijden  dezer  werktuigen  ( organen  ) , 
door  eene  gefchondene  overeenftemining  ( disharmonie ) 
der  krachten  van  liet  irritable  en  reprodactive  ftelfel 
op  eene,  voor  de  infl antihouding  van  hel  leven,  ge- 
vaarlijke wijze,  eeuen  hoogeren  trap  bereikt  had.  Mier 
hadden  geeno  eenvoudige  zwakt  e-toefl an d , geene  as- 
thenie plaats  Hier  moest  men  de  geheele  eigendom- 
melijke  gevolgen  eener  dierlijke  vergiftiging  der  hers- 
fenen en  van  het  zemtwgeßel  boft  rijden.  Afleiding 
der  warmte,  welke  in  de  omhul  fels  der  hersfenen  en 
derzel  ver  inwendige  deelen  zich  ruimlchoots  vrij  onf  wik- 
kelde , vermindering  der  bloedophoopingen  in  die  dee- 
len, verkoeling  en  zuivering  van  de  geheele  opper- 
vlakte 


Vlakte  der  huid  eji  oiimiclclelijke  opwekking  liarer 
werkdadiglieid , Rhenen  liet  geweld  der  ziekte  het  ze- 
kerst te  fnuiken,  de  ineesten  typhns  Lijders  ipoedig  I« 
hcrheilen , velen  uit  levensgevaar  te  redden , de  ontwik- 
keling der  zenuw  - hefmetting  (typhus  ccntagiwn)  te 
beperken,  en  dus  op  eene  tweevoudige  wijze,  zoovel 
voor  den  zieken , als  voor  den  gezonden , die  met  de 
eerften  -omniddelijk  moesten  omgaan,  eenen  weldadi- 
ge» invloed  te  hebben. 

De  nadere  ontvouwing  dezer  behandeling , welker 
gevolgen  tot  dus  verre  zoo  gelukkig  zijn  geweest , 
blijkt  uit  de  navolgende  daadzaken: 

1. )  Alle  typhns  lijders  bragt  men  dadelijk  hij  hunne 
komst  in  het  ziekenhuis,  ineen  bijzonder  vertrek,  de 
Tcinigingskamer  ; deed  ze  geheel  ontkleden  , - reinig- 
de hun  geheele  ligchaam  in  een  warm  bad , liet  ze 
met  zeep  afwrijven,  het  dikke  verwarde  en  onzuivere 
haar  op  het  voorlle  gedeelte  van  het  hoofd  affnijdeii, 
van  fchoone  klederen  voorzien,  en  dus  gereinigd  in 
de  voor  hun  gereedgemaakte,  liooge,  heldere  eu  rui- 
me vertrekken  brengen.  Velen  van  deze  lijders  waren 
zoo  verregaande  morsfig,  dat  hunne  uitwaasfeming 
eenen  ondragelijken  Rank  verlpreidde.  Dadelijk  na- 
deze  algemeene  reiniging  in  een  warm  bad,  gevoelden 
zich  velen  zoo  opgewekt  en  monter,  dat  zij  , te  voren 
geheel  uitgeput,  bijna  geen  woord  kunnende  uitbren- 
gen, nu  in  Raat  waren,  eenige  noodzakelijke  vragen 
Ie  kunnen  beantwoorden , ja  fomwijlen  een  ver  Rag 
van  hunne  ziekte  te  kannen  geven. 

4 ij 

2. )  Dit  baden  in  laauw  water , werd  bij  alle  ze- 
aiuwkoortiige  lijder  dagelijks  tweemaal  herhaald,  en 
gedurende  de  geheele  behandeling,  tot  de  Icheiding 
toe,  voortgezet.  Dit  middel  verbeterde  hun  algemeen 
gevoel,  verminderde^  de  hevige , hooidpijn , zwaarte 


en  bedwelming , de  hitte  van  de  huid,  en  bezorgde 
niet  zelden,  gedurende  eenige  uren , eenen  verkwik- 
henden  llaap.  Jöij  de  meeste  lijders  had  dit  middel 
eene  zoodanige  gunstige  uitwerking,  dat  zij  zelven  liet 
voortdurend  gebruik  daarvan  gretig  verlangden. 

3 ) In  alle  omftandigheden , waar  de  bezetting  en 
zwaarte  in  liet  hoofd  aanmerkelijk,  de  verfchijnjeleit 
der  bedwelming,  der  ruifchingen  in  het  oor,  der  ijl- 
hoofdigheid , vergezeld  van  eene  drooge  en  heete 
huid,  aanhoudend  befpeurd  werden;  waar  liet  oog 
onbewegelijk,  zonder  gians,  en  het  bindvlies  ontfto- 
ken  was,  werden  de  lijders  in  eene  drooge  badkuip 
geplaatst , en  van  de  ijskoude  ßortbaden , dagelijks 
twee  en  drie  keren  herhaald,  gebruik  gemaakt;  waar- 
bij eiken  lijder  5 tot  G emmers  koud  water,  telkens  in 
4.  tot  5 gedeelten,  door  eenen  oppasfer,  die  zich  op 
eenen  tafel  in  de  nabijheid  van  de  badkuip  plaalfte, 
over  het  hoofd  en  liet  geheelc  ligchaam  werden  uit- 
geftort.  Door  het  fchokkend  vermogen  dezer  ftort- 
baden,  kwamen  de  meeste  lijders  hij,  hunne  bewust- 
heid keerde  terug,  en  zij  beantwoordden  de  gedaane 
vragen,  daar  zij  te  voren  geheel  bewusteloos  uiige- 
Itrekt  lagen.  Hun  blik  werd  vrijer;  zij  werden  oplet- 
tend op  al  hetgeen  hun  omringde;  de  tong,  le  vooreii 
droog  en  liijf,  werd  nu  vochtig  en  bewegelijk;  de 
brandende  hitte  van  de  huid  verminderde;  in  het 
kort , de  uitwerkingen  van  dit  middel  hadden  bij  de 
meeste  gevaarlijke  typ/ius  lijders  eenen  zoo  gun  ft  i gen 
invloed,  dat  men  zich  gedrongen  voelde,  dezelve  da- 
gelijks te  herhalen. 

4 ) Wanneer  de  aandoening  der  hersfenen  [gehirn- 
leiden)  eenen  nog  liAngeren  trap  had  bereikt , dat  de 
lijders  hevig  ijlden,  meerdere  oppasfers  dikwerf  1100- 
dig  waren  om  de  zieken  te  bewaken,  — het  aungezigt 

rood 


rood  cn  opgezet , de  lippen  en  tong  droog  waren,  en 
het  gelieelc  zenuwgestel  zoodanig  was  aangetast , dat 
de  Inders  aan  liel  geheele  ligchaam  beefden , gedurig 
aan  do  dekens  pluisden  en  men  peeshuppelitigen  ont- 
dekte ; dan  werden  de  koude  Jiortbuden  driemaal 
daags  herhaald , en  derzelver  vermogen  door  liet  ge- 
bruik der  koude  druipbaden  ( douches ) , van  welke 
men  den  ft  raai  op  den  kruin , liet  achterhoofd , de  nek 
en  den  rug  geleide,  nog  aanmerkelijk  verhoogd.  hij 
Sommigen , welke  geene  fpoedige  hulp  ondervonden 
van  de  gewoone  toediening  der  Stortbaden,  was  deze 
vermenigvuldiging  bellisfcnd.  \elen  , die  door  de 
enkelvoudige  Stortbaden  niet  genoegzaam  werden  aan- 
gedaan , begonnen  hard  te  Schreeuwen  (*) , op  het 
oogenblik  dat  zij  de  ijskoude  druipbaden  op  hunne 
hooSdeu  gevoelden,  en  van  dit  oogenblik  af  was  de 
herStelling  bellist.  De  ondervinding  leerde,  dat  de 
nuttigheid  dezer  geneeswijze  van  eene  gvootere  ui  Ige- 
lt rek  L heid  werd,  hoe  vroeger  men  zich  van  dezelve 
bediende,  ja  dat  in  vele  gevallen  de  ziekte,  als  het 
ware,  werd  geftuit,  wanneer  deze  den  hoog  Sten  trap 
van  gevaar  nog  niet  bereikt  , en  het  tijdperk  eener 
volkomen  verlamming  van  het  zenuwgelte!  zich  noch 
niet  geopenbaard  had. 

5.)  Zoodra  de  buitengewoone  hitte  der  huid  vermin- 
der- 

( ’* j Mijne  Spreekkamer  In  liet  charité-zieVenhnd , is 
jaist  ond  ■ die  vertrekken  gelegen  , waarin  zich  de  typhus 
lijders  bevinden.  Hoe  dikwerf’  heb  ik  niet  in  mijn  ver- 
trek, boven  mijn  boofd  dit  Ichreeuwen , der,  zoo  plofc- 
feling  uit  hunne  typk  u$  - bt  tlwelni  ng  , dooi  dit  heerlijk 
middel  ontwaakte  lijders  , gehooid , en  hoe  menigwerf  mij 
daaïovev  verheugd  ■ want  nu  vatte  ik  de  Strelende  hoop  op, 
ter  gelukkige  heritelling. 


cler Je,  Je  tol  hiertoe  drooge  IiuiJ  vochtiger,  de  tot 
hiertoe  buitengewoon  lieete  huid  matig  warm,  de  tot 
hiertoe  bedwelmde  en  ongevoelige  lijder  gevoeliger, 
het  gevoel  der  koude  lastiger  werd , en  aan  de  ande- 
re zijde,  de  zwaarte  en  bedwelming  van  liet  hoofd, 
de  uitdrukking  der  oogen  en  van  het  aangezigt , (eeii 
kenieeken  van  het  uiterst  gewigt)  de  voortdurende, 
hoewel  geringe,  ijling,  het  aanhouden  der  hersfen- 
ziekle  kenlchetfte,  dan  oordeelde  men  het  doelmatig- 
fte,  den  lijder  in  een  laauw  bad  te  plaatfèn , en  het 
hoofd  vi  et  ijskoud  water  te  bef  iet  en. 

6.)  Allen  typhus  lijders  werd  liet  hoofd,  voorname- 
lijk deszelfs iroorfte  gedeelte,  met  een  liuk  linnen,  vier 
of  zes  dik  toegevouwen  en  in  ijskoud  water  gedoopt , 
bedekt,  en,  zoodra  de  koude  verdwenen  was,  weder 
met  een  ander  kouder  fink  verwisfeld.  Deze  ijskoude 
fiovingen  werden,  met  weinige  tusfehenpozingen , alle 
kwartier  uurs , gedurende  den  geheelen  dag  en  de 
nacht,  vernieuwd.  JBij  koudere  dagen,  wanneer  men 
J'neeuw  en  ijs  koude  bekomen,  bediende  men  zicli  daar- 
van , tiisfchen  doeken  gelegd,  en  bedekte  daarmede  het 
hoofd  van  den  lijder.  Deze  plaatfelijke  aanwending 
der  koude,  deed  het  gevoel  van  zwaarte,  bedwelming 
en  buitengewoone  liille  iu  liet  hoofd,  verminderen, 
waarover  de  zieken  het  meest  klaagden,  zoodra  zij 
meer  bewustheid  verkregen  hadden  Allen  wcnschteu 
gretig  het  voortdurend  gebruik  van  dit  middel;  allen 
roemden  zeer  de  uitwerking  daarvan.  Bij  onderfchei- 
dene  gelegenheden  befpeurde  ik,  dat  de  ijling  dade- 
lijk verminderde,  wanneer  men  zich  van  deze  kou* 
de  Hovingen  , welke  te  voren  nog  niet  gebezigd  wa- 
ren , bediende. 

7.)  Bij  alle  zieken,  welke  eene  lieete  en  droo- 
ge huid  hadden,  zij  mogten  met  petechiae , roode 

vlet. 


1 1 


vlekken , bezet  zijn  of  niet , liet  ik  tie  hectfle  plaatfen 
der  huid  , meermalen  daags  , zei ls  gedurende  den 
nacht,  bij  eenc  drooge  hitte,  onrust  en  ilapeloosheid , 
zo  dikwerf  het  doenlijk  was,  met  ijskoud  water  was- 
iehen.  Hetzelve  verkoelde  de  lijders  en  bezorgde  hun 
kalmte,  zuiverde  de  huid,  verminderde  waarfchijnlijk 
de  ontwikkeling  der  fmetfloffe,  wekte  dezelve  uit  hun- 
ne üuimering  op,  en  veroorzaakte  een  inwendig  aan- 
genaam gevoel,  hetwelk  fommigen  hoog  prezen. 

8)  Bij  eene  aanhoudende  hevige  aandoening  van  het 
hoofd,  altoos  durende  bedwelming,  afvvisfeieiïde  llaap- 
zucht,  ijling,  oog-ontllekihg  en  hevige  vaatkoorts, 
befpeurden  wij  niet  zelden  eene  aanmerkelijke  neus - 
bloeding  , en  naardien  dit  verfchijnfel  in  de  regel 
eene  heilzame  uitwerking  kenmerkte,  dat  is  de  zeg- 
gen : als  kritisch  koude  worden  befchouwd , zoo  maak- 
ten  wij  te  minder  zwarigheid  , deze  ontlasting 
door  het  aanleggen  van  bloedzuigers , zoowel  aan  liet 
voorhoofd,  als  aan  de  11  apen , gedeeltelijk  te  vergoe- 
den en  gedeeltelijk  trapsgewijze  te  vermeerderen.  Dit 
middel  deed  uitnemende  werking,  voornamelijk  bij 
jong«  voorwerpen,  die  in  den  bloei  van  hun  leven  en 
wel  doorvoed  waren , en  die  in  eenen  Haat  van  Vol- 
bloedigheid door  de  Zenuwkoorts  waren  aangetast.  Bij 
velen  wierd  de  aanlegging  tot  twee  en  drie  reizen  her- 
haald , en  de  opvolgende  bloeding  gedurende  eenigen 
tijd  onderhouden  ; zoo  dat  men  bij  velen  3o  tot  40 
bloedzuigers  achter  elkander  had  aangelegd  , voor 

m 

dat  men  eene  wezenlijke  vermindering  der  aandoe- 
ning der  kerfenen  zag  plaats  grijpen.  Sommige  ty~ 
^j/ms-lijders  werden  gered  , nadat  men  deze  plaat- 
felijke  bloedontlastende  middelen  met  de  koude  llort- 
baden  had  gebezigd.  Het  getal  van  die  geilen  , 
bij  welken  dit  middel  ongenoegzaam  was,  de  genezin* 

13 


over 


over  het  algemeen  niet  te  laat  begonnen  zijnde,  was 
in  vergelijking  met  die  genen , welke lierilelden  , zeer  ge- 
nng. 

9 ) Vele  ervaren  Geneesbeeren  hebben  in  liet  begin 
der  Zenuwkoorts  bij  jonge,  in  den  bloei  van  hun  leven 
zijnde,  geitellen  algemeene  aderlatingen  , met  #en  uit- 
llekend  nut,  gebezigd.  Veelligt  was  het  overbodig  bij 
de  nitbarfting  van  deze  Epidemie , om  die  reden  van 
dit  middel  bij  mijne  lijders  geen  gebruik  te  maken, 
omdat  de  meeste  lijders  reeds  5 , 6 , eh  fomtijds  8 
dagen  door  de  ziekte  waren  aangetast  geweest,  eer 
dezelve  onder  mijne  behandeling  kwamen;  dat  intus- 
fchen  in  beimettelijke  Zen uwkoortfen,  voornamelijk  in 
volbloedige  geitellen , ( Jlheniflrtem  habitus)  , dit  veel- 
vermogend middel  in  liet  begin  der  ziekte  aangewezen 
zij , en  als  dan  ecnen  weldadigen  invloed  hebben  kan ; 
wil  ik  niet  alleen  in  geeiien  twij fiel  trekken , maar  bou- 
de mij  daar  van,  uit  eigene  ondervinding,  ten  vollen 
overtuigd. 

Ik  voege  liier  bij  , dat  ik  in  de  laatfie  maanden  van 
het  jaar  i8i3,  en  in  de  eerde  van  dit  jaar  1814,  mij 
van  de  algemeene  bloedontlastingen  met  een  ïutite- 
kend  nut  dikwerf  bediende;  waai*  van  ik  hier  na  nog 
nader  zal  bandelen. 

10.)  Wanneer  door  deze  behandeling  de  verfekijnfe- 
len,  welke  liet  aanwezen  eener  lievige  aandoening  der 
lierfeuen  kenmerkten , verdwenen  waren , en  de  lijder 
de  uitwerking  der  begietingen  met  koud  water  leven- 
diger gevoelde,  over  de  koude  daar  van  klaagde,  en 
zijne  bewustheid  herkreeg,  flapte  men  van  dit  middel 
af,  en  gebruikte  verder  de  lauwe  baden  , begin- 
nende tweemaal  , en  eindelijk  eenmaal  daags , zoo- 
dra  de  lijder  liet  tijdftip  der  vermindering  zijner  ziek- 
te volkomen  bad  bereikt.  Dit  middel  verkwikte  en 

wek- 


39 


wekte  in  hem  het  leven  meer  en  meer  op;  en  reinig- 
den hem  van  onzuiverheden,  welke  zoo  dikwerf  der 
fmethoife  tot  geleiders  verllrekken ; hij  gevoelde  zich 
na  derzelver  gebruik , niet  alleen  veel  llerker  en  meer 
opgeruimd,  maar  ook  werd  het  doorleggen , hetwelk 
anders  zoo  ligt  aanleiding  tot  koud  vuur  geeft,  en  zoo 
menigwerf  het  leven  op  nieuw  in  gevaar  brengt , daar 
door  voorgekomen,  ik  ken  geen  middel , hetwelk  de- 
ze gevaarlijke,  zoo  dikwerf  nog  doodelijke,  naziekte 
der  Zenuwkoorts  beLer  zoude  kunnen  verhoeden,  dan 
het.  veelvuldig  gebruik  der  baden.  Gedurende  de  her- 
ftelling  liet  ik,  nu  en  dan,  de  warme  baden  herhalen, 
om  de  huid  van  die  onzuiverheden , welke  door  de 
vermeerdering  der  huiduitwaasfemingen , en  bij  het 
plaatsgrijpen  der  zoo  menigvuldige  affchildering  der 
opperhuid,  zoo  ligt  geboren  worden,  te  beter  te  doen 
reinigen,  naardien  de  berfl ellende  lijders,  zoo  als  wij 
weten,  even  gemakkelijk,  als  dc  zieken  in  het  hoog- 
lle  tijdperk  va»,  den  lyphus , de  befmetting  voort- 
planten. 

ii.)  Alle  de  zieken  moesten  dikwerf  koud  drinken 
nuttigen , de  meesten  dronken  gaarn  en  veel.  Aan  dit 
verlangen  werd  ook  voldaan.  De  meeste  verkozen  het 
lielst  eer  ligt,  wel  gegist  wit  kier;  hetwelk  zij  gedu- 
rende 24  uren  in  tamelijke  hoeveelheden  dronken.  Die 
genen  welke  aan  het  koud  bronwater , als  gewonen  drank 
de  voorkeur  gaven,  kregen  het  ook.  Vele  waren  zoo 
hevig  ziek,  dat  zij  bij  eene  drooge  tong  en  drooge  lip- 
pen, geen  drinken  begeerden;  en  echter,  wanneer  men 
het  hun  aanbood , hetzelve  gretig  inzwolgen , zoo  lang 
zij  nog  liet  vermogen  hadden  om  te  flikken.  De  lij- 
ders werden  door  het  nuttigen  van  koude  dranken, 
kennelijk  verkwikt ; en  liet  ik  daarom  dezelve  dikwijls 
toedienen,  offehoon  men  dezelve  niet  begeerde. 

ß 2 


1’.)  Een  voornaam  middel  ter  geneezing,  was  de 
zuivere  en  koude  lucht , welke  altoos  de  zieken  om- 
ringde. Men  verkoos  de  meest  heldere  en  liooge  ver- 
trekken, ter  ligging  van  deze  lijders;  de  kagchels  wer- 
den niet  gedookt , hoezeer  de  Rcaumurfche  Thermo- 
meter, gedurende  de  maand  Februarij  onderfcheidene 
reizen  3,  4,  tot  5 graden  onder  o teekende,  de  mees- 
te venders  liet  men  dagen  nacht  openltaan. 

j Deze  zuivering  der  Lucht  werkte  kennelijk  mede  tot 
herlielling  der  lijders; onderfcheidene  zieken,  wier  on- 
gefteldheid  reeds  eene  aanmerkelijke  vordering  had 
gemaakt , gevoelden  eene  fpoedige  en  heilzame  veran- 
dering, werden  verkwikt,  en  gevoelden  als  liet  ware 
een  nieuw  leven , na  dat  zij  zich  eenige  reizen  gebaad, 
en  gedurende  eenige  dagen  in  deze  zuivere  lucht  had- 
den vertoefd. 

Geen  middel  is  zoo  vermogend,  om  de  ontwikkeling 
der  fmetfiojfe  en  hare  verspreiding  te  verhoeden , 
als  deze  zuivering  van  den  dampkring  der  vertrekken  , 
door  het  behendig  opcnzelten  der  venliers , naar  dien 
de  tot  dit  einde  aangeprezene  middelen,  b.  v Venti- 
lators, welke  de  zuivere  lucht  naar  evenredigheid  dat 
dezelve  ten  gebruike  vcreischt  ward,  in  eene  te  gelin- 
ge hoeveelheid  aanvoeren  , de  fcheikundige  reinigin- 
gen, en  de  uitgegloeide  houtskoolen  aan  dit  gewigti- 
ae  oogmerk  niet  zoo  voldoende  beantwoorden.  Het  is 
mij  toegefchenen , als  of  de  tocht  zelve  voor  fommi- 
ae  nattig  ware  ; en  indien  ik  de  keuze  had  of  ik  de 
bedden  der  typhus-hjdtrs  in  een  naauw  vertrek,  waar 
in  de  toegang  der  lacht  en  van  het  licht  onvrij  was, 
of  onder  den  blooten  hemel  wilde  doen  plaatfen;  dan 
zoude  ik  voorzeker  aan  het  laaide  de  voorkeur  geven; 
door  dien  de  finet  doffe  ' Mephitis ) , welke  de  Zenuw- 
koorts doet  geboren  worden  , het  kwaad  , hetwelk 


men 


men  zoekt  ten  onder  ie  brengen , Iiooger  doet  klirh- 
men , en  eenen  ieder , die  aan  eenen  verderen  omgang 
met  deze  lijders  is  blooigelicld , noodeloos  in  gevaar 
brengt. 

i3.)  De  typhus-\i]d&Ys  werden  alle  luchtig  en  dun 
gedekt.  — Hunne  bedden  bellenden  uit  zuivere  tiroo- 
matrasfen , liet  hoofdkusfen  was  met  hooi , kort  ftroo 
of  fnijdfel  gedopt.  -Bij  het  vertrek  der  zieken,  wer- 
den, zoo  dra  men  den  befmettolijken  aard  der  koorts 
ontdekte  , beiden  aan  de  vlammen  opgeofferd,  en 
de  overtrekfels  en  zakken  in  eene  fcherpe  loog  zoo 
wel  uitgekookt. , als  ook  de  kribben  behoorlijk  gerei- 
nigd. Met  is  zeer  nadeelig,  eenen  typhus- lijder  met 
welgevulde  veere  bedden  te  dekken;  en , men  moest 
zich  in  deze  ziekten  nimmer  van  zulke  bedden  bedie- 
nen. Het  is  nuttig , en  verdient  aanprijzing  den  lijder 
dikwerf  in  een  nieuw  zuiver  bed  te  leggen ; hetwelk 
het  gemakkelijkst  dadelijk  na  het  baden  , word  be- 
werkllelligt. 

14)  Zoodra  de  hevigheid  der  koorts  vermindert," 
het  tijdftip  der  vermindering  (fladium  decrementi ) 
volkomen  daar  was,  liet  ik  de  lijders  in  andere  ver- 
trekken brengen,  en  ze  eindelijk,  de  koorts  geheel 
geweken  zijnde,  in  bijzondere  vertrekken  plaatfen 
alwaar  de  herftellende  (Reconvalescenten)  , zich  ophiel- 
den. Thans  werd  het  gebruik  der  koude  middelen  ter 
zijde  geheld,  om  dat  de  zieken  , de  natuurlijke  prikkel- 
baarheid en  gevoeligheid  der  huid,  hadden  terug  ge- 
kregen, en  de  herftellende  lijders  ligteïijk  eene  ver- 
koudheid zouden  hebben  kunnen  bekomen. 

i5.)  Over  liet  algemeen  werden  aan  onze  typhusA ij~ 
deren,  geheel  geene  Geneesmiddelen  toegediend;  het 
baden , het  wasfclien , de  koude  begietingen , de  zui- 

B 3 • ye* 


22 


V«re  lucht , de  bloedzuigers , het  koud  drinken , en  in 
lommige  gevallen  eene  aderlating , beloonden  zich  m 
den  regel  zoo  vermogend  , dat  wij  gene  wezenlijke 
Artfeney-m iddelen  benodigd  waren.  Sommigen,  welke 
op  gunstige  tusfchentijden  dringend  naar  zulke  mid- 
delën  verlangden , kregen  doorgaans  onl’cli adelijke  mid- 
delen , b.  v.  verdund  zwavelzuur  , fen keiwater , ver- 
zuurd zoutzuur,  behoorlijk  aangelengd,  bij  overmatige 
ontlastingen , flijm-  en  fpecerftij aehlige  middelen  enz. 
Uit  het  verhaal  der  geleiders,  die  vele  belangrijke 
typhus-Wj&cxs  uit  de  ftad  herwaards  vervoerden , is 
ons  gebleken , dat  het  gebruik  van  lierk  prikkelende 
Artfeneyen , welke  men  aan  dezelve  reeds  te  voren 
had  toegedjend , zoo  als  wij  ten  decle  uit  de  mede- 
gebrachte  voorfchrif’ten  ontwaarden  , b.  v.  valeriana  ; 
virglnifche  llangenworlel  , kamfer , muskus , art  her , 
wijn,  enz.  meer  na  dan  voordeel  luidden  veroor- 
zaakt; en  velen  van  deze  lijders  leden  kennelijk  meer 
dan  andere,  die  aan  zich  zelven  waren  overgelaten. 
Jk  wilde  uit  deze  daadzaken  geene  algemeene  gevolgen 
alleiden , offehoon  het  buiten  twijfel  is , dat  de  we- 
zenlijke befmettende  typhus , zoodanige  (lerk  prikkelen- 
de middelen  doorgaans  niet  verdraagt.  De  waarne- 
mingen van  onderfclicidene  praktische  Geneesheeren 
dezer  Had,  Hemmen  liier  mede  volkomen  overeen.  In 
alle  gevallen  verdiende  het  opmerking,  dal  wij  bij 
de  aanwending  der  reeds  aangeprezene  geneeswijze, 
in  meer  dan  honderd  gevallen  van  den  wezenlijken 
typhus  , zonder  deze  hulpmiddelen , ons  oogmerk  zeker 
bereikten. 

Dikwerf  heb  ik  mij  in  het  begin  der  ziekte  van 
braakmiddelen  bediend , voornamelijk  bij  zoodanigeu , 
die  door  de  fmetftoile  _ hoogs twaarfchijnlijk  waren 


aan- 


23 


aangetast  ; en  bij  welken  eene  wezenlijke  befmetting 
had  plaats  gegrepen.  Met  leedwezen  moet  ik  er 
bij  voegen,  dat  in  dusdanige  gevallen  de  zoo  gewoone 
geneeswijze  haar  doel  geheel  miste;  want  offchoon  de 
braakmiddelen  in  vele  gevallen  vroegtijdig  werden 
toegedieud , zoo  werd  nochthans  de  typhus  koorts  ge- 
vormd, nam  nu  zijnen  gewoonen  loop,  werd  zeer 
gevaarlijk,  en  in  fommigen  gevallen  doodelijk. 

Wie  eens  met  deze  kwaadaardige  Hof  volkomen  bs- 
fmet  was,  bleef  het  ook;  het  braakmiddel  was  niet 
in  Itaat,  om  de  verdere  uitwerking  dezer  befmetting 
in  haren  loop  te  ftuiten.  De  braakmiddelen  in  den 
loop  der  ziekte  toegediend,  deden  even  min  iets  be- 
flisfend ; ja  derzelver  uitwerking  in  fonnnige  gevallen  on- 
gunstig, door  dien  zij  veelvuldige  ontlastingen  ver- 
oorzaakten, offchoon  men  zich  van  den  braakwortel 
zonder  eenige  bijvoeging  van  den  braakwijnlieen , daar 
bij  had  bediend. 

16.)  In  zamengeftelde  Zenuwkoortfen , b.  v.  vermen- 
gingen met  lievige  zinkingachtige  toevallen , met  long- 
ontltekingen , met  brakingen , welke  men  dikwerf  be- 
fpeurde,  met  ontlastingen,  hevige  pijnen  door  de  le- 
dematen, welke  men  in  liet  tijdperk  der  vermindering 
ontdekte , met  gezwellen  der  oorklieren , als  pogingen 
tot  ftofverplaatling , (jnetasbatifche  procesfcn')  ; onder 
welke  toevallen , doorgaans  de  hevige  aandoening  der 
herfenen  ophielden ; maakte  men  onder  het  aanhoudend 
gebruik  der  warme  baden , van  onderfcheidene  zoo  wel } 
in  als  uitwendige  Artfeny  middelen  gebruik,  voornam 
melijk  van  het  kolenzuur  gas  , van  de  ^/rmfu-bloemen , 
de  opium,  (de  iinctura  opii  fimpL  alle  3-4  uren  van 
8,  lo,  12  druppels  toegediend),  hetwelk  in  vele  ge- 
vallen van  lievige  brakingen , bevingen  en  trekkingen 
yan  het  gehcele  ligchaam , de  uitmundile  diensten  be- 
ll 4 wees, 


wees , en  bediende  men  zich  van  warme  lloovingen 
van  azijn;  fom wijlen  ran  vluggen  zwavelgeest , Aeth . 
fulph.  a/coh.  van  den  zwavelaether  , Aether  fulphurl - 
cm  , en  van  de  IWixtura  o le  ofo-b  al  fa  mi  ca  , met  Ilijm- 
acfatige  bijvoegfelen  , mostaardpappen , fpaanlchevlicg- 
pleisters  en  Jdisfleeren  , naar  de  verfcliil lende  om- 
llandigheid. 

ij.)  Üone  dusgenoemde  opvolgende  verßerkende 
geneeswijze , was  ik  in  den  regel  onnoodig.  Zuiver- 
Jijkbeid  , ver J ehe  lucht  , rust,  verkwikkende  drank, 
droegen  veel  daar  toe  bij  om  het  tijdperk  der  ver- 
mindering Ie  verkorten,  en  de  berltelling  te  bevorde- 
ren. Over  het  algemeen  keerde  ‘de  vorige  eetlust  bij 
de  herltelde  lijders  fpoedig  terug;  men  moest  echter 
met.  de  grootlie  omzigtigtigheid  aan  denzclveu  vol- 
doen Do  vaatkoorts  geheel  opgehouden  zijnde  , be- 
fpeurde  men  weldra  eenen  verkwikkenden  Raap.  Jieü 
is  bekend  , dat  elke  hevige  koorts  eene  vermoeid- 
heid  achterlaat,  welke  gemeenlijk  te  langer  van  duur 
is  , naar  mate  de  koorts  zelve  lang  gedunrt  heeft.  Zoo- 
dra  de  eetlust  terugkeerde,  verdween  dit  verfchijn- 
fel  al  ras  , hetwelk  door  Arfeney-m\&<\e\cn  zeer  moei- 
jelijkof  in  het  geheel  niet  te  bedwingen  was  De  meeste 
lijders  herllelden  fpoedig;  on  ontwaarden  het  ruime 
gevoel  van  hot  nieuwe  leven  te  inniger  , naar  mate  zij 
aan  hunne  berltelling  hadden  gewanhoopt. 

18.)  llerRelde  lijders,  die  met  geweld  le  vroeg 
het  ziekenhuis  wilden  verlaten,  geest  en  ligchaams- 
vermogens  le  vroeg  infpanden  , of  bij  eenen  toene- 
menden eetlust  te  veel  en  te  zwaar  voedfel  b.  v. 
brood  , nuttigden  , of  zich  aan  de  koude  Jucht 
btootftelden  , Horten  in  , en  waren  niet  zelden 
aan  nieuwe  gevaren  ten  prooi  gegeven.  Jn  de  mees- 
te omftandiglieden  waren  de  middelen  , welke  zich 

te 


20 


le  voren  als  zeer  werkzaam  betoond  hadden  , ook 
thans  voldoende.  IN  iets  is  van  meer  aanbelang,  als 
de  zieken  en  lierflelde  zwakke  lijders  tegen  deze 
invloeden  te  beveiligen.  Zoo  lang  de  lijder  zich 
noch  vermoeid  gevoeld,  do  polsflagen  'te  veelvul- 
dig, het  gevoel  van  duizeling,  oorfuizingen  en  hard- 
hoorendheid  nog  niet  geheel  geweken  zijn;  kunnen 
in  flor  fingen  liglelijk  plaats  hebben;  en  het  lijdt  ook 
geen  t:  wijffel  of  de  vernieuwde  aanvallen  der  reeds 
lierflelde  ziekte,  kunnen  bij  herfielde  lijders,  wiei' op- 
per] mi  d nog  niet  is  afgefcliilverd , en  wier  huid  zeer 
gevoelig  en  tot  het  vatten  van  koude  geneigd  is , het 
gemakkelijklle  plaats  grijpen. 


Het  is  in  de  natuur  der  zaak  gelegen , dat  de  in- 
dividualiteit van  den  zieken  , de  graden  en  wijzigin- 
gen der  ziekte,  de  uitwendige  om  handigheden , waarin 
de  lijder  geplaatst  is,  ook  de  behandeling  van  deeze 
zenuwkoorts  moeten  wijzigen.  Deze  omftawdighe- 
den  verfcliillen  te  veel  , en  hebben  tevens  eenen 
gewigtigen  invloed  op  de  behandeling  dan  dat  men 
zoude  kunnen  gelooven , dat  deze  of  gene  geneeswij- 
ze onvooi’waardelijk,  op  alle  gevallen  toepasfelijk 
koude  zijn. 


Om  de  verfpreiding  der  ziekte  door  bejmeiting  ie  voor- 
komen , waren  de  volgende  maatregelen  voliirekt 
noodig.  De  verblijfplaats  der  typhuslyders  moest,  zoo- 
dra  men  overtuigd  was  van  den  befm ettelijken  aard 
der  zelve , van  liet  vertrek  der  overigen  zorgvuldig  wor- 

ß 5 den 


I 


— ■ 26 


den  afgezonderd ; dit  bewerkllelligde  men  door  de  af- 
(luitiiig  van  de  geheele , door  de  bijzonderheid  vander- 
Z el  ver  vertrekken  zich  aanprijzende,  tweede  verdie- 
ping van  het  ziekenhuis,  welke  tot  berging  van  ty- 
fhus -lijders  beliemd  was.  hij  de  ingangen  had  me« 
oppasfers  geplaatst  met  uitdrukkelijken  last,  om  nie- 
mand binnen  of  buiten  te  laateu , ten  zij  voorzien  vaii 
een  bewijs  van  toegang ; en  van  dit  bewijs  waren  alleen 
diegenen  voorzien , aan  wien  de  behandeling  en  op- 
pasling  der  befmettelijke  lijders  was  opgedragen. 

Door  dezen  maatregel  werd  de  gemeenfehappelijke 
omgang  dergenen,  welke  de  noodzaakelijkheid  niet 
derwaarts  riep,  met  de  zieken  ónmogelijk  gemaakt;  en 
even  zoo  den  toegang  aan  bezoekgevende  perloo- 
nen  uit  de  fiad  belet,  welke  anders  ligt  hadden  kun- 
nen worden  befmet , en  de  fmetllofie  met  zicli  der- 
waarts gevoerd.  3Siet  minder  werd  aan  de  andere  zij- 
de het  nadeelige  uitloope»  der  mei  de  zieken  verhee- 
rende oppasters  en  der  herllelden  Ie  keer  gegaan  die 
anders  gemakkelijk  door  hunne  klederen  de  fmetllol- 
fe  verder  hadden  kunnen  verfpreiden. 

De  ziekenkamers  zelve  werden  afgedeeld  : 

O 

1.)  In  zoodanige,  waar  men  de  nieuwe  , met  de 
Stad  afgezondene  typhus  -lijders  ontving  , onlkleede, 
baade  en  reinigde; 

u.)  in  zoodanige,  waar  de  gevaar  lij  klief  zieken  wer- 
den behandeld,  welke  hevig  ijlden  — door  hun  ge- 
it adig  fchreeu  wen  de  nabuurige  lijders  verontrusten , 
en  de  mee^t.  koude  luchtsgellcMheid  noodig  hadden. 

3.)  In  zoodanige,  waar  de  afgeftorveue  alleen  lagen, 
om  van  de  overige  dit  treurig  gezicht  te  verwijde- 
ren. 

4)  In  zoodanige,  waar  diegene,  welke  in  de  her- 
Itelling  het  meest  gevorderd  waren,  gebragt  werden. 

5.)  in 


27 


5.)  In  de  dus  genoemde  JReko  rivales  cent  k a mer  * . — 
Eindelijk  verdeelde  men  de  vertrekken  nog 

5.)  in  zoodanige , waar  men  die  lijders  plaatlte  Ij  ij 
welken  de  koorts  twijüelachtig,  mogelijk  goedaardig  en 
niet  beli  nette  lijk , en  alleen  verdacht  voorkwam  ; en 
eindelijk 

7.)  In  zoodanige,  waar  men  zulke  typhus- lijders 
tragt,  die,  vergezeld  vai  1 hevige  ontlastingen  en  koud 
Vuur  aan  de  ledematen , een  vcrfchijniel  liet  welk 'men 
helaas  in  de  laatlte  helft  van  het  jaar  181 3 zoo  me- 
nigwerf  zag  ontfLaan,  den  dampkring  bijzonder  veront- 
reinigden , en  zelfs  verpesteden. 

Aan  alle  typhus - lijders  werd,  bij  hunne  komst  in 
liet  ziekenhuijs  de  klederen  en  het  linnengoed  dat 
zij  medebragten , en  uit  hoofde  van  de  aanhangende 
fmetlloöe  verdacht  waren , dadelijk  ontnomen , en 
verfchooning  uitgedeeld.  Deze  klederen  werden  door 
bijzondere  daartoe  aangeftelde  perfoonen  in  een  af- 
zonderlijk vertrek  opgehangen,  en  gedurende  ver- 
fcheide  dagen  en  nachten  aan  de  zoutzuure  berookin- 
gen  blootgefleld  ; vervolgens  gelucht  en  met  kookend 
water  en  zwarte  zeep  uitgekookt,  en  de  klederen  van 
weinig  waarde , en  de  vodden  dadelijk  verbrand;  zoo 
dat  men  bij  het  vertrek  der  herfteldc  lijders  , aan  hen 
de  medegebragte  klederen  geheel  gereinigd  konde  terug 
geven. 

Bij  de  komst  in  het  ziekenhuis  reinigde  men  dade- 
lijk alle  zieken  in  een  bijzonder  vertrek,  in  eene  bad 
kuip  met  warm  water  en  zeep , waarbij  men  voorname- 
lijk op  de  reiniging  van  het  hoofd,  en  andere  met  haar 
Ijegroeicle  deelen  van  het  ligchaam,  aan  welke  liet 
zweet  en  andere  de  fmetlloffé  verfpreidende  onzui- 
verheden zich  vasthechten,  eene  bijzondere  aandacht 


vesi 


vestigde.  Dit  eerfie  zniveringsbed  veroorzaakte  bij 
de  meesten  eene  wezenlijke  verkwikking. 

Om  do  ontwikkeling  en  verfpreiding  der  ßne'ßo-JJe 
in  de  ziekenkamers  en  op  de  vloeren  Ie  verhoeden , 
werden  de  ven/Iers  der  vertrekken  en  gangen  aliijd 
opengehouden  om  daardoor  gefiadig  eenen  vrijen  toe- 
gang aan  de  buitenlucht  te  verleenen.  Door  het  vlij- 
tig openen  der  deuren , onderhield  men  ccne  tlerko 
tocht.  De  vloeren,  venfierbanken , kribben,  tafels, 
badkuipen,  nacht fi ooien  , de  deuren  der  vertrekken  en 
de  vloerdeelen  in  do  gangen  worden  bijna  dagelijks  ge- 
fchrobt  en  gel)oend.  De  hoofdknsfens  werden  van  de 
veeren  oniledigd , en  gedeeltelijk  met  hooij,  gedeelte- 
lijk met  kort  itroo  opgewild , hetwelk  telkens  bij  liet 
vertrek  der  lijders  verbrand  en  met  zuiver  hooij 
en  ftroo  verwisfeld  werd  ; even  eens  werd  het  ilroo 
waarmede  de  zakken , waarop  de  zieken  Jagen , op- 
gevuld waren , verbrand. 

Het  linnen  en  heddegoed  , benevens  de  dekens,  over- 
trekfels , en  klederen  der  iyphux-  lijders  zoowel,  als 
der  met  hun  verkorren  de  'oppasters  , werden  op  eeno 
afzonderlijke  plaats  bewaard,  van  bijzondere  wasch- 
vroiiwen,  zoo  lange  hot  kouJe  jaargetijde  liet  vcroor_ 
looide  mot  ijskoud  water  , liioeuwwater,  on  daarna 
met  heet  water  en  zwarte  zeep  f waarvan  hierna  bij- 
zondere voorfchriften  worden  aan  do  liaml  co^even  1 
gewasfehon  on  in  de  open  lucht  gedroogd.  De  afgod  or- 
venen  werden  daadeüjk  na  hun  overlijden  zoo  fpoedig 
mogelijk  in  het  lijkenhuis  gebragt,en  na  verloop  van 
uureti  op  ecue  afgezonderde  cn  opene  plaats  diep 
in  den  grond  begraven.  . , 

De  gevaarlijke  zieken,  die  voor  hun  aflt erven  de 
bediening  van  het  heilig  nachtmaal  begeerden,  bragt 


men 


ïn-en  in  ecu  luclitig  vertrek  alleen,  deels  om  deze 
plechtigheid  door  het  ijlen  van  anderen  niet  teftooren, 
deels  om  het  gevaar  van  belinettiug  voor  den  bedie- 
naar tc  verhoeden. 

üe  ziekenoppas Lers  , die  verpligt  zijn  altoos  in  de 
voor  hun  beliemde  vertrekken  te  blijven  j nuttigen  een 
beeter  en  meer  verkorkend  voedfel  dau  gewoonlijk , 
moeten  zich  dikwerf  door  baden  reinigen,  en  geduu- 
rende  eenigen  tijd  in  de  week  ha  dat  zij  zich  op  nieuw 
gereinigd  en  vertclioond  hebben , zich  uit  het  ziekenhuis 
verwijderen,  om  in  de  verfche  lucht  zich  te  verade- 
men •,  tevens  werd  hunne  jaarwedde  verhoogd  en  hunnen 
ijver  door  bijzondere gefchenken  en  aanbeveelingen  voor 
het  toekoo mende  aangevuurd.  Deze  en  foortgelijke 
middelen  van  welke  men  zich  ter  bei  Lr  ij  ding  .van  de 
beknotting  der  ifenuwkoortfen  bediend  had,  nebben 
die  voldoende  uitwerkingen  gehad , dat  over  het  geheel 
genoome  weinige  perfoonen  beknot  werden. 

Alle  de  vertrekken , zoowel  der  zieken  als  der  lier- 

Hellend^  lijders,  werden  dagelijks  tweemaal  met  ge  - 

ilooten  deuren  en  venflers , met  de  ovtrzuure  zoutzuure 

dampen  , welke  men  op  de  gewoone  wijze  met  bruin- 

\ * 

Heen , keukenzout  en  zwavelzuur  vervaardigd,  kerk  be- 
rookt. Latere  waarnemingen  hebben  mij  overtuigd  dat 
deze  veelvuldige  berookingen  met  overzuurd  zoutzuur 
voll  trekt  ovërLollig  waren ; wanneer  men  de  reeds  aan- 
geprezene  voorfchriften  ter  onderhouding  eener  mogo* 
Lijke  reiniging  der  huid  van  den  lijder  , der  hem 
omringende  voorwerpen  van  den  dampkring  met  ernst 
en  naauwkeurigheid  opvolgde  , en  liet  liooken  der 
kagchcls  achterwege  bleef.  Deze  middelen  verdienen  te 
meer  aanprijzing  in  vertrekken , in  welke  zoodanige 
lijders  huisvesten,  die  eeiie  meer  warme  luchtsgelield- 

Jicid 


Zo 


heid  verlangen , en  niet  te  min  de  goede  hoedanighe- 
den derzeïve  fpoedig  doen  bederven ; b.  v.  in  fterke 
veretteringen , veelvuldige  ontlastingen,  verft  ervin- 
gen , welke  de  befjneltelijke  Zenuwkoorts  voorgaan  of 
dezelve  opvolgen,  en  in  de  Militaire  Hospitalen  zoo 
menigwerf  gezien  worden. 

Naardien  de  Arts  , de  Heelmeesters  en  de  Ziekeva- 
der  verpligt  waren  dagelijks  eenige  uren  in  de  na- 
bijheid der  zieken  zich  optehouden,  en  dezelve  mee- 
nigmaalen  te  moeten  aanraaken,  zoo  bedienden  zij 
zich  geduurende  deze  bezoeken  van  bijzondere  man- 
tels uit  geglanst  linnen  vervaardigd,  welke  zij  over 
alle  hunne  kleedorcn  trokken,  en  met  deze  overtogen 
de  ziekenkamer  binnenbaden  , maai'  bij  hun  vertrek 
dezelve  ook  wederom  afdeden ; hunne  handen  en  ge- 
zicht met  koud  water  afwaschtcn,  den  mond  uitfpoel- 
den,  om  alsdan  weder  andere  zieken  te  kunnen  gaan 
bezoekep.  Naardien  wolle  kleedercn  de  typhus  - be~ 
fmetting  ongemeen  ligter  met  zich  voeren  , de  een 
gladde,  bijkans  luchdichle  geglansde  linnen  raant£I  ; van 
welken  men  zicli  na  elk  afgelegd  bezoek,  gemaklijk 
kan  ontdoen,  zoo  verdient  het  gebruik  daarvan  alle 
aanprijzing. 

Van  de  overige  Ilaatsverordeningen , welke  op  deze 
algemcene  bepalingen  noodzaakelijk  moesten  volgen, 
zullen  wij  in  ‘t  vervolg  een  meer  aaiieengefcliakeld 
verllag  geven. 


Li  ‘ de  lieele  ziekten  , met  liet  kenmerk  van  Sy-> 
nocha , in  onlßtJcingen  der  longen  en  borst  olie  zen  — 
der  hersfenen , der  darmen  en  in  echte  koortfen  der 
kraamvrouwen ; welke  de  toediening  der  ontftekingwe- 
rende  middelen  vermischten,  konden  men  in  het  begin 

van 


3i 


Van  het  jaar  i8i3,over  liet  algemeen , met  een  matig 
gebruik  derzelven  vollluan.  De  aderlatingen  behoefde 
men  niet  te  berhaalen,*  geringe  giften  van  de  zoutzure 
hwikoxydate  waren  voldoende,  om  de  beginfelen  van 
fpeekfeivloed  te  verwekken.  De  plaatfelijke  ontlle- 
hingen  welke  zich  met  ZenuwkoorÜën  vermengden; 
gedoogden  alleen  iu  het  begin  der  ziekte  algemeene 
aderlatingen ; en  met  meerdere  zekerheid  konde  men 
tot  bloedzuigers  zijne  toevlugt  nemen.  De  maand 
Februari j [ niet  minder  ook  de  maand  Maart  ] verdien- 
de in  dit  opzigt  aanmerking ; dat  gedurende  dien 
tijd , waarin  eene  menigte  menfehen , door  Zenuw- 
koortfen  waren  bezocht ; welke  gedeeltelijk  aan  den 
invloed  van  den  dampkring,  gedeeltelijk  aan  de  fmet- 
Holle  haaren  oorfprong  te  danken  hadden ; niet  zelden 
ware  ontllekingsziekten  Jporadisch , gezien  werden, 
zoo  dat  ik  moest  zorg  dragen,  altijd  afzonderlijke 
vertrekken  gereed  te  houden,  om  deze  goedaardige 
ontftekingkoortfige  lijders  van  typhus  - zieken  behoor- 
lijk aftezonderen  , welke  anders  ligt  door  ecu  on- 
doelmatig bijeenzijn  liee  kenmerk  der  Zenuwkoorts 
hadden  kannen  aannemen.  Veele  praktifche  Genees- 
hoeren  verzekerden  ons  dat  in  de  ftad  dik  werf  de  Croup 
werd  waargenomen,  welke  zoo  als  gewoonlijk  fomtijds 
genezen  werd,  en  fomwijlen  een  doodelijk  uiteinde  nam 
Betrekkelijk  die  lijders  welke  in  de  maand  Fe - 
bruarij  aan  Zenu wkoort fen  waren  gejlorvtn , tel  ik , 
in  de  eerfte  plaats , eenen  man  van  48  jaren , die  11a 
veele  jaren  aan  vallende  ziekte  gebikkeld  te  hebben, 
door  deze  ziekte  werd  aangetast  en  reeds  na  verloop 
van  weinige  dagen  zijn  leven  eindigde.  Bft  liet  on- 
derzoek vond  men  de  zelfltancligbeid  der  liersfenen  bui- 
tengewoon vast,  en  bijna  hard;  in  het  regie  halfrond 
[ hemisp/uiere  ] ontdekte  men  eene  geheel  eigenaardige 

des- 


I 


33 


de  sorg  am  falle , eene  foort  van  verzwering,  aan  wier 
omtrek  men  * onder!  cheidene  liarde  en  puntige  verhe- 
venheden befpeurde , welke  met  eene  i'oort  van  dun- 
nen etter  bedekt  waren.  Welligt  dat  gedurende  den 
typhus , dit  gedesorganiseerd  gedeelte  der  herfenen , 
welke  met  de  vallende  ziekte  in  een  ooiTpronkelijk 
verband  mögt  geftaan  hebben  , m verettering  was 
overgegaan. 

De  tweede  typhus  - lijder  was  een  krans ch man  , die 
reeds  door  eene  kwaadaardige  Zenuwkoorts  met  pe- 
techien  aangetast  zijnde,  na  verloop  van  24 uren  over- 
leed. Waarfchij ulijk  was  deze  lijder  de  eerlle,  die  met 
de  heßnettelrjke  Zenuwkoorts  behebt  was  , en  van 
welke  men  federt  dien  lijd  velen  in  het  ziekenhuis 
rree<T  • met  hem  werden  meer  andere  lijders  in  het 
huis  genomen,  welke  echter  voor  liet  meerder  gedeelte 
herlielden  ; hij  was  uit  Rusland  gekomen  en  naar 
alle  waarfchij n lijkheid  op  zijne  laatlle  reize  befmet , 
doordien  hij  met  vele  andere  zieken  had  omge- 
gaan. 

De  derde  lijder  werd  fier  ven  de  in  het  huis  gebragt 
en  overleed  ook  9 uren  na  zijne  komst. 

De  vierde  , een  behoeftige  daglooner  , die  als 
zieken  - oppasfer  in  het  franfclie  hospitaal  gediend 
had,  en.  naar  men  vermoede,  op  die  plaaLs  befmet  was 
geworden , overleed  reeds  24  uren  nadat  hij  in  het 
huis  was  gebragt. 

Keu  behoeftige  daglooner  van  46  jaren , van  wien 
men  hetzelfde  vermoedt , flierf  na  5o  uren  in  het 
huis  geweest  te  zijn. 


Met  het  begin  der  maand  Maart  1 8 1 3.  klom  het  ge- 
tal der  typhus  -lijders  aanmerkelijk.  De  meeste  kre- 
gen 


gfcri.  Jo  ziekte  door  befrnetting ; hadden  reeds  andcfe 
deze  ziekte  medegedeeld  , en  bevonden  zich  titans  zei- 
ven  in  groot  gevaar.  Behalveu  deze  looit  van  hè- 
Imettelijke  Zenuwkoorts , ontmoete  men  ook  niet  zel- 
den in  de  maanden  Maart,  April,  Mui  en  Junij , do 
meer  zachtaardige  en  hevige  onbefmettelijke  heete 
koortfen  , welke  die  geaardheid  hadden  , zoo  als  men 
bij  het  einde  van  den  winter  doorgaans  waarneemt. 

De  weersccheldheid  in  deze  maand  was  zeer  ver- 

O 

anderlijk;  van  den  8ften  tot  den  i6den  was  de  hand  van 
de  Baro-en  t hermometer  afwislelend  van  een  half  tot 
5 graden  onder  o:  tegen  het  einde  toekende  dezelve 
()°  tot  8 v boven  bet  vriespunt.  De  Barometerhand 
was  over  het  algemeen  boog,  en  klom  menig  werf  tot 
de  hoogte  van  29  duimen.  De  eerfte  dagen  der  maand 
was  de  luchtsgeheldheid  betrokken , guur , koud , ft  onm- 
achtig , vergezeld-  van  jagtlneeuw,  tegen  het  midden 
derzelve  helder  en  warm , zelfs  zoo  warm  als  in  de 
lente,  legen  het  einde  werd  liet  weder  betrokken  en 
regenachtig. 

De  lieerfcliemle  gel'  eldheid  ( Jconstitution ) was  vol- 
l’trekt  nerveus.  Mare  ontftekingen  ontwaarde  men 
zeldzaam , zoo  veei  te  meer  zenuwachtige  ( typhöfè ) 
naardien  dc  oorfpronkelijke  ziekten  , met  welke  deze 
zich  vermengden  , volurekt  Zenuw  koortfen  waren. 
Hiertoe  kan  men  brengen  de  out  eki  en  der  Longen 
van  de  Milt,  van  do  Maag,  der  lemen  en  Oorklieren, 
Oogontllekingen  en  de  hoos,  welke  men  veelviildiger 
•als  anders,  bij  waterzuchtigen  in  liet  laat fte  tijdperk 
der  ziekte  ontdekte. 

Het  aantal  der  lieete  ziekten  was  ter  plaatfe,  waar 
de  inwendige  ziekten  behandeld  werden  , zoodanig 
vermeerderd,  dat  bij  het  op  den  1 hen  Maait  aanwezig 
getal  van  228  nog  285  nieuwe  en  meestal  typhus  - lij— 

C Gern 


ckrg  bijgekomen  waren  , zoodat  bijgevolg  een  geheel  van 
5i3  lijders  aan  onze  behandeling  waren loe vertrouwd j 
van  welke  echter  in  deze  maand  noch  189  lijders  vol- 
komen herJleld  konden  worden  weggezonden.  Of- 
Ichoon  men  in  de  meeste  gevallen  niet  konde  ontken- 
nen dat  de  koorts  eenen  bepaalden  vorm  had  aange- 
nomen waren  echter  dc  graden  , de  vermengingen 
en  het  wozen  dezer  ziekte  zeer  ondevIY  l eiden. 

Bij  lommigen  befpeurde  men  in  den  beginne  eer.ige 
zinkingachtige  toevallen  , welke  echter  bij  cene  voikome- 
ne  ontwikkeling  en  klimmen  der  Zenuwkoorts,  ras 
geheel  verdwenen.  Somwijlen  bleet'  het  bij  minbe- 
denkelijke toevallen  eener  Zinkingkoorts  berusten,  de 
ziekte  bleef  een  goedaardig , en  nam  cene  ipoedige 
cn  gunüigc  fcheiding.  bijaldien  men  d.  :i  eigenaardigen 
gang  der  ziekte  rustig  had  verbeid 

Hiertoe  kan  men  fommigc  goedaar  lige  Zenuwkoort- 
fen  brengen , welke  bijzonder  jonge  voorwerpen  van 
beiderlei  kunne,  zoowel  in  deze  als  de ‘volgende  maan- 
den, niet  zelden  aantaste,  wier  ontwikkeling  men  van 
den  invloed  der  luchtsgefteldlieid  konde  alleiden. 
Kaard ien  ik  mij  Iteeds  beijverd  had;  in  deze  geval- 
len de  gelegenheid  - gevende  oorzaken  optefpooren  ; zoo 
hch  ik  ten  min fl en  dat  befind  kunnen  opmaken,  dat  in 
deze  omllandigheden  geene  be/metting  konde  plaats 
gehad  hebben,  hetgeen  ook  daardoor  nog  meer  waar- 
fchijnlijkheid  verkreeg,  dat  deze  koorts  zich  hier 
niet  verder  verlpreide,  hoezeer  de  veelvuldige  omgang 
der  zieken  mcl  de  oppasfers,  welke  van  de  helm  ette- 
lijke Zenuwkoorts  nog  niet  beril  eld  waren  , eene 
genoegzame  gelegenheid  daartoe  verfchafte.  Het  is 
nogtlians  mogelijk  , dat  de  middelen  ter  beflrijding 
van  de  befmelting  in  het  werk  gefield,  voornamelijk 
dc  koude  en  de  zindelijkheid , daartoe  hebben  bijge- 
dragen, Pee- 


Deze  gevallen  echter  waren  van  allen  de  minst  ge- 
Vaarlijkfte ; bij  deze  was  de  aandoening  dar  hersfe- 
?aen  (’)  het  minst  te  bcfpeurcn;  men  ontwaarde  hier 
dikwerf  alleen  eenige  teekenen  eener  ligt  voorbijgaande 
bedwelming,  zeldzaam  bemerkte  men  duidelijke  vlek- 
ken op  de  huid , nimmer  eenige  fpooren  van  toeval- 
len der  geelzucht , nooit  waare  ontftekingachlige  vet- 
fclnjnfelen  , welke  men  van  de  hers  lenen,  van  de  maag 
of  van  de  darmbuis  zoude  hebben  kunnen  afleiden, 
nimmer  bloedvloeiingen  of  zeer  bedenkelijke  toe\ allen. 

Oneindig  meer,  maar  ook  van  oneindig  meer  gewigt 
deed  zich  de  m>ci  hcj mettelijke  Zenuwkoorts  f voor. 
Bij  de  meeste  perfoiien , die  door  dezelve  waren  aan- 
getast , koude  men  de  ontwikkeling  der  ziekte  uit  den 
gedurige».  omgang  niet  typlius  ~ lijders  ai  lei  den  , diö 
uit  Rusland  , Pruisfen  en  Poolen  herwaards  ge- 
komen waj?en,  of  met  zoodanige  tyjphus  - lijders , dio 
destijds  in  het  alhier  gevestigd  grooie  franlche  Hospi- 
taal, later  in  de  Pruififche  en  Rusfifche  Hospitalen 
in  welke  eene  bèfmettelijhe  Hospitaal-  koorts  heersch- 
ie,  verkeerden.  Wij  kregen  hier  eeno  menigte  van 

be- 

Het  aanmerkelijke  lijden  der  hersfanen  ’t  welk 
zich  door  eene  aanmerkelijke  belediging  van  het.  gewaorwor- 
dingsvermogen  , zwaarte  in  het  hoold,  bewelming , or.ver- 
fchilligheid  of  eene  buitengewoone  opgeruimde  houding  ; 
spraakverwarring  , ongewoon  nitzigt  , en  de  overige  ge- 
Wooue  teekenen  doet  kennen  ; lionde  ik  voor  het  wezenlijk 
ziektekundig  kenmerk  ( pathognomif 'che  kritcrion  ) der 
waare  Zenuwkoorts  oi  Typhus;  zonder  welk  ik  mij  geen« 
Wezenlijke  Zenuwkoorts  — ecue  b rwaming  welke  door  zoo 
veele  gewijde  en  ongewijde  geueesheereu  vaak  misbruikt 
werd  — kan  vóórhellen. 

C a 


behoeftige  menfeken  , clic  door  deze  koorts  waren  aan- 
getast , die  of  in  eigen  peribon,  of  wier  huisvaders  of 
naaslbehaanden , of  buren,  in  de  genoemde  Hospita- 
len liet  werk  van  zieken  oppasfers , opzienders  of  wasch- 
vrouwen  waarnamen , en  aan  welke  nogtans  vergund 
was,  buiten  de  ziekenhuizen , in  hunneeigene  wooniii- 
gen  te  flapen,  of  zelf  het  vuile  linnen  der  typhus  - lij- 
ders te  mogen  wafchen.  Naardien  genoemde  zieken- 
huizen gedurende  oenen  geruinien  lijd  buitengewoon 
opgepropt  waren,  en  de  ('poedige  toeneming  van  meer 
nieuwe  zieken , het  gebruik  der  middelen  ter  verkoe- 
di lig  eener  Hospitaalbefmetting , van  welke  ik  nader 
zal  gewagen,  aan  zeer veele moeielijklieden  onderwierp, 
zoo  werd  deze  Mospitaalkoorts  kwaadaardiger  «n  meer 
algemeen.  Het  gevolg  hiervan  was,  dal  de  koorts  zich 
over  vele  inwoonders  der  .c1ad  verfpreide  ; en  liet  aan- 
tal zieken  in  het  Hospitaal  buitengewoon  deed  aan- 
groeijen;  wij  hadden  echter  de  noodige  voorzorgen 
gebruikt , om  het  kwaad  zoo  fpoedig  mogelijk  te  Hur- 
ten , en  de  verfpreiding  van  hier  te  voorkomen. 

De  waarnemingen  welke  deze  Zenuwkoorts-  epide- 
mie aan  de  hand  gaf,  Hemden  met  die  der  overige 
Hospitaal-  Geneesheeren  volkomen  overeen,  waaruit 
men  fchijnt  te  kunnen  bcHuiten  , dat  de  Iniehjileit  en 
het  ziekte  ontwikkelend  ( pathogene lij  'ehe  ')  geweld 
der  Hospitaalbefmettiiig,  en  dc  daaruit  voorl  vloeijen- 
de  fmet Holle  in  graden  aanmerkelijk  verfchilden,  en 
dat  deze  afhankelijk  waren , of  van  de  meer  of  minde- 
re waiibeHiering  der  ziekenhuizen  , der  veronacht- 
zaamde reiniging,  overlading,  of  van  andere  bijzon- 
derheden der  opgepropte  zieken,  in  de  maanden  Maart 
en  April  ontdekte  men  duidelijk , dat  die  zieken  , wel- 
ko  de  befnietting  uit  het  Iran  lelie  Hospitaal  hadden 
medegebragl,  over  liet  geheel  door  cenen  meer  lievi- 


- 3/  - 

gen  en  gevaarlijken  typhm  werden  aangetast,  als  die 
genen  welke  in  de  Ruajïjche  en  PriusJijche  hospitalen 
zich  bevonden,  aan  wier  pppasfing  men  wel  ligt  meer- 
dere zorg  koude  hefteden.  Bij  de  eerstgenoemden  was 
over  liet  geheel  de  aandoening  der  horstenen  van  meer 
belang,  zij  waren  meer  bedwelmd,  waren  vroeger  in 
oenen  liaat  van  verlamming,  en  de  gevaarlijkfle  ver- 
mengingen , welke  men  in  deeze  epidemie  beipenrde 
namelijk  geelzucht , worgend  gevoel  , braking  , beving 
wan  heb  gehesle  ligchaam , hordvuur  der  ledematen , 
en  een  fpoedige  onvoorziene  overgang  in  eene  doode- 
lijke uitputting  en  verlamming , werden  hij  deze  zie-^ 
ken  het  meest  waargenomen.  Bij  fommigen  dezer 
hoogstge vaarlijke  lijders  , die  in  eene  zoodanige  ge- 
lieldheid  in  het  ziekenhuis  kwamen  dat  zij  van  hun- 
nen vroegeren  toeft  and  geen  het  minfte  verllag  kon« 
den  geven , bleef  men  omtrent  het  begin  en  de  foort 
der  befmetting  in  het  onzekere  verkeren,  offehoon 
deze  eigenaardige,  min  gunltige  vorm  der  ziekte  ons  op 
de  finetftoflè  van  het  franfche  Hospitaal  opmerkzaam 
maakte.  Zoo  veel  te  belangrijker  was  het  voor  mij , in 
onderfcheidene  gevallen,  later  uit  den  mond  der  naast- 
beltaamlen  van  den  lijder  te  mogen  hooren , dat  of  de 
lijder  zelf  of  diegene  , door  wien  hij  was  bennet 
geworden,  zeer  waarfchijnlijk  uit  het  franfche  Hospi- 
taal dor  fmetHoETe  waren  deelachtig  geworden.  Berst 
nadat  verfcheideue  weken  waren  vei1:,  rkeu  , or.t dek- 
te men  deze  kwaadaardige  typ  hun  ook  bij  zoodanige 
indU’idus  , welke  in  de  rushfche  of  pruifilehe  Hospi- 
talen waren  befmet , en  eindelijk  kwam  het  tijdllip , 
waar  men  tusfehen  de  zieken  ( om  het  even  in  welk 
Hospitaal  zij  door  de  fmetlloffe  waren  aangedaan} 
geen  duidelijk  onderfchcid  meer  konde  befpeuien. 

C 3 


In- 


38  — 


Ingevolge  latere  waarnemingen , kan  ik  liier  nog 
bijvoegen , dat  de  verscheidenheid  der  woede  en  het 
gevaar  der  befmettelijke  Zenuwkoorts  , welke  niet 
minder  door  de  hevigheid  ( intenfiteit } der  fmetftofle , 
als  door  de  wijze  van  opneming  ( receptiviteit ) en  jden 
aanleg  van  den  bef) netten  lijder  word  bepaald,  zeer 
groot  is.  Waar  de  gelegenheden  ter  verontreiniging 
zich  liet  meest  voordoen , waar  zorgen , gebrek , hou  • 
gcr  en  treurige  gèmoedsgelleldheid  de  krachten  het 
Ipoedigst  ondermijnden , ten  tijde  van  krijgsgevan- 
geufehap,  ontdekt  men  de  befmettelijke  Zenuwkoort- 
len  het  kwaadaardigst  ; zoodat  dezelve  niet  zelden , 
even  als  de  oosteffche  pest,  den  3den , 4den  en  óden 
beünetten  lijder  doet  faeven.  Maar  mijn  oordeel,  zou- 
de men  ter  vermindering  dezer  kwaadaardigheid 
jiog  al  liet  een  of  ander  kunnen  bewerkftelligen  , en 
niet  minder  kunnen  zorgen , zoo  als  ik  nader  zal  op- 
geven , voor  liet  algeineenc  welzijn,  ter  voorkoming 
der  verfpreiding  van  de  befmettelijke  koorts , zoowel 
der  zieken  , of  der  van  deze  ziekte  herlleldcn  , en 
d«r  reeds  aangetaste  krijgsgevangenen. 

Met  betrekking  tot  den  overigen  vorm  der  ziekte , der- 
zolven  duurzaamheid,  hevigheid,  vermenging  en  de 
wijze  van  uitgang,  had  eene  groote  vcrfcheidenheid 
plaats,  De  onderfcheiden  aanleg  der  lijders  voor 
deze  ziekte  , hunne  voorafgegane  ziekelijkheid , ou- 
derdom, gelleldheid  ( conßilution ) en  de  veiTchil  len- 
de behandeling  in  liet  tijdperk  der  ccrftc  vorming  der 
ziekte  , moesten  hierop  eenen  belli sfendeii  invloed 
hebben. 

Sommige  lijders  waren  zeer  gevaarlijk  ziek,  zij  la- 
gen bedwelmd  , de  zwakheid  der  1 pieren  fclieen 
den  hoogften  trap  bereikt  te  hebben , de  koude  le- 
dematen , een  zwakke  pols  , een  ingevallen  wezen 

en 


en  een  beginnend  koud  vuur  op  onderfcheidenc  plaat- 
(en  van  liet  ligchaam  , lieten  niets  dan  een  doodelijk 
uiteinde  verwachten  , maar  fpoedig  kende  dit  toneel 
veranderen  , de  lijders  konden  zich  fpoedig  opbeuren , 
zooals  men  uit  hunne  houding,  hunne  wezenstrek- 
ken, hunnen  polsflag , huid  enz.  koude  beTpeui'en. 
Hier  hadden  dus  beflisfende  fcheidingen  (hrifen)  plaats 1 
noctans  zonder  aanmerkelijke  ontlastingen  en  zonder 
aan  bepaalde  dagen  der  ziekte  gebonden  te  zijn,  het- 
welk, zoo  als  bekend  is,  in  goedaardige  en  waare 
ontftekingkooitfen  niet  zelden  word  waargenomen. 
Somwijlen  on  tdekten  wij  fpoedigc  en  on  gun II i ge  wen 
dingen,  en  wol  op>  zoodanige  wijze,  als  men  dezelve 
bij  veiTpreide  ( fporadifche  ) en  niet  befmettelijke  ty- 
phi ts  niet  ligt  befpeurd.  De  koorts  liet  zich  wel  aan- 
zien , de  tong  en  de  lippen  vertoonden  eene  gelleldheid 
welke  van  den  natuurlijken  haat.  niet  veel  afweek;  de 
pols  was  met  betrekking  tot  desfelfs  herkte  en  fnellieid 
middelmatig,  twijffëlachtige  ontlastingen  hadden  geene 
plaats  , in  fommige  gevallen  alleen  befpeurd«  men 
een i ge  kenteekeueu  , namelijk  eene  buitengewoone  rust 
en  onverfchilligheid  des  lijders,  die  wclligt  kort  te 
voren  eene  meer  opgeruimde  houding  hadden  aange- 
nomen , en  de  hun  omringende,  voorwerpen  meer 
Haan wkeurig  hadden  gadegefkigen ; de  ziekte  koude  in 
die  geval  ion  zeer  fpoedig  eene  ongunflige  keer  nemen- 
de kleur  van  het  aangezicht  werd  bleek  en  geelachtig, 
aan  de  armen  en  beeuen  zag  men  blaauwe  vlekken , de 
lijder  itaaroogcle  onbewegelijk,  de  handen , voeten  en 
neus  werden  koud,  en  fpoedig  naderde  de  dood.  Er 
ilierven  lijders  , die  nog  weinige  uren  te  voren 
hoop  op  herllel  gegeven  hadden;  andere  hier  ven  plot— 
lëling,  bij  welken  men  , naar  alle  waarfchijnlijklieid 
konde  vaat.fi.  ellen,  dat  wclligt  na  verloop  van  eenige 

C 4 da- 


40 


dagen  eene  beflisfende  fcheiding  zoude  plaats  grijpen». 
Ziet  daar  de  kenteekenen  der  waare  kwaadaardigheid , 
bij  welke  de  graad  der  ziekte  zich  g williger  voor-» 
deed , als  wel  met  derzelver  aanmerkelijk  gevaar  was 
over  een  te  brengen,  eene  omilandigheid  welke,  naar 
het  oordeel  van  andere  genecsheeren , bij  de  waare 
oostcrfche  pest  zoo  dikwijls  plaats  had. 


Na  deze  algenieene  aanmerkingen , kan  ik  voegzaam 
overgaan  tot  de  overweging  der  bijzondere  eigendom-  's 
melïjkheden  pan  vorm  dor  belhieli  olijke  Zenuwkoorts  , 
zoo  als  dezelve  gedurende  do  Lente,  de  Zomer  en 
den  Herfst  van  het  jaar  i8i3  het  meest  gezien  werd. 

De  ijling  fcheen  bij  fommigen  een  altoosdurend 
verfchijnfel , het  welk  zich  in  cenen  gelijken  graad  deed 
kennen.  E>'  waren  lijders  , die  7 tol  9 dagen  on- 
afgebroken  dag  en  nacht  overluid  ijlden  ; bij  fommigen 
werd  dit  verfchijnlel  verwisfehl  met  oenen  diepe u llaap 
(fopor) , welke  nu  eens  langer  dan  een s korter  du- 
rende, door  eene  overluide  ijling  werd  afgebroken. 
Velen  ondervonden  meer  kalmte  na  het  gebruik  van 
Bloedzuigers,  Stortbaden  enz.  de  ijling  hield  op; 

2 : j hieldt  bij  velen,  gedurende  eenige  dagen,  aan, 
dc  ijling  keerde  terug,  en  duurde  tot  aan  liet  einde 
toe.  Bij  fommigen  befpeurde  men  de  hcvigiie  ra- 
zernij , zoo  dat  men  genoodzaakt  was , om  liet  fprin- 
gen  uit  de  bedden  en  wegloopen  le  beletten , de  zie- 
ken met  borstriemen  zoowel,  als  de  handen  en  voe- 
ten vast  te  binden;  bij  velen  was  de  tong  even  als 
de  lippen,  rood,  de  oogeu  vonkelende,  de  pols  fnel, 
vol  eu  hard,  en  befpeurde  men  de  kenteekenen  eener 
ware  cmthekingachtige  geheld  beid  ( fihenifche  dia- 


4i  — 


theßs)  niet  elkander  vereenigd.  Hiertoe  kan  men  die 
gevallen  brengen , waar  liet  typheufe  lijden  der  kers- 
lenen  toL  derzelver  ontlleking  opklimt.  AVij  kregen 
lijders  bij  ons  in  het  Ziekenhuis  , die  zeil’  genees- 
lieeren  in  de  Stad  voor  zinneloos  verklaarden  , of- 
Xchoon  het  beloop  der  ziekte,  de  wijze  harer  ontwik- 
keling, in  het  nauwe  verhand  met  eenen  koortsachti- 
gen  gang, het  aanwezen  der  Zenuwkoorts  buiten  twijf- 
fel  Relden.  Er  waren  nog  andere  typhus  -lijders,  bij 
welken  de  pols  weinig  van  zijnen  natuurlijken  haat  af- 
week , de  warmte  van  de  huid  naauwelijks  ^ ermeer- 
derde , men  verklaarde  dezelve  voor  zinneloos  , en  ech- 
ter bleek  liet  bij  nader  onderzoek , dat  er  eene  belinet- 
ting  bad  plaats  gehad,  wier  gevolgen  men  door  de  ge- 
woone  middelen  ter  beteugeling  van  den  typhus , deed 
verdwijnen.  I)c  meeste  loortgelijke  gevallen  herhelde 
men  doorgaans  zeer  gelukkig  door  aderlatingen , het 
veelvuldig  zetten  van  bloedzuigers  aan  het  hoofd, 
koude  begietingen , hort  en  druipbaden  ; in  zeer  wei- 
nige gevallen  mislukte  deze  geneeswijze,  en  nadat  het 
razen  onafgebroken  had  geduurd,  ontftond  er  eindelijk 
eene  volkomeuc  uitputting,  aanhoudende  beving  van 
het  gehele  ligchaam  , diepe  haap,  en  de  dood  door 
beroerte. 

Trekkingen , Bevingen,  liet  Pluizen  enz.  waren  ge- 
wone vcrfchijnfelen  der  befmcltelijke  Zenuwkoorts; 
deden  eene  fterké  aandoening  der  liersfenen  zoowel , 
als  van  heL  ruggemerg  vermoeden , en  waren  te  be- 
denkelijker,  naar  mate  zi j langer  aanhielden,  en  voor 
gene  middelen  weken,  voornamelijk  wanneer  de  lij- 
ders tevens  bedwelmd  waren  , door  gcene  middelen  kon- 
den worden  opgewekt , op  gedane  vragen  niet  ant- 
woorden, ja  zelf  de  gem  akkel  ij  khe  vragen  niet  ver  • 
honden.  Bij  lommigc  lijders,  hij  welke  deze  ver- 

C 5 Ichijn- 


fchijiifclen  tot  eene  bijzondere  aanmerkelijk'1  hoogte  ge- 
klommen waren , en  de  koorts  voor  de  vennogendfle 
middelen  niet  week,  belpeurde  ik  dat  de  toediening 
Van  hot  heulfup , met  ter  zijde  Helling  van  alle  ande- 
re artfenijen,  van  «ene  uitnmntende  werking  was; 
waarbij  ik  echter  deze  aanmerking  maken  moet,  dat 
men  zieh  van  andere  zoo  algemeene  middelen  b.  v 
Valeriaan , Arnihx  y Kamfer,  Act  her  , enz.  te  voren 
niet  had  bediend  , waardoor  hoogstwaarschijnlijk 
het  Heuljap  een  grooter  werkingsvermogen  ( Recep- 
tiviteit') moest  verkrijgen.  In  deze  omRandighcden 
diende  men  alle  3 tot  4 uren,  8,  10  tot  12  druppels 
van  de  Tinctura  O pil  Simplex  toe.  Na  verloop  van 
34  uren  werden  de  lijders  rustiger , kwamen  meer  tot 
zich  zelven,  en  waren  de  ftuipachtige  bewegingen  der 
ledematen  merkelijk  verminderd.  Dat  de  uitwerkingen 
van  dit  middel  in  deze  omftandig lieden  zoo  uitne- 
mend waren,  koude  men  ook  daaruit  alleiden ; dat 
Somwijlen  deze  ftuipachtige  gefteldheid,  nadat  het  Heul- 
Jap  ter  zijde  gelteld  was,  weder  terugkeerde  en  op 
nieuws  wederom  verdween , zoodra  men  niet  de  toe- 
diening daarvan  een  begin  maakte  cn  daarmede  aan- 
hield. 

Ik  hel)  Somwijlen  wederinftortingen  waargenomen, 
waarvan  men  de  oorzaken  niet  koude  ontdekken  , bij 
welke  dezelfde  ziektevorm,  zoo  als  men  de  e bij  liet 
begin  ontwaarde,  zich  ten  twedc  male,  in  gelijke  ge- 
daante, vertoonde,  maar  ook  ten  tweden  male,  voor- 
namelijk met  dit  middel  werd  overwonnen.  Ik  wil 
intusfehen  die  gevallen  niet  achterhouden,  in  welken 
deze  behandeling  ons  te  leur  Helde  In  een  van  dezo 
gevallen  werd  in  liet  Iaat  He  tijdperk  der  ziekte,  eene 
ontlleking  der  longen  geboren  , welke  men  echter 
meer  kojide  gisfen  , dan  met  zekerheid  bepalen. 

In 


ïfl  een  twee tle  geval  eindigde  de  ziekte  met  eene  onftfr* 
3dng  der  Oorklier  ( Parotitis ;)  waar  de  toevallen  der 
onLliek ing  eenen  aanmerkelijken  graad  hadden  bereikt. 
Geheel  onverwacht  had  er  eene  algemene  uitputting  der 
krachten  plaats , hot  gezwel  Ariel  te  zamen,  en  de  lij- 
deresfe  ftierf , hoezeer  men  kort  voor  haren  dood 
meer  hoop  tot  herüelling  koude  voeden , dan  te  voren- 
in een  derde  geval,  zijnde  een  jong,  en  voor  den 
aenval  van  deze  ziekte  , volkomen  gezond  man , die 
bij  gelegenheid  der  inlegering  van  een  fraulichen  fol- 
daat  , welke  te  voren  door  Zenuwkoorts  was  be- 
zocht, befmet  werd,  was  liet  uiteinde  ook  doodelijk. 
Aanhoudende'  ijlhoofdigheid , bevingen  en  trekkingen 
van  bet  gehele  ligchaam , waarbij  alle  fpieren  in  he~ 
weging  waren,  hadden  onafgebroken,  gedurende  i o 
dagen  geduurd , toen  eensklaps  de  linkerarm  opzwol 
en  hevig  ontftoken  werd.  De  ligte  roode  kleur  veran- 
derde plotleling  in  eene  donker  roode,  daarna  violette, 
blaauwe  en  eindelijk  zwarte  , waarop  binnen  24 
aren  de  geheele  arm  door  koud  vuur  aangedaan, 
en  door  den  dood  fpoedig  achtervolgd  werd.  Deze 
gevallen  leveren  ons  de  bewijzen  op , dat , wanneer 
men  de  bevingen  en  trekkingen  in  eenen  hoogen  graad 
en  altoos  durende  bei  peurde,  de  lijder  doorgaans  in 
groot  gevaar  was. 

Plaat felijke  ontfieklngen , voornamelijk  der  inwendi- 
ge deelen  met  welke  de  Zenuwkoorts  zich  zoo  dikwerf 
vermengd , ontdekten  wij  menigvuldig  bij  de  befmette- 
lijke Zenuwkoortfen  in  de  maanden  Maart  , sïpril  en 
volgende:  geen  bewerktuigd  deel  ( organ ) bleef  daar- 
van bevrijd,  zelfs  de  uitwendige  bekleedfelen , dc  daar- 
onder gelegene  groote  klieren  , de  ledematen  enz 
werden  niet  zelden  door  eene  ontfleking  aangetast. 

De 


De  onlllekingcn  der  inwendige  doelen  bieren  niet  zel- 
den verborgen,  of  deden  zich  eerst  i:i  lic!  la.:!  el  J- 
pèrk  der  ziekte  kennen  Somwijlen  ontdekte  men  de- 
zelve eerst  hij  de  lijkopeningen , v »ornanielijk  bij  de 
zoodanigen,  welke  kort  voor  hun  overlijden  in  het 
Ziekenhuis  werden  gcbragt.  De  longonl  ekingeii 
d<>  ontftekingen  der  mijt,  der  hcrsfenen  , der  maig, 
der  darmen  , der  oorklier  , van  lief.  oor  , van  den 
hals,  der  oogen , en  wijders  de  roesachtige  onl de- 
klagen, welke  vele  plaatfen  van  bet  lig  ••  t < u , b.  v 
de  neus,  de  elleboog,  de  vingers  en  voorna  '"el  ijk 
de  teenen  aanlasten , en  lomwijlen  l’poedig  in  kond 
vuur  overgingen,  wenden  het  meest  gezien. 

Wijders  liet  doorleggen  op  alle  oppervlakten  van 
het  ligchaam,  bijzonder  van  den  rug,  van  het  hei- 
ligbeen, der  heupen,  van  den  hals,  der  frhoudcreu eu 
knieën  , en  op  alle  plaatfen  welke  aan  eene  aanhou- 
dende drukking  waren  blootgefield.  Bij  fommigen  was 
deze  geneigdheid  tot  doorleggen  zoo  groot , dal , deze 
drukking  gedurende  eenige  uren  plaats  grijpende , bij 
eene  noodzakelijke  plaatsverandering  van  den  lijder, 
dadelijk  blaauwe  of  bruine  plekken  geboren  wier- 
den,  welke  in  korten  tijd  in  koud  vuur  o vergingen.' 
Onze  voorgelielde  geneeswijze,  bijzonder  de  aanhou- 
dende zorg  voor  de  zuiverheid  der  huid  van  den  lijder, 
der  zuiverheid  van  den  dampkring,  het  veelvuldig 
baden  , de  herhaalde  plaatsverandering  , waren  de 
beste  hulpmiddelen  om  het  doorleggen  te  verhoeden , 
zoodat  fominige  lijders  , zij  ïnoglen  nog  zoo  ziek 
zijn  , gedurende  den  tijd  van  ai  tot  28  dagen  op 
hunne  legerbede  lagen  , zonder  zich  doorteleggen. 
Zeer  bedenkelijk  eihtei  was  de  toefiand  dier  lijders, 
bij  welke  de  geueigbeid  tot  door  ie. • , a bijzonder  fterk 
was  en  bij  de  rninlle  drukking  bluauwe plekken  achter- 


«— *A 


45 


lieten.  Dove  lijders  Hiervon  meestal,  nogtans  hadden 
wij  uil.  een  aanmerkelijk  groot  aantal  zieken , maar 
twee  of  drie  lijders , bij  welken  zich  eerst  hier  die 
ho  k:/' vaarlijken  l aat  ontwikkelde,  nadat  men  alles 
ter  \ hoeding  van  dcnzelven  beproefd  had. 

V:-.  i w;- ■■(!;  o oui  liekin-en  maakten  de  ziekte  be- 

« ) Cl 

clcn'..-  ia",  voornujr.vhjk  indien  edele  delen  waren  aan- 
gclasL  v.  de  longen,  de  maag,  de  milt,  hetwelk 
cli'.  r plaats  had.  De  veelvuldige  herfgevallen 
welk  veroorzaaki  werden,  naardien  de  zieken  nadat 
zij  vee  ls  8,  :o  en  12  dagen  zonder  de  minlle  hulpbe- 
tooning  in  de  Rad  hadden  gelegen,  eerst  kort  voor 
hun  .•  . ar.'ddvi  her  waards  werden  vervoerd,  veiTch  al- 
ten ons  door  lijkopeningen  de  fchoonlie  gelegenheid 
om  over  de  vermengingen  der  ziekte  in  deze  gevallen 
eene  nadere  inzage  te  erlangen. 

Bijzonder  dikwerf  ontmoete  men  de  Longontfieling , 
wier  juiste  kennis  echter  moeijelijker  verkregen  werd, 
wanneer  zich  dezel  ve  niet  behoorlijk  ontwikkeld  had.  De 
aanmerkelijke  belediging  van  het  gew aarwordings,  vermo- 
gen Relde  den  lijder,  buiten  Haat , liet  plaatfelijk  gevoel 
iler  werktuigen  tot  de  ademhaling  gade  te  Haan.  Men  be- 
hoefde derhalve  geene  klachten  over  1 noeijelijke  adem- 
haling, beklemdheid , [tekende  pijnen  en  J marlen  enz- 
aftewachlen , ten  ware,  hetwelk  fomwijlen  het  geval 
was  , dat , bij  en  na  de  plaatshebbende  ontfteking  der 
longen,  zoo  als  door  mededeling,  de  Haat  jdcr  aan- 
doening van  de  hersfenen  eene  aanmerklijke  verminde- 
ring onderging.  Zoo  kwamen  die  geval ’en  hei  zeld- 
zaamst voor,  waarin  men  gedurende  vcrJcheidene  da- 
gen het  aanzijn  Ier  longoutAeking  met  zekerheid  kou- 
de ontdekken,  oflehoon  het  wezenlijk  lijden  der  hers- 
fenen ( JJi  najjck'.ion  ) hJvveik  de  Zenuwkoorts  ken- 
fchetfte,  in  eeneu  hevigeu  graad  voortduurde.  Ju  zeer 


Wei- 


wéinige  gevallen  kwam  er  plolfeling  longontfleking 
( Pneumonie ) bij ; dezelve  werd  wel  is  waar  Tpoedig 
gekend  , maar  niet  te  min  eindigde  zij  door  uitzwe- 
ting  en'  verlamming.  Minder  zeldzaam  waren  die  gé- 
vallen, waar  men  de  ontlieking,  na  liet  verdwijnen 
der  Zenuwkoorts  , in  bet  tijdperk  der  lierliell.ng , out 
nioete,  doch  tijdig  genoeg  kende,  naardien  zij  alle 
kenteekeneii  der  echtheid  droeg,  en  na  de  Ipoedige toe- 
diening van  ontü ekingwerende  middelen  al  ras  her- 
telde. 

Dc  vermengingen  met  de  onfieking  van  de  Mill  lia< - 
den  veelvuldig  plaats.  De  mi  Uil  reek  was  opgezeten 
pijnlijk:  de  drukking  der  hand  vermeerderde  het  pijn- 
lijk gevoel,  de  lijders  hadden  veelvuldige  brakingen , - 
grooten  dorst , ongemeene  hitte,  waren  zeer  onrustig 
en  angstvol,  en  de  zwelling  der  milüireek  nam  kenne-' 
lijk  toe.  Dit  zelfde  had  bij  fommigen  plaats  , die 
voor  den  aanval  der  Zenuwkoorts  zich  volkomen  wel- 
varende gevoelden,  en  gevolgelijk  aan  geenc  Hopende 
ongelteldheden  dor  milt  hadden  gezukkeld.  Deze  ge- 
vallen gingen  niet  zelden  vergezeld  door  neusbloedin- 
gen, zeldzaamer  door  bloedige  onl  lastingen  , blocdbia- 
kingen , afwisfelende  met  brakingen  van  eene  grasgroe- 
ne fiofïe  en  uitgebreide  pelechien.  De  lijkopeningen 
Helden  alle  onze  vermoedens  buiten  twijfel.  De 
milt  was  in  fommige  gevallen  aanmerkelijk  gezwol- 
len en  voos,  dikwerf  in  eene  breiachtige  Hoffe  ■\cian~ 
derd , fomwijleu  geheel  opengebarsten  , zoodat  eene 
aanmerkelijke  hoeveelheid  bloeds  in  de  buikholte  uit  ge- 
liert was. 

Bijzondere  opmerking  verdien  de,  in  dit  opzigt:,  de  ziekte 
van  eenen  40  jarigen  mannelijkeu  lijder',  bij  wien  men 
ui  1«^  kenmerken  van  eenen  Typhus  nerpojus  icleroaês 
befpeurde.  Gedurende  de  laatlie  48  uren  voor  zijnen 

dood 


dood  zwol  de  bovenbuik  aanmerkelijk  op,  daarbij  ging 
eene  aanhoudende  braking  eener  bruine  en  groen- 
achlige  lioflè  gepaard,  offchoon  de  lippen  en  de  tong 
zuiver  bleven.  Na  zijnen  dood  ontdekten  wij  de  in- 
wendige oppervlakte  der  maag  en  van  een  gedeelte  der 
dunne  darmen  door  eene  aanmerkelijke  on tfteking  aan- 
gedaan , de  milt  intusfclien  was  nog  meer  ontdoken , 
voor  liet  grootfte  gedeelte  in  eene  breiachtige  II  olie  ver- 
anderd,  opengebarsten , en  eene  aanzienlijke  hoeveel- 
heid bloeds  was  in  de  buikholte  uilgeliort  Gelijkfoor- 
tig  was  de  gelteldheid  van  den  onderbuik  eener  vrouw, 
welke,  na  eene  hevige  ijling  van  10  dageii , uit  haar 
bed  Sprong  en  zich  uit  het  venster  wierp.  Na 
verloop  van  eenige  dagen  Itierf  zij,  men  ontdekte 
geene  bijzondere  beledigingen  aan  haar  ligchaam,  en 
bij  de  ontleding  ontwaarde  men  eene  aanmerkelijke 
hoeveelheid  bloeds  in  de  buikholte,  welke  uil.  de  opge- 
zwollene,  als  het  ware  onlbondene,  en  waarfehij nlijk 
door  den  val  uit  liet  venlier  opeagebarstene  milt , was 
uilgeliort. 

liet  verdient  opmerking,  dat  bij  onderscheidene  ty~ 
phus- -lijders , bij  welken  de  graad  dor  ontlléking  van 
de  milt  reeds  tot  eene  aanmerkelijke  hoogte  was  ge- 
klommen , door  liet  tijdig  aan  leggen  van  Bloedzuigers 
in  de  miltftreek , waarbij  de  overige  behandeling  van 
de  gewoone  niet  afweek,  de  ontfteking  volkomen  ver- 
dween en  de  zieken  gelukkig  herStelden.  Welligt  lieeft 
de  ontlléking  der  milt  menigwerf  plaats  gehad , is  ech- 
ter gedurende  de  hevigheid  der  Zenuwkoorts  niet 
juist  gekend,  en  des  niet  tegenllaande  door  doelmatige 
middelen  tevens  overwonnen. 

Meermalen  kwamen  ons  ontflekingen  van  de  maag 
en  der  darmen  voor,  welke  zicli  over  het  algemeen 
reeds  gedurende  het  leveu  zeer  duidelijk  lieten 

zien* 


z)rn,  en  bij  liet  overlijden , door  de  lijkopeningen  bui- 
ten allen  twijfel  werden  gefield.  Vele  lijders  werden 
dadelijk  na  de  befmetting  door  veelvuldige  worging 
en  braking  gekweld,  deze  toevallen  namen  hand  over 
hand  toe,  en  werden  afmattende  en  hardnekkig.  De 
lijders  braakten  bij  elke  gelegenheid  dikwijls  flechts  een© 
{lijmachtige , meermalen  echter  eene  hui tengewoonc  hit- 
tere of  donkergroene  vloei ftoflc uit,  fommigen  klaagden 
over  een  hoogst  onaangenaam  brandend  gevoel , het- 
welk zich  uit  de  maag  tot  in  den  hals  verfpreide. 
Deze  toevallen  aanhoudende,  werd  de  geheele  boven- 
buikftreek  uitermate  gevoelig,  en  b}r  de  minfle  aanra- 
king pijnlijk  ; al  hetgeen  de  lijder  nuttigde  , zelfs  de 
ftreelendfte  dranken  werden  uitgebraakt  , en  na  veel- 
vuldige aanvallen  van  hik,  ondragelijken  dorst,  aan- 
houdende onrust,  waarbij  de  lijders  zich  telkens  van 
de  eene  naar  de  andere  zijde  wierpei},  een  kleine  , rad- 
de pols,  en  fomwijlen  eene  bedwelming,  vergezeld 
met  fülle  ijling  , volgde  dc  dood. 

Bij  fommige  lijders  verlpreide  zicli  de  onlfieking 
tevens  over  de  milt , waarvan  het  inwendig  weeffel 
buitengewoon  voos  zich  vertoonde,  en  over  de  uit- 
wendige oppervlakte  der  lerer,  oflchoon  het  inwendig 
maakfel , de  kleur  en  de  gefteldheid , van  den  gezonden 
ftaat  niet  merkelijk  afweken. 

Herltellende  lijders  befpeurdeu  nog  lang  hel  wor- 
gend gevoel  en  dc  brakingen , oflchoon  de  overige  om- 
Itandigheden  ons  deden  zien,  dat  de  ontfteking  van 
de  maag  en  der  darmen  moest  verdwenen  zijn. 

In  de  laatfle  maanden  van  het  jaar  i8i3  heb 
ik  meermalen  opgemerkt  , dat  typhus-  lijders , wel- 
ke het  koud  vuur  aan  de  voeten  kregen , zelfs  dan,’ 
wanneer  de  eerfle  koortsachlige  toeftand  over- 
wonnen  was,  aan  veelvuldige  en  langdurige  brakiu- 
gen  , die  j van  2 , tot  3 weken  met  korte  tusfehen- 

poo- 


poozingen  aanhielden  , onderhevig  waren  Bij  eene 
vronw  was  deze  braking,  hoewel  zij  met  betrekking 
lol.  de  Zenuwkoorts  aanmerkelijk  in  beterfekap  was 
toegenomen  , en  het  koud  vuur  aan  d^  teenen  van 
beide  voelen  veel  hoop  tot  kerllel  opleverde,  zoo  ge- 
weldig, dut  zij  volftrekt  geeue  Artsenijmiddelen  of 
dranken,  dezelve  mogten  nog  zoo  ftrelend  zijn  , kou- 
de inkoudeu.  Met  eiken  dag  werd  hare  toefland  be- 
denkelijker, en  kort  daarop  ftierf  zij  aan  toevallen 
van  maag  en  darmoiitlleking  ( blijkens  de  ontleding ) 
hoewel  men  zich  van  do  cloelmatigfie  middelen  , een 
matig  warm  verblijf,  warme  lLoovingen , het  koppen  f 
warme  baden,  rust  ver  wekken  de  klisteren,  zaadmel- 
ken,  bloedzuigers , en  krampfuilende  middelen,  ge- 
voegd bij  eene  zorgvuldige  oppashng , bediend  had. 

Op  dil  oogenblik  j Februari)  1-814  ) heb  ik  wel  twin- 
tig befmeLlelijke  typhus  - lijders  met  koud  vuur  aan  de 
voeten  ouder  mijne  behandeling;  van  welke  de  mees- 
ten. aan  deze  vrijwillige  brakingen  zukkelden , en  ten 
deele  daaraan  nog  tegenwoordig  lijden.  Verre  de  mees- 
te Ichijnen  liet  Heulfap  goed  le  kunnen  verdragen , 
wiens  toediening  buiten  dien  door  het  aanwezig  koud 
vuur,  hetwelk  ondragelijke  pijnen  veroorzaakte,  nood- 
zakelijk gemaakt  werd.  In  de  eerfle  maanden  van  liet 
afgelopen  jaar  mögt  liet  ons  menigwerf  gebeuren  . dezen 
onguftigeu  vorm  der  ziekte  te  verdrijven  , eu  dé  midde- 
len ter  bereiking  van  ons  doel , beftondeu  , voornamelijk , 
in  het  veelvuldig  aanleggen  van  Bloedzuigers  in  dc maag- 
ftreek,  het  doen  van  kleine  aderlatingen  in  zeer  ffei  ke 
gcLlelle.il,  lauwe  baden,  onderl chel den e reizen  op  dn 
dag  herhaald,  wanne  i’itoovingen  niet  azijn,  waarme- 
de dc  gehecle  onderbuik  werd  bedekt.  JNa  de  bloede 
ontlastingen  bediende  men  zich  dadelijk,  met  een  uit* 
muntend  gevolg  ,van  het  koolcnzuur  in  geringe  giften 

D toe-. 


toe^ediend , en  in  het  meer  gevorderd  tijdperk  der  ziek- 
te,  waar  het  krampaclitig  worgen  nog  aaiihieldt  , van 
den  vluggen  zwavel  - aet lier  en  van  liet;  Ileulfap, 
Somwijlen  waren  de  nabimrige  deelen  zoodanig  ont- 
f Loken  , dat  al  lic-L  genuttigde  telkens  werd  uitge- 
fc raakt,  en  alle  pogingen  om  dezen  zieklev'onn  te  doen 
verdwijnen,  ten  eenemale  vruchteloos  afliepen. 

De  ontfteking  der  oorklierwas  in  den  regel  bij  deze 
koorts  van  bedenkelijke  gevolgen,  naardien  dezelve  de 
l’cheiding  der  ziekte  niet  bepaalde,  ter  vermindering  van 
het  algemeen  lijden  niet  kennelijk  bij  droeg,  dikwerf- 
groote  moeijelijkheden  veroorzaakte  , en  niet  zelden 
op  nieuw  gevaar  deed  ontdaan.  Deze  ontfleking 
welke  zich  dikwerf  over  beide  de  zijden  verfpreide, 
welke  niet  zelden  door  eene  ontfteking  der  onderkaaks- 
klieren  vergezeld  werd,  vormde  veeltijds  een  buiten- 
gewoon hard  en  vast  gezwel.  De  bevordering  ter 
rijpwording  ons  zeer  heilzaam  toefchijnende  , naar- 
dien men  deze  ongefteldkeid  als  eene  verplaatlle  ziek- 
tefiof  konde  befchouwen,  bedienden  wij  ons  van  fpe- 
cerij achtige  krnidpappen,  Ajuin  enz.  te  meer  daar  ik 
bel  peurde  , dat  , de  dierwording  volkomen  Hand 
grijpende , het  algemeen  lijden  eene  gelukkige  keer  nam. 
Deze  pogingen  echter  waren  dikwerf  vruchteloos  , 
want  het  inwendig  leven  ontbrekende,  kwam  de  ver- 
langde ettermaking  niet  tot  Hand.  Nadat  het  gezwel 
aan  beide  zijden  36  tot  48  uren  had  geduurd  , en 
men  de  doelmatigfte,  zoowel  m als  uitwendige  midde- 
len tevens  had  gebezigd  , werd  het  ontdoken  ge- 
zwel fomwijlen  plot  deling  ontfpannen,  dadelijk  ont- 
waarde men  tevens  eene  zeer  ongunfiige  verandering 
der  wezenstrekken , der  zielsvermogens , van  den  pols  , 
men  hoorde  geene  klagten  meer,  de  lijder  werdftil* 
nam  van  uur  lot  uur  eene  doodcüjke  kleur  aan  en  fliei  f. 


! ! 

Jn  lömmige  gevallen  verviel  de  ontllekieg  dèroórklie- 
rèn  in  verderving , en  ontlaste,  geopend  zijnde,  een 
Hinkend  vocht, 

Dc  Geelzucht , waaraan  zoo  vele  lijders  onderhevig 
varen  , was  over  liet  geheel  een  bedenkelijk  verfchijnfel , 
men  befpeurde  dezelve  in  de  verleih ll.cn dito  graden.  Som- 
wijlen was  alleen  liet  wit  van  het  oog  min  of  meer 
geklem  d , en  ontwaarde  men  hier  en  daar  op  de  op- 
pervlakte van  liet  ligchaain  eene  bleekgeele  kleur,  in 
onderfeheidene  gevallen  was,  deze  kleur  donker,  zoo 
als  men  in  eene  langdurige  zamengcllclde  geelzucht 
ontmoet,  fomw ijlen  openbaarde  zich  dit  verlchijnfel 
langzamerhand  , dan  eens  weder  plotfeling.  Deze 
ojnliandigheid  was  altoos  gevaarlijk  , en  had  , al- 
waar de  geele  kleur  den  hoogden  trap  bereikte , zoo 
als  in  de  volkomeiie  langdurige  geelzucht  , eenigei 
weinige  gevallen  uilgezondert,  bijna  altoos  een  doode- 
lijk  uiteinde.  Het  verdiende  in  deze  gevallen  opmer- 
king , dat  de  Gevoeligheid  minder  wierd  aangedaan  als 
de  Reproductie , dat  de  lijders  hun  bewustzijn  dik- 
werf bij  bleef,  een  verhaal  van  hunne  ‘ziekte  konden 
geven , en  .zich  niet  zelden  deden  voorkomen  als  bevon- 
den zij  z.:rU  in  redelijken  welftand  Was.  de  ziekte  eenige 
dagen  gevorderd,  dan  vergezelden  zich  gedurende  de 
nachtijlingen  daarbij , afwisfelende  met  ilaapzucht  , 
brakiie  en  vau  eene  donkere  of  groene  vloeiftolfe  , en. 
ontlastingen  van  groene  en  gcelagtige  ftofïen , hierbij 
kwamen  blaauwe  en  bruine  vlekken,  buitengewoone 
zwakheid  ( Pasjiviteit  ) en  geheele  uitputting;  de 
doorgelegene  doelen  waren  in  verderving,  en  in  de  meeste 
gevallen  volgde  de  dood  zoo  (nol  , dat  er  naauWelijks 
lijd  was  om  de  gewoone  toevallen  eener  gcheele 
ondermijning  ( Kolliqnation ) derzelyer  loop  te  doe» 
•voleindigen* 

D 2 Met 


Met  dezen  vorm  van  Zenuwkoortfen  vermengden 
zich  niet  zelden  toevallen  vau  miltontßeklng ; welke 
fo inwijlen  ook  gelijktijdig  niet  de  vorigen  plaats  gre- 
pen, namelijk,  met  neusbloedigen , pijnlijke  opzwel- 
lingen der  milllreek,  brakingen  enz.  wier  juille  ken- 
nis de  ontledingen  der  lijken  buiten  twijilel  Helden. 
In  fommige  gevallen , waar  de  ziekte  over  den  8üen  tot 
den  loden  dag  duurde,  hervatte  dikwijls  de  neusbloe- 
ding echter  meer  tot  voor  dan  tot  nadeel  van  den  lij- 
der, die  desniettegenfiaamle  bij  derzelver  aanhoudende 
ontlasting , welke  foms  alle  paleit  koude  te  buiten  gaan  , 
aanmerkelijk  uit  geput  werd. 

De  lijkopening  der  aan  Typhus  i eter  odes  overledenen 
lijders  deed  ons  meL  betrekking  tot  de  lever  geene  in 
het  oogloopende  ongeregeldheid  ( abnormitat ) opmer- 
ken , ten  minilen  niet  in  dien  graad,  als  men  wel 
verwacht  zonde  hebben.  Het  bloed  der  zoodanigen  was 
in  den  hoogfteu  graad  verdund  en  ontbonden  , zoodat 
men  naauwelijks  eenige  fpooien  van  gefield  wij  vocht 
in  het  hart  ontdekte  , de  milt  was  doorgaans  uiterma- 
te groot  , week  , ja  dikwijls  lot  vloeiens  toe,  alle 
vloeiftoffen  van  het  ligchaatn  waren  geel,  b.  v.  hel 
walerachtig  vocht  der  hersfenholligheden  , van  heL 
hartezakje , alle  vliezen , zelfs  de  herslen vliezen  waren 
geel.  De  darmen  waren  door  lucht  opgeblazen,  fterk 
uitgerekt  en  van  eenc  bruiuachtige  kleur.  Bij  fomini  ge  lij- 
ken was  de  uitwendige  huid  der  lever  min.  of  meer  ont- 
doken; ecliLer  had  de  kleur,  de  gelteldheid , en  liet  in- 
wendig maak  lel  van  dit  ingewand  in  het  binnen  fte  geene 
aanmerkelijke  veranderingen  ondergaan ; het  allermins- 
te ontdekten  wij  eene  inwendige  ontfleking  ofveretle- 
ring  derzelve;  de  galblaas  was  met  eene  dikke  en 
laaije  gal  opgevuld. 

In  fommige  gevallen  werd  deze  kwaadaardige  vorm 


der  Zenuwkoorts  door  volkomen©  crij ?s  beflist,  voor 
zoo  verre  men  aan  de  eigenmagtige  herftellingsbewer- 
king  ( Genefungsprozess  ) zonder  kennelijke  ontlastin- 
gen, welke  dikwerf  in  eenen  nacht  tot  Hand  komt, 
deze  benaming  mag  toekennen.  Wanneer  geneesmid- 
delen  iets  tot  deze  fcheidingen  hebben  bijgedragen, 
dan  verdienen  de  koude  lucht , de  bloedzuigers  aan  het 
hoofd  en  in  de  bovenbuikstreek  aangelegd,  de  warme 
baden  en  de  koude  begietingen , bovenal  genoemd  te 
worden.  Wanneer  deze  kwaadaardige  ziekte  den  hoogs- 
ten  trap  bereikte , de  kleur  der  huid  donkergeel  was , 
de  lijder  bedwelmd  en  wezenloos  lag,  aanhoudende 
hrakingen  daarbij  vergezeld  gingen,  dan  bleven  alle 
middelen  vruchteloos , en  de  kwik , in  en  uitwendig 
toegediend,  het  Heulfap  , overzuurd  zoutzuur , en  alle 
andere  middelen,  in  de  geele  koorts  en  bij  typheufe  le- 
verontftekingen  zoo  hoog  geroemd  , hadden  geene  de 
minde  uitwerking. 

Geheel  ten  onregte  prijzen  derhalve  federt  eenigen 
tijd  ook  Duitfche  Geneesheeren  de  kwikoxydule  ( ver* 
zoete  kwik  ) , op  het  gezag  van  Engelfche  en  Anierikaan- 
fche  Artfen  in  Zenuwkoortjen  met  zoo  veel  drift 
aan.  Wanneer  men  intus lohen  een  groot  aantal 
typhus  - lijders  met  ter  zijdeftelling  van  dit  middel, 
zeker  en  gelukkig  kan  herhellen , zoo  als  de  onder- 
vinding uit  ontegenzeggelijk  bewaarheid  heeft,  dan  is 
dit  ten  minften  een  genoegzaam  bewijs  dat  wij  dit 
middel  kunnen  ontbeeren.  Tc  meer  oplettenheid  ver- 
dient het  ontkennend  beüiiit  ( das  negative  Refultat') 
der  genomene  proeven  van  de  toediening  derzelve  in 
den  reeds  genoemden  vorm.  Ook  in  dezen  vorm,  waar 
mer:  nog  het  eerst  eenige  hulpe  zonde  hebben  mogen 
verwachten , was  dezelve  geheel  vruchteloos. 

.Yele  typhus  - lijder*  waren  aan  herhaalde  neusbloe- 

D 3 dim 


54 


7',  ( 

dingen  blootgeftclcl , veeltijds  had  dit  plaats  met  eert 
blijkbaar  goed  gevolg,  meermalen  met  eene  kennelijke 
verligting  der  toevallen  van  de  herslenen,  der  be- 
dwelming en  van  het  ijlen  enz.  Deze  ontlasting  had  bij 
fommigen  op  ondeiTcheidene  reizen  dagelijks  plaats , bij 
andere  alle  avonden , zoodra  de  aanval  zeer  ke\ ig  werd  , 
en  deed  alsdan  ook  uitmuntende  dienden, 

Door  deze  leerzame  daadzaken , daar  zij  zoo  menig- 
Tverf  werden  waargenomen,  voorgelicht , werd  ik  na- 
derhand onverfchrókkener  • om  cdgcimene  b/nedorUlas- 
tingen  , voornamelijk  inde  eerfle  8 of  10 dagen dci  ziek- 
te, dikwerf  te  beproeven,  en  te  meer  , wanneer  de  ken - 
teekenen  van  eenen  fihenifchen aanleg,  oi  van  cene  bloed- 
rijke gefleldheid  aanwezig  waren  De  uitwerkingen 
daarvan  waren  menigmaal  zoo  zeer  gewenschl , ja 
zelfs  uitermaten  heilzaam,  en  ik  zal  hierover  nog  na- 
dere aanmerkingen  mededeelen. 

bij  fommigen  was  deze  ontlasting  zoo  buitengewoon 
flerk,  en  putte  de  lijders  zoodanig  uit,  dat  men  de- 
zelve moest  fluiten , hetgeen  voornamelijk  in  die  ge- 
vallen werd  noodig  geoordeeld  , waar  de  ziekte 
reeds  eeno  gunliige  fcheiding  had  genomen  , en  de 
verl  eliiji  del  en  der  bedwelming',  der  ijling  , en 
der  wezenloosheid  waren  verdwenen.  In  zooda- 
nige ojti Handigheden  was  de  voortduring  dier  bloed- 
ontlasting /ijmplomatiseh , en  derhalve  noodzakelijk 
de  'Mve  ! i Hinten . 

Dikwerf  nam  de  ziekt e haar  begin  met  worging  en  bra- 
king , en  niet  zelden  liieldl  dit  verfchijn fel  gedurende  de 
geheel  o ziekte  aan,  offbhoon  men  in  deze  gevallen  even 
*n'u  eene  ontHeking  der  inwendige  deelen , als  verftorve- 
ncplaatfen  op  do  oppervlakte  of  aan  de  ledematen  konde 
ontdekken.  Deze  om  Handigheid  veroorzaakte  zoowel 

O 

fku lijder  als  den  geneesheer  zeer  veel  moeite,  naardien 

de 


55 


de  beste  middelen  vruchteloos  werden  beproefd.  Over 
liet  geheel  was  dit  verlchijiiiel  een  krampaohiig  toe- 
val, geen  teeken  van  onlllekiug , duurde  daartoe  bo- 
vendien te  lang,  werd  op  zich  zelf  niet  gevaarlijk, 
cn  konde  nog  aanhouden,  wanneer  reeds  eene  alge- 
mene crljis  reeds  had  plaats  gegrepen. 

naar  de  voortduring  dezer  toevallen  zoo  ongemeen 
lasli<>  was,  en  de  zieken -zelfs  de  ilreelendüe  dran- 
ken niet  konden  inhouden  , zoo  werden  onderfclieide- 
ne  middelen  beproeft  om  dezen  toeüand  te  verbeteren, 
b.  v.  het  kooleiizuur , geringe  gifte  van  braakmiddelen 
en  van  den  braakwortel , liet  iieulfap  , de  zwavel aetjier, 
mostaardpappen , drooge  cn  bloedige  koppen  op  de 
maagltreek  , lloo vingen  van  azijn  en  fpecereiaclitige 
kruiden  en  warme  baden.  Geen  (lezer  middelen  ech- 
ter voldeden  geheel  aan  het  oogmerk,  men  befpeurde 
wel  is  waar  na  de  toediening  van  fommigen  eene  kor- 
te verligting , maar  fpoedig  keerde  de  braking  weder. 
Kr  waren  lijders,  die  gedurende  14  dagen,  dage- 
lijks herhaalde  reizen  lievig  braakten,  en  daardoor  ui- 
termaten  verzwakten,  om  het  even  of  de  genuttigde 
dranken  alleen,  of  flijm,  m ag  en  darmfappen  of  gal 
verfcKillend  gekleurd,  werden  ontlast  Het  is  mij 
toegefcliencn , dat  het  nuttigen  van  koude  melk,  voor- 
namelijk gekarnde  melk,  welke  vele  als  eenen  gewoo* 
neu  drank  gretig , en  in  eeuc  aanmerkelijke  hoeveel- 
heid , gebruikten  , deze  moeijelijkheden  het  meest 
overwon. 


Dikwerf  is  liet  mij  gebleken , dat  de  typhenje  finefc* 
Xtoffe  eeuc  bijzondere  betrekking  lot  de  werktuigen  der 

D 4.  door- 


¥ 


f 


56 


doorzwelging  nite.  Sommigen  , die  volkomen  be- 
find waren , gevoelden  in  liet  begin  , nog  eer  de 

koorts  kennelijk  gevormd  was,  worging  en  braking, 

% 

zij  klaagden  over  eene  eigenaardige  ihiaakverandering, 
hoewel  dc  tong  zuiver  en  vochtig , of  i en  minden  met  , 
een  nietsbed  ui  den  d beflag  bezet  was.  Het  gewoon  ge- 
voel van  mis  lelijkheid  , welke  het  braken  voorgaat , ont- 
brak in  liet  algemeen , de ftreek der praecordia  was  zacht 
en  onpijnlijk , en  desniettegenliaande  had  eene  altoos- 
durende  krampachtige  worging  plaats , welke  tot  den 
hoogden  trap  der  koortsbeweging  koude  aanhouden. 

i oen  in  den  herist  van  liet  jaar  1807.  de  'Aenuu'- 
koorls  alhier  regeerde  en  liet  Ziekenhuis  met  zoodanige 
lijders  als  opgepropt  was , werd  ik  zelf  door  de  be- 
find ting  aangetast,  en  gevoelde  even  eens  in  liet  be- 
gin mijner  ongelieldheid  eene  aanhoudende  worging 
en  braking,  hetwelk  j men  door  geene  middelen  hoege- 
naamd , koude  doen  bedaren,  ik  kreeg  eene  verfehl 'ik- 
ke Lij  ken  en  onoverwinnelijke»  tegenzin  in  Arti’enp- 
middelen , zoodat  het  ondoenehjk  werd,  om  met.  de  J'make- 
lijkite  middelen  der  verdrijving  van  deze  toevallen 
eenigzitis  te  beproeven,  en  des  niellegenli aaiult  heb 
ik  aan  de  bijzondere  zorg  van  mijnen  geaeliLen  vriend 
Jeu  Geheimraad  Doctor  jieim  liet  dank  ie  wijten  , 
Jat  ik  gelukkig  hcrÜeldéP 

Slaande  de  Epidemie  in  dit  jaar,  in  welke  ik  aan- 
houdend aan  liet  gevaar  van  befmcUing  was  bioolge- 
flelJ,  befpeurde  ik  ondevlcheidene  reizen,  behalve 
eene  ongewoone  ledigheid  in  het  hoofd  en  duizeligheid , 
eene  geheel  eigenaardige»  fnïaak  in  den  mond,  die 
ik  met  niets  koude  vergelijken  , en  the  mij  wel  8 
dagen  bijbleei.  Hoezeer  de  eetlust  niet  geheel  ver- 
loren was,  Ineld  deze  ziekelijke,  ijnaak  toch  aan;  en 


— 57 


ik  befpeurde  denzelven  bijzonder  bij  liet  (‘preken  op 

, . t 

eene  zeer  onaangenaame  wijze. 

Wij  befpeurclen  veelvuldige  ' buikloopen  ( Durchfälle .) 
van  eenen  verfchil len den  aard  , waterachlige  , met 
tlreklloilen  vermengde , bloedige , donkergroene  en  door- 
gaans onwillekeurige,  liet  meest  waren  de  ontlastingen 
van  eenen  galaclitigen  aard,  en  zoo  lang  deze  niet 
buitengewoon  klerk  waren , bevond  men  ze  eerder  nut- 
tig dan  febadelijk , ja  dikwerf  oogenlchijnlijk  heilzaam. 
Somwijlen  keulchetfle  deze  ontlasting  de  daarmede 
vergezeld  gaande  ontfleking  van  de  maag  en  darmen, 
waarbij  tevens  een  gedachtig  braken  plaats  greep  met: 
toevallen  , welke  met  een  onlflekingachtig  borl 
( cholera  ) veel  overeenkomst  had.  Gebeurde  liet 
dat  in  liet  begin  der  ziekte  een  hevige  buikloop , zonder 
kennelijke  verligting  onthoud  , gedurende  welke  de 
lievigheid  der  koorts  aanhield,  dan  was  het  te  duchten 
dat  het  gevaar  liooger  klom.  De  voorige  gezondheid 
van  den  lijder,  zijne  jeugdige  jaren  en  bloedrijkheid 
fchcnen  de  uitwerkingen  dezer  ontlastingen  voorna- 
melijk te  bepalen  , naardien  zoodanige  individuen , 
welke  door  vroegere  ziekten  merkelijk  verzwakt  wa- 
ren, ongelijk  fpoediger  ook  door  dezen  werden  on- 
derin ïjud  De  bijzondere  betrekkingen  van  den  lijder  en 
liet  bijeenzijn  derzelven  ( das  Gefamlbefindèn  ) moesten 
bijgevolg  bellisfen , of  en  in  hoe  verre  men  deze  ont- 
lastingen aan  zich  zelven  moest  o verlat  en  , of  fluiten, 
ihj  fommige  lijders  die  zeer  verwaarloosd  tot  ons 
kwamen , hadden  tevens  eene  trommelzuchtige  opzwel- 
ling plaats , in  welk  geval  men  den  verlamden  flaat 
tier  darmen  niet  meer  koncle  in  twijfl’el  trekken. 

Zoowel  in  deze  als  in  alle  andere  gevallen , waar  eene 

D 5 ver- 


68  - 


Verhoogd«  prikkel  van  het  verzwakt  Zehuwgeflel  van 
den  onderbuik  van  nut  konde  zijn  i ondervonden  wi j 
de  beste  uitwerkingen  van  de  dagelijks  meermalen  her- 
haalde wanne,  bijkans  heete  baden,  heete  azijnßoo- 
ifingen  , klisteren,  pan  ßilffel  met  hen/ fop , en  tot 
inwendig  gebruik  bet  ajtrekjel  pan  kaneel , de  Aiixtunxt 
Pleofn-balfamica , liet  Jieu/fap , de  wijn  en  fp^cerij- 
achtige  foepen.  bij  de  gewoone  galachtige  buikloo- 
pen , die  mij  zoo  lang  dezelve  niet  uitermaten  iterk 
waren  en  de  krachten  van  tien  lijder  met  aanmerkelijk 
ondermijnden  , niet  tegen  gingen  , Hond  men  bun 
den  <*ewoonen  koortsdrank  toe,  dien  de  meesten  liet 
greetigst  gebruikten,  een  ligt  wel  gegist  wit  bier, 
koude  melk,  koud  water  en  koud  garsle water  te  drin- 
ken. Waren  de  ontlastingen , te  berk,  waterachtig,  on- 
willekeurig, dan  dienden  wij  over  liet  geheel  Aqua 
Clnnamomi  fimplex , of  Aquu  Menthae  met  Mmilago 
rad.  ha  lep.  en  Mixt:,  oleofo -balfamica  toe,  welke  in 
de  meeste  omflandigheden  genoegzaam  aan  het  oog- 
merk voldeden.  Ju  gevrigtige  en  fpoedvereisfohende 
omftanclisheden , wacr  de  noodzakelijkheid  gebood  dit 
toeval  Jjpoedig  ie  fluiten,  maakten  wij  gebruik  van 
het  heidfap , hetwelk  in  vereeniging  met  fpecerij ach- 
tige middelen  en  Ilijmige  klisteren , den  lijder  liet  best 
Volde de Ui 


Wat  do  voorzegging  der  voornaamfle  toevallen  en  ver- 
fchijufelen  dezer  ziekte  aangaat , merken  wij  hel  volgende 
aan  : de  wezenlijke  trekken  der  Zenuwkoorts , zoo  als  de 
buitengewone  hitte  van  de  huid  , roodheid  des  aange- 
zigls,  outllckiug  der  oogeu,  duizeligheid,  bedwel- 
ming, zwaarte  van  het  hoofd,  hardkourendlieid,  ijling, 

dioor 


drooqe  tong  , en  een  radde  en  veelvuldige  poh- 
flag,  kenlchetfl en  op  zich  zelvcn  geen  gevaar.  D. 
ze  verfchijnfelen  behoorden  lot  bet  wezen  der  ziek- 
ten , op  welke  men  rekenen  moest , en  die  veel  hoop 
opleverden,  zoo  lang  dezelve  deze  palen  niet  te  bui- 
ten pin  oen  en  zoo  dra  men  niet  te  lang  vertoefde, 
door  zich  van  die  uitnemende  middelen  te  bedienen  y 
wier  bellis fend  vermoogen  zoo  dikwerf  gebleken  was. 
De  toevallen  konden  in  eenen  aanmerkelijke«  graad 
plaats  hébben  en  nogtans  de  uitkomst  der  geneeswij- 
ze gelukkig  zijn,  zooclra  men  maar  een  tijdig  en  be , 
hoorlijk  gebruik  van  dezelven  maakte.  Zelfs  in  om- 
handigheden , waar  de  verfchijnfelen  der  hevig f le  en 
aanhoudende  ijlhoofdigheid , van  eenen  póU  , wélks fü- 
gen men  naauwelij  !cs  teilen  koude , dei  ./  etechien  i o.it 
eene  ctctmnei'helijke  uiig e jive Jcthcid  en  hoevee  heid , dei 
droog  en  zu>  ar  tachtig  heid  der  lippen  zoowel  als  van  de 
teug  , der  bedwelming  en  hardhoorendheid  aanwezig 
waren,  bij  welke  verfchijnfelen  liet  ónmogelijk  werd , 
zich  aan  de  lijders  te  doen  verfi a an  , in  deze  beden- 
kelrjke  omftandigheden  hebben  de  koude  begietingen, 
de  llortbaden  , de  bloedzuigers  enz.  dikwerf  den 
doodelijken  uitgang  der  ziekte  verhoed. 

De  hoop  op  herftel  wou  temeer  veld  , wanneer,  na  eene 
behandeling  van  3 of  4 dagen  , de  lijders , welke  tot  dus 
verre  bedwelmd  en  wezenloos  lagen , met  meer  levendig- 
heid klaagden.  Die  lijders , die  geheel  ftil  lagen  , 
belchouwde  men  over  het  algemeen  als  de  gevaarlijk- 
lie,  daar  integendeel  de  zoodanigen , die  woeliger, 
ontevredener,  en  verdrietiger  werden,  over  pijnlijk- 
heid, over  de  koude  der  baden  enz.  klaagden  , hun 
herfiel  blijmoedig  te  gemoet  gingen.  En  juist  deze 
klaagden  kort  te  voren  over  niets  , begeerden  geen 
drinken,  offeboon  de  mond  en  tong  zoo  droog  waren 

als 


Go 


als  hout,  en  drckftolfen  f,  zoowel  als  pis  vrijwillig 
afvloeideu.  Wiel  minder  voordeelig  en  gewiglig  was 
het  verfehij  ufel  eener  aanhoudende  vermindering  der 
ijling  , der  fiaapzucht  , der  beving  en  trekkin- 
gen, welke  zich  doorgaans  met  de  reeds  aangeliaal- 
de  verandering  vereeuigden.  Deze  beterfchap  van 
enkelde  teekenen  leverde  noch  geene  hoop  , zoo 
lang  deze  gewiglige  verfehij nfelen , niet  tegenliaande 
de  werkelijke  toediening  van  veelvermogende  midde- 
len , geene  duidelijke  vermindering  lieten  blijken. 
Het  gevaar  klom  in  diezelfde  mate  met  de  aanhou- 
dende voortduring  dezer  toevallen , als  de  hoop  op 
lierftel  veld  wou,  wanneer  de  lijders,  na  het  gebruik 
der  meest  vermogende  middelen , werkelijk  bijkwamen, 
de  hun  omringende  voorwerpen  gadefloegen , en  over 
het  onaangenaam  inwendig  gevoel  met  meer  levendig- 
heid klaagden. 

De  hardnekkige  voortduring  der  bedwelming , der 
fiaapzucht  , der  bewusteloosheid  en  der  ijling 
leverde  een  zeer  ongunllig  teeken  op.  Wanneer 
deze  onderdrukking  der  geestvermogens  altoos  in 
denzelfden  graad  bleef,  zelf  na  de  toediening  der  meest 
vermogende  middelen,  en  men  de  uitwerking  hiervan 
hoegenaamd  niet  bcl’peuvde;  on  over  den  onaatigenaa- 
men  indruk  op  het  ge  waar  wor  cli  ngs  vermogen  , die 
anders  zoo  kennelijk  in  liet  oog  valt , geene  klachten 
hoorde,  dan  was  het  uiterst  gevaar  aanwezig.  Zoo 
hadden  wij  helaas!  vele  lijders,  die  ongevoelig  ble- 
ven, wanneer  men  hun  een  emmer  ijskoud  water  over 
het  onbloote  ligchaain  goot , wanneer  zij  met  naalden 
geprikt  werden , den  geheelen  voet  met  mostaardpap- 
pen  bedekte  ; ja  zelf  bij  het  branden  met  een  gloeiend 
ijzer  ter  groot e van  iï  duimen  inliet  vierkant,  waar- 
mede men  langs  den  ruggegraad  desfelfs  oppervlakte 


aaxv- 


aanrakende,  lief  wezen  naauwcJijks  vertrokken,  veel- 
minder  een  duidelijk  bewijs  gaven  van  fmartgevoeh' 
Bij  zoodanige  kenteekenen  der  hoog fle  gevoelloosheid  en 
verlamming  was  deze  onafgebroken  plaats  grijpen- 
de, alle  hoop  op  lier  (lel  ten  eenemaale  verijdeld. 

Met  was  een  zeer  ongunltig  ken  toeken  , wanneer;  na 
een  voorafgegaane  lievige  ijlhoofdigheid,  eene  wezen- 
lijke fi 'aapzucht  plaats  greep.  Ten  tuleriten  moeijelijk 
was  het,  zo  niet  geheel  onmogelijk,  den  lijder  uit 
<3eze  bedwelming  op  te  wekken;  en  in  de  meeste  om- 
ftandigheden  toonde  ons  de  ontleding  der  lijken  eene 
aanmerkelijke  ophooping  van  water  in  de  holligheden 
der  hersfenen. 

j De  aanmerkelijke  zwaarte  des  ligchaams  , waar- 
over de  ziekenoppaslers  klaagden  , wanneer  zij  de  lij- 
ders in  het  bad  en  nit  hetzelve  wederom  in  het  bed 
droegen,  voorfpelde  iets  ongunfligs  ; dezelve  Avas 
het  geATolg  der  lijdelijke  Qpas/ive)  gefteldheid  der  zie- 
ken, wier  gewigt  zellfs  de  geoellèndlle  ziekenoppas- 
ters  behoorlijk  wisten  te  waardeeren. 

Eene  foort  A^an  fiijflieid  des  geheelen  lighaams  j 
veel  overeenkomst  hebbende  met  de  volkomene  ver- 
fiijving  ( ßarhramps ) befpeurde  men  dikwerf  eenige 
dagen  voor  den  dood.  Eene  in  liet  oog  vallende  mis « 
kleurigheid  der  huid ; de  graiiAve,  geelachtig  bleeke, 
donkci'roode  en  A'iolette  kleur , \vrelke  zich  op  onder- 
fcheidene  plaatfen  van  liet  ligchaam  openbaarden , die 
als  Avezenlijke  doods  vlekken  zich  vertoonden,  offchooit 
fommige  kenteekenen  op  zich  zelve  befchouwd  nog 
hoop  op  herltel  lieten  blijken,  waren  echter  onfijlba- 
re  teekenen  van  eenen  ophanden  zijnden  dood.  Er 
waren  twee  foorten  van  opmerkelijke  kleursverande- 
ring  van  het  aangezigt , welke  veelal  eenen  fpoedi- 
gen  dood  voorfpelden.  De  geel  achtig  grauwe  kleur . 
.welke  met  de  doodskleur,  die  Hechts  bleeker  is , eenige 


oycr- 


Ga 


övercen  komst  hopft  , was  tevens  morslig,  op  fommige 
plaat  len  zeer  donker,  op  andere  helder,  zoo  dat  Je- 
zelf nauwkeurig  onderzocht  wordende,  met  eene 
menigte  grond  kleuren  vermengd,  ten  voorfchijn  kwam. 
"Wijders  befpeurde  men  nog  , behalve  de  kleur  der 
volkomen’  geelzucht  igen , van  welker  ongunhige  be- 
teekenis  ik  reeds  gewaagd  heb,  «ene  liet  doodelijk  uit- 
einde voorafgaande  , hoogroode  , bloozende  kleur  , 
welke  fommige  lijders , hoewel  in  eenen  minderen 
graad  , zelfs  na  den  dood  hijbleef.  Zoodanige  lij- 
ken waren  het,  bij  welke  men  den  hoogllen  graad  van 
bloedsontmenging  aantrof,  bij  welken  men  zelfs  in  de 
holligheden  van  het  hart  eene  even  geringe  hoeveel- 
heid itolbare  wei  befjieurde,  als  men  na  fiepende  zick- 
tens  met  febeurbuik  vergezeld  , in  getij  kfborti  ge  afwij- 
kingen {Anomalien')  ontmoet;  in  welke  men  eene  be- 
dorvêne  hoedanigheid  ( qualitative ) des  bloeds  niet. 
miskennen  konde.  Ik  voeg  hier  nog  deze  aanmerking 
bij  , dat  in  fommige  van  zoodanige  lijken  , bij  wel- 
ke men  die  bloozende  en  als  het  ware  geld  unket  te 
kleur  van  het  aa  gezigt  befpeurde,  het  reeds  boven 
ïtansehaald  bederf  van  de  milt  werd  waargenomen , 

o 

welke  met  dien  ziekclijken  Haat  vau  hel  bloed  Iclnjnt 
in  verband  te  liaan. 

De  Geelzucht  was  altoos  een  zeer  bedenkelijk  foe- 
vnl,  eu  het  gevaar  dci'  ziekte  ichccn  met  den  graad 
Van  de  meer  of  mindere  geelc  kleur  der  huid  in  verhou- 
ding te  liaan.  Typhus  - lijders  die  eene  volkomene 
geelc  kleur  hadden,  zijn  door  ons  niet  herHeld;  moe- 
iende ik  echter  deze  aanmerking  maken  ; dat  do 
ïnecsle  dier  lijders  , welke  in  eenen  zoo  ongun lü- 
gen Haat  tot  ons  werden  gebragt  , doorgaans  na 
verloop  van  2 , 3 en  4 dagen  li  ierven , vele  ze- 

ïiuwkoortfige  lijders,  met  eene  bleekgeele  kleur; 

Uj 


bij  welke  cle  overige  kenteekenen  der  geel r acht  ook  niet 
ontbraken  , zijn  door  ons  herüeld , en  de  herftel- 
ling  was  te  zekerder,  naarmate  men  dezelve  vroeger 
bewerldlell i gele.  Het  ongunstigst  was  de  vermenging 
der  Geelzucht  met  liet  koud  vuur  aan  de  teen  en , aan 
dc  neus  , ol'  aan  plaatfeu  der  oppervlakte  van  liet 
li  geh  aam  , welke  aan  eene  meerdere  drukking  waren 
blootgelleld.  Zee r bedenkelijk  was  al  verder  de  ver- 
menging van  diL  verfckijnfel  met  de  teekenen  van  de 
dusgenoemde  rotachtige  gefteldkeid ; welke  zich  naar 
liet  algemeen  gevoelen,  door  eene  "brandende  hitte , 
een  opgezet  rood  wezen , eenen  zeer  verf  neiden  , veel- 
vuldigeri , weeleen  polußag , en  eene  bij  uit  (lek  Hinken- 
de mtwaasfeming  van  den  lijder  keufehetfe.  Aan 
zulke  gevallen.  voegde  zeer  juist  de  benaming  van  eene 
Febris  biliofo  — nervofo  — patrida  maligna , welke 
dadelijk  bij  liet  begin  het  kenmerk  der  verlamming 
verraadden  ; en  bij  welke  alle  middelen  , zelfs  de 
meest  vermogeiidfte , vruchteloos  bleven  ("). 

Ein- (*) 

(*)  Naar  mijn  gevoelen  is  pRc  zoogenoemde  Rotkoorts  9 
als  zoodanig , doorgaans  ooi;  eene  Zenuwkoorts  , gene  h«t 
foort,  deze  het  gellacht.  Deze  bepaalde  foort  der  Zenuw- 
koorts is  dikwijls  on  legenzegge  lijk  met  helgrootste  gevaar 
vergezeld  , eehter  niet  juist  meermalen  van  eenen  befmctlen- 
den  aard  , zoo  als  andere  niet  rotachtige  feorlenvan  Zenuw - 
koortfen.  Helaas!  men  vind  echter  vele  waare  , voorname- 
lijk befmettelijk«  Zenuwkoortfen  , wier  vorm  nogtans 
?an  dien  der  rotachtige  aanmerkelijk  verfcliillende  , des  niet 
tegenftaande  zeer  gevaarlijk,  ]a  bijkans  als  de  Pest  zelve, 
kwaadaardig  en  vernielende  zijn.  Het  fchijnt  mij  derhalve 
zeer  verkeerd  le  zijn  , ten  minhen  komt  bet  met  mijne 
waarnemingen 'niet  overeen,  wanneer  men  tt  algemeen  be- 
weert; 


Lin  Jelijk  was  'dit  teekeu  van  groot  gevcar , zoodra  d e 
vereengi  ng  inet  de  typheufe  ontfleking  der  lever,  maag 
an  milt,  welke  fomwij  len 'elkander  vergezelden,  plaats 
greep.  De  oorfpronkelijke  typhus  der  liersfenen  Helde 
den  lijder  buiten  de  mogelijkheid  , de  plaatfelijke 
aandoeningen , welke"  hem  fcheenen  te  folteren , be- 
paaldelijk aan  te  wijzen.  De  bovenbuik  zacht  ge- 
drukt wordende  , belpeurde  men  trekkingen  in  het 
wezen  van  den  lijder;  er  hadden  vrijwillige  brakin- 
gen  plaats,  doorgaans  van  eene  groene,  foms  van eene 
meer  donkere  vloeilloÜe,  eene  niets  uitwerkende  wor- 
ging , wier  aanvallen  dikwerf  herhaald  werden  — ■ 
buikloopen,  waardoor  gelijkfoortige  vloeili  offen  wer- 
den ontlast  — eene  dikwerf  vernieuwde  neusbloeding 
zonder  kennelijke  uitwerking  op  het  gelieele  geiiel 
( gefammt zustand  ) en  doorgaans  eenen  onleselibaaren 
dorst,  waarbij  de  lijder  den  aangeboodenen  drankzon- 
der  eenige  begeerte  naar  denzelven  , met  drilt  inzwelgde 
De  vereeniging  van  zoodanige  toevallen  was  hoogst 
gevaarlijk. 

Jlet  van  zelf  ontßaand  lcoud  vuur  openbaarde  zic  h 
liet  meest  federt  de  helft  der  maand  dpril.  Maar 
helaas  ! deze  gevaarlijke  vorm  der  Zenuwkoorts 
heeft  tot  lieden  ( Februari j 1814  ) onafgebroken 
voort gednnrt , er  zijn  op  dit  oogenblik  nog  deernis- 
waardige lijders  onder  onze  behandeling  wier  leven 
wei  is  waar  tot  dus  verreis  behouden,  maar  welke 
door  koud  vuur  heide  voeten  hebben  verloren.  Ge- 
vallen van  dezen  aard  ontdekten  wij  te  voren  dikwerf 
bij  zoodanigen  , bij  welke  het  koud  vuur  door  liet 
doorleggen  aan  de  heupen , aan  liet  heiligbeen , aan 
de  Ichouders  enz.  was  veroorzaakt,  voornamelijk  bij 

zul- 

weevt:  dat  de  Rotkoorts  geraarlijlcer  , kwaadaardiger  tn 
bchuettclijket  zij  , dan  de  Zenuwkoorts . 


C 5 


fculke  lijders  waar  men  op  de  zindelijkheid  minder  op- 
. merkzaani  was  geweest  en  welke  reeds  lang  bedlegerig 
waren.  Het  ontdaan  v!tn  het  vrijwillig  koud  vuur 
op  meer  verwijderde  plaatfen , aan  de  tcenen , voet- 
zoolen , hielen,  op  tien  rug  van  den  voet,  aan  de 
knieën,  aan  de  fclieenbeenen , op  de  armen,  aan  de 
neus,  enz,  plaatfen , welke  aan  geene  bijzondere  diuk- 
ki’ng  waren  blootgelleld , werd  vroeger  niet  waargeno- 
men. In  het  begin  werden  deze  plaatfen  donkerrood, 
dan  blaamvachtig , violet,  vervolgens  donkerer  , en 
op  het  laatst  geheel  zwart,  de  diepfte  inkervingen 
welke  Weinig  of  geene  bloeding  veroorzaakten  , ken- 
merkten geen  het  minde  gevoel ; fpoedig  kreeg  de 
koude  vnurige  vlek  meer  uitgeitrekclhekl , drong  die- 
per door  , er  werden  doorgaans  blazen  gevormd , wel- 
ke eene  buitengewoon  hinkende  vloeiboffe  ontlasie- 
den.  liet  koudvnurig  deel  was  zoo  uitermaaten.gevoel*. 
loos  , het  gelieele  geitel  deed  eenmaal  zulk  eene  geringe 
ontvang  vatbaarheid  ( Receptiviteit  ) voor  middelen 
blijken,  dat  zelfs  de  meest  vermogende  en  aangepre- 
zende  , b.  v.  de  peruviaanfche  bast , en  mijrre  , de 
terpentijnolie,  de  kamferbrandewijn , liet  Iieullap,  de 
wijn  en  de  baden,  dikwerf  geene  de  minste  uitwer- 
kingen deden. 

De  lijders  lagen  doorgaans  wezenloos,  hunne  taal 
was  verward,  zij  beefden  over  bet  gelieele  ligt  haam, 
lieten  echter  geene  klachten  blijken,  als  men  ze  hard 
toeriep  eu  zij  voor  oen  oogeublik  ontwaakten.  Vele 
lijders,  door  het  koudvuur  aangetast,  kwamen  veel 
tijds  in  liet  Ziekenhuis  met  eene  zwarte  opgezwol- 
le  neus , welke  liet  wezen  op  eene  afzigteüjke  wijze 
misvormde , of  de  teenen  waren  met  zwarte  vlekken 
bezaaid,  die  in  korten  tijd  zoodanig  in  uitgellrekt- 
Iieicl  toenamen  en  zulke  groote  verwoestingen  aan- 

E rig~ 


GG 


rigten,  dat  men,  kort  daarop,  de  doode  Vaid,  de  pe- 
zen en  Let  cel  wijs  weeffel  1 j groote  gedeelten  koude 
wegnemen.  Bij  fommigen  was  de  Kaal  van  verlam- 
ming, bij  hunne  komst  in  liet  Zieken  huis,  reeds  tot 
«enen  zoo  hoogen  graad  geklomirn , dat  zij  reeds  na 
tot  72  uren  overleden.  Deze  gevallen  onder- 
feheidene  malen  plaats  gehad  hebbende,  werd  hel 
noodzakelijk  geoordeeld,  hij  Lijds  hierop  onze  aan- 
dacht te  vestigen;  en  alle  plaailen  van  het  ügchaam 
waar  eenigzints  het  koud  vuur  kende  pla.  is  . 
ïiaanwkfciirig  te  onderzoeken , om  tijd  ig  genoeg  de  me  ! 
vermogende  middelen  daartegen  le  beur.-.!  ven,  « n op 
die  wijze  aan  den  verderen  voortgang  dezer  verd.  rfe- 
lijke  kwaal  paal  en  ]>erk  ie  Hellen.  Zoon  ra  men  de 
geringde  fpooren  van  deze  ko-  i , . : e volk  m 0nf- 
dekte,  lieten  wij  ftovs  1 van  wijnazijn,  venrengd 
meteen  lierk  aftrcklèl  van fpécerijachtige  kr 
warm  mogelijk  om  Gaan  , en  d 11  o.- -Lr-  < •>.*  twij.I  1- 
achtige  vlekken , welke  doorgaans  «enevera 
peratuur  lieten  blijken,  met  kamh  rbraudem . jn  0:1  ler- 
penlijiiolie  bellrijken,  door  welke  middelen  v ijiufom- 
miga  gevallen  wefdeu  'n  Baal  gefield,  1 den  ve  \1  . . 
ren  voortgang  le  verhoeden.  De  Lucht  leming  d,  • 
meest  mogelijke  zindelijkheid  van  alle  voorwerpt  1 
welke  den  lijder  omringden,  v mpkriug, 

der  beUckfeïen  , linnengoed  ent  wu  daarbij  volftrekt 
onontbeerlijk,  de  bedden  herhaalde  men  dagelijks  Lwoe 
tot.  drie  reizen,  de  legerbede  werd  tellens  verwij- 
ld d , en  ds  lucht , in  welke  de  lijd  ■:  verkeerde,  was 
door  de  nabijheid  der  altoos  opend  . .nde  vensters, 
even  zoo  zuiver  en  frisch  , als  de  dampkring- 
lucht. 

In  die  afdeel ing,  w .ann  iz  ever  de  genezing  dezer 
ziekte  handelen  za«,  zal  ik  denuitüag  mijner  waarne- 

min« 


.mingen,  welke  ik  federt  de  laalfte  4 maanden  over  d<* 
behänd -Uiig  van  het  koud  vuur , gemaakt  heb,  als 
een  aanhangsel  mededelen. 

I3ij  de  lijkopening  van  eenen  foortgelijken  lijder,  bij 
wien  de  gehele  uitwendige  neus  in  koudvuur  was 
overgegaan  , ontdekte  ik  de  gewone  verlchijnfelen , bij 
de  ontleding  van  eenen  tij p/ms-lij  der  voorkomende, 
namelijk  liet  bloed  was  buitengewoon  vloeibaar  en 
dun;  en  zoo  als  de  voortgang  ( Prozess ) van  het 
kond  vuur  aan  de  neus,  en  de  zwarte  kleur  duidelijk 
kenmerkten,  was  hetzelve  tot  de  neusbeenderen  dóór- 
gedrongen 


De  Zenuwkoortfige  lijders  waren  dikwerf  aan  we- 
derinßortingeii  blpolgehca! , waarvan  men  veeltijds  de 
oorzaken  niet  kende  ontdekken.  IN  iet  zelden  befpeur- 

do  men  dezelve  bij  zoodanige  lijders,  bij  welken  de 

# 

herliellnig  met  bet'  .kkimg  tot  de  hoofdzaak,  fpoedig 
felieen  tot  Hand  gekomen  te  zijn.  De  lijder  had 
reeds  in  zooverre  eenc  gunstige  verandering  onder- 
gaan, da!  zij  vólkernen  een  fpoedig  her  Hel  meerwaar- 
fch ij n lijkheid  kreeg;  kortom  ’er  was  eer*  belangrijke 
hap  in  de  genezing  gedaan,  waarvan  bet  uiterlijke , het 
uitzicht,  de  houding,  c!e  temperatuur  on  dc  poïsfl*® 
van  den  lijder  ons  eene  voldoende  uitkomst  gaven* 
De  befindende  beterfclrap  koude  4,  5 tot  6 dagen  du- 
ren; maar  plotfelirig  hadden  eene  vernieuwde  hitte, 
bedwelming  , ijling  en  alle  kenteekenen  eener 
volkomene  wederinfeorting  plaats.  Meermalen  za- 
gen wij  de  w- deriuoor  ingen  later  on  titaan , dit 
wil  zeggen,  nadat  de  lijders  zich  alreeds  in  het  lijd 
perk  der  weder  heiilelong  bevonden.'  Dil  was  vccl- 

2 tijd* 


/ 


I 


— GS  — 

lij  cis  het  geval  bij  zwakke,  door  vroegere  ziekt  eu 
reeds  uitgeputte  lijders  en  voornamelijk  wanneer 
jiclit , venusziekte  en  kwaadfappigheid  door  kwik-  mid-; 
delen  te  weeg  geh  ragt , waren  voorafgegaan 

Wanneer  de  lijphus  met  deze  oorfpronkelijke  ziek- 
ten vermengd,  was , werd  over  liet  algemeen  de 
volkomene  berllolling  zeer  langwijlig  ; fommigen  lagen 
5 tot  G weken  eer  men  eene  volkomene  fcheiding  zag; 
zij  verkeerden  in  een  aanhoudend  gevaar  van  het  le- 
ven ; lagen  half  bedwelmd  daar  heen  ; het  hoofd  be- 
zwaard, de  tong  en  huid  droog,  zonder  veerkracht; 
en  na  eene  korte  verademing , zag  men  de  gezamen- 
lijke toevallen  der  koorts  met  vernieuwde  kracht  her- 
leven. 

Bij  fommigen  hadden  wederinüortingen  zoo  plot 
felings  en  onverwachts  plaats , dat  men  de  veral- 
gelegendite  aanleiding  daartoe  niet  koude  ontdekken. 
Dikwerf  fclieen  liet  ons  toe,  als  of  er  eene  nieuwe 
zelfsbefmetting  had  plaats  gegrepen ; dit  echter  liet 
zich  Le  minder  vermoeden , naardien  de  meest  werk 
zame  hulpmiddelen  ter  vermindering  en  geheele  ver- 
nietiging der  finetftolfen  aanhoudend  werden  in  liet 
werk  gefield;  hiertoe  brengen  wij,  de  aanhoudende 
vernieuwing  van  den  dampkring,  door  dc  onverhin- 
derde en  in  eene  groote  hoeveelheid  toetredende  zui- 
vere lucht;  de  dagelijkfche,  op  onderfcheidene  reizen 
heerliaalde , afwasfehing  van  het  gehele  ligchaam , en 
voornaamlijk  van  des  zelfs  haarige  gedeelte,  deaanliou- 
deude  vernieuwing  van  de  ftroozakken,  van  het  lin- 
nen en  beddegoed , en  dc  fpoedige  verwijdering  der 
ontlastingen  uit  de  zieke  kamers;  niet  minder  c 
hunne  verplaatüng  uit  dc  vertrekken  der  meer  gevaar- 
lijke tijphus- lijders  , in  kamers  door  zulke  lijders  be- 
woond, welke  reeds  in  het  tijdperk  der  vermindering 

wa- 

✓ 


— ü9  — 

waren;  en  des  m^ltegenllaande  hadden  er  naar  Even- 
redigheid dikwerf  wederinfiortingen  plaats,  zoodat  ik 
doorgaans  op  ió  lot  20  herflellende  lijders  eenen  we- 
deringefiorten  koude  rekenen,  ik  moet  hier  noch  bij- 
voegen, dat  deze  wederinitortingen  bij  die  lijders , 
door  de  gewoone , onbefmettelijke  Zenuwkoorts  , wel- 
ke men  als  voortbrengfel  van  de  geflcldheid  des  damp« 
krings  en  van  hot  jaargetijde  moest  befchouwen , wa- 
ren aangetast;  veel  zeldzamer  werden  waargenomen; 
daar  integendeel  dezelve  bij  de  wezenlijke  befmettelijke 
Zenuwkoortfen  des  te  meer  gezien  werden. 

Voorts  verdiende  het  opmerking,  dat  bij  fommigen 
deze  wederinßorlingen  herhaalde  reisen,  fomwijlentot 
de  vierde  en  vijfde  keer  plaats  hadden ; zoodanig , dat 
de  geheele  ziekte  tot  de  volkomene  en  fiandhoudende 
herftelling  eene  tijdruimte  vau  12  weken  benoodigd 
liad  , gedurende  welke  zich  het  tijdperk  der  opklim- 
ming en  van  den  hoogden  trap  der  koorts , tot  drie 
cn  vier  reizen  toe,  vernieuwden.  Sommigen  dezer, 
lijders  zijn  overleden;  de  meesten  echter  gelukkig  her- 
Held,  onder  wier  getal  zich  velen  bevonden,  die  gedu- 
rende 12  weken  vijfmaal  waren  ingeftort.  ik  meen 
waargenomen  te  hebben ; dat  inftortingen  dan  het 
meest  plaats  hehben,  wanneer  men  met  het  dagelijks 
herhaalde  baden  en  was  leben  te  vroeg  ophoud.  Vele 
lijders , welke  zich  zelven  nauwkeurig  gade  floegen , 
verfterkten  dit  gevoelen,  en  cv  waren  velen,  welke 
verzochten  om  van  het  baden  een  begin  te  mogen  ma- 
ken, naardien  zij  beweerden  dat  dit  liet  beste  middel 
ware  om  aan  hunne  toenmalige  bctei’fchap  meer  duur- 
zaamheid te  bezorgen  en  inftortingen  te  verhoeden. 
Sommigen  beweerden  zelfs , dat  de  laat  ft  e weder  in  flor- 
tingen  niet  zouden  hebben  plaats  gehad , wanneer  men 
met  het  baden  «enen  langen  lijd  had  voortgevaren. 

£ 3 In 


7o 


In^fevolge  latere  waarnemingen  is  mij  gebleken,  dat.  do 
te  vroege  voldoening  aar.  den  te  Hast , weke  over  het  ge- 
heel eene  zorgvuldige  onthouding  van  ai  Ie  vaste  voed- 
fels,  2,3  tot  4 weken,  gedurende  de  behandeling  moest 
voorafgaan  , het  nuttigen  van  brood , van  vïeescii , viscli 
tot  veelvuldige  wederinjiortingen  gelegenheid  gaf  De 
lierliel lende  lijders  kregen  dik  wei!  eeue  buitengewo- 
ne»! begeerte  naar  vast  voedlel,  en  zeker  waren  we- 
derinllortingen  (Ie  gevolgen , zoocha  men  b in  toe- 
liond,  hunne  trek  naar  welgevallen  te  voldoen ; men 
kan  derhalve  hierin  niet  te  omzichtig  en  niet  te  iireng 
te  werk  gaan. 


De  fcheiding  der  ziekte , kwam  bij  de  meesten  lang- 
zamerhand tot  /land.  Nadat  de  koorts  9,  11,  4 da- 
gen niet  hevigheid  had  geduurd  en  men  de  meest 
Vermogende  middelen  krachtdadig  had  toegediend, 
volgde  eene  gelukk  ge  ieho  din  ; der  ziekte.  JLeue  duur- 
zame belerichup  der  zidJe  der  hersituen  , der  gefeld- 
lieid  van  het  gewaarwording  - vermogen;  en  der  hou- 
ding  van  den  lijder , gaven  ons  het  eerst  hiervan  de 
meest  voldoende  bewijzen  ; want  over  het  algemeen  was 
de  vermindering  der  warmte  en  de  verbetering  van  den 
poisllag  een  l iter  gevolg,  ilet  tijdperk  der  fckeiding 
bepaalde  zich  doorgaans  Lot  onderfekeideae  dagen, 
veeltijds  tot  den  3deu  4dcn  of  öden  dag;  naafloop  van 
welke  men  eeae  gcneele  beterfcliap  in  het  gcILcl  niet 
koiide  in  tw.jfe!  erken  meermalen  werd  hiertoe  een 
langer  Lijd  vereischt  Met  eiken  dag  belpenrde  men 
eene  zeer  geringe  beterfcliap,  tot  dal  de  koortsver- 
ttunuering  van  tijd  tot  lijd  die»  trap  bereikt  had- 
den, 


'I 


den,  welke  ons  niet  meer  aan  eene  volkoinene ' fier- 
ftelling  liet  twijfelen.  Thans  hoorde  men  de  zieker! 
meer  klagen  clan  te  voren;  zij  gaven  befelieid  van  hun- 
n vorigen  tc(  'l,:  ■ t ’ , waren  zich  van  de  tegenwoor- 
dige omlUndigheden  volkomen  bewust,  en  klaagden 
over  de  lievige  werking  van  Iet  koude  water;  nu 
was  In -i'  blik  bedaarder  en  opgeruimder,  de  polsflag 
minder  fnel  en  meer  opgewekt , bij  zulk  eenen  zaïneti- 
ïooj)  van  toevallen  was  veel  hoop , nogthans  echter  was 
men  van  de  hevhelliug  niet  verzekerd;  nog  altoos 
was  eene  verergering  mogelijk,  naardien  de  dagelijk- 
ielie  ondervinding  leerde,  dat  fomw ijlen  reeds  na  ver- 
ionp  van  weinige  dagen,  het  leven  in  wezenlijk  gevaar 
koude  gebragt  v/orden. 

Zeldzaam  kwam  de  volkomene  fchc-iding  der  koorts 
binnen  weinig  uren  tot  fland,  zelden  nam  de  gelieele 
'lekte  eene  fcheiding  gedurende  eeneu  nacht;  fomwij- 
len  echter  vond  dit  bij  zoodanigen  plaats , welke  na  voor- 
afg.  inden  welhand  eensklaps,  door  de  befraetting 
weiden  aangetast.  Spoedig  zag  men  hevige  koor  tien, 
en  razernij  ontllaan.  Men  had  banden  nodig  , om 
de  lijders  te  bedwingen,  het  aangezicht  werd  rood, 
de  polsilag  voT,  rad,  en  fterk ; dadelijk  opende  men 
een  ader,  liet  bloedzuigers  aan  het  hoofd  leg- 
den , maakte  gebruik  van  de  koude  baden  en  be  - 
gietingen ; er  ontlboud  eene  neusbloeding  en  de 
ziekte  werd  plotfeihig  geruit;  de  lijder  gevoelde  zich 
rasch  als  op  nieuw  geboren,  en  van  andere  genees- 
middelen maakte  men  verder  geen  gebruik.  De  ijliug 
was  daarbij  zoo  aanmerkelijk, en  liet  Herfengeftel  daar- 
door zoo  Ilcvk  aangedaan  geweest,  dat  de  lijder  Aan 
zijue  vorigs  omhand ïgheid,  en  van  al  hetgeen  met 
hem  te  voren  had  plaats  gehad,  geene bewustheid  had. 
Waar  het  bel  o o ia  der  ziekte^  langzaam  was,  en  wel  14 

11  4 tot 


tot  21  dasen  daartoe  gevorderd  werden,  waar  liet  be- 

O O 

gin  zachtaardig  en  de  ontwikkeling  traag  waren, waar 
reeds  vroeger  een  zwakke  loeiland  of  eene'  volkomene 
zicktev'orm  waren  voorafgegaan,  waar  de  krachldacug- 
11e  middelen  zeer  langfaain  werkten,  in  alle  zoodanige 
oinftandig lieden  kwam  geene  volkomene  fcheiding  tot 
ft  and ; maar  hield  de  beterfehap  eenen  langzamen  tred , 
zoo  als  dan  ook  de  lijders  bij  eene  neiging  tot  een  do- 
delijk uiteinde,  ongelijk  langer  als  de  andere  kondeu 
blijven  leggen  , eer  zij  ftierven.  Op  deze  wijze  ftier- 
ven  verfcheidene , nadat  zij  liier  nog  (i  tot  7 dagen 
h m leven  hebben  gerekt;  zij  waren  echler  bij  hunne 
komst  in  het  ziekenhuis  , reeds  in  eenen  fterveaden 
toefland,  welke  ook  lot  den  volkomen  dood  onver- 
aiiderl  jk  dezellde  bleef,  ut  ware  liet  ook  dat  men  de 
meest  vermogende  middelen  ol  geene  derzelven  toege- 
diend had. 

Meermalen  badden  er  fiof eerplaat fingen  plaats  , roor- 
narre'ijk  onder  de  gedaante  van  verzweringen , ontlte- 
kingen  der  oor  en  hals  klieren ; oogontfteking , ont- 
fekitig  van  bel  llokdarmshoofd , der  hichlbuis  en  der 
longen,  welke  de  lijders  een  nieuw  en  grooter  gevaar 
h®  okkenden.  Gedurende  de  ontwikkelins  van  deze 
plaat  lelijke  ziekten,  werd  lomwijien  de  algemeene 
koortsachtige,  toeft  and  beter,  en  niet  zelden  werd  dit 
voor  eenen  korten  tijd  achtervolgd  door  eene  aanmer- 
kelijke vermindering  der,  met  dc  hersfenen  in  een  011- 
middehjfc  verband  llaande  toevallen;  deze  beterfehap 
was  echter  met  betrekking  tot  de  Zenuwkoorts,  hij 
fommigen  van  geenen  langen  duur.  "Waar  de  verette « 
ring  plaatshad,  was  dezelve  buitengewoon  traag  of 
hield  plotl'eling  op,  of  in  plaats  van  etter  werd  eene 
iciwreufe  fiof  geboren,  en  er  onlftond  koudvuur; 
waardoor  fommigen  zoo  uitgeput  werden,  dan  de  in- 

9 fland- 


ftaudhouding  van  Let  leven  , met  vele  moeijelijkheden 
vergezeld  ging. 

Het  meest* ontdekte  men  de  ontliekingeu  der  Oorklie" 
ren,  meermalen  aan  beide  zijden,  welke  na  de  aan  leg- 
ging van  prikkelenden  omflagen  en  inwrij  vingen,  zeer 
moeijelijk  tot  verettering  konden  gebragt  worden.  In 
ibmmige  gevallen  was  het  doenlijk  om  de  Etteru’ording 
( Eiterungs  procesf ) te  bevorderen , maar  bij  de  mees- 
te lijders  zonk  het  gezwel  plotfeling  in  een,  nadat 
eene  geheele  uitputting  der  krachten  had  plaats  gehad, 
wier  doodelijke  uitwerking  men  door  geene  middelen 
liad  kunnen  verhoeden. 

In  de  laatlle  maanden  van  het  j aar  181 3 en  in  de  eerlte 
van  het  jaar  8 i 4 , hadden  de  roosachtige , met  builen  , in 
de  gedaante  van  bloedvinnen  , vergezeld  gaande  ontßekin- 
gen  plaats  ; welke  men  niet  zelden  aan  de  armen  en  beenen 
opbel  einde  der  ziekte  , als  ftofverplaatfende  verfchyu  Te- 
len , waarnam , welke  fomwijlen  den  dood  voorafgingen , 
dezelve  mogtcn  nu  den  voortgang  van  het  koudvuur 
doen  ontdaan,  of'  in  hunnen  ooiTpronkclijken  ontlle- 
kingsvorm  ftaande  blijven.  Deze  bedenkelijke  foort  van 
Jiofv-erplaatftng , welke  met  de  ontllekingen  der  klieren 
in  de  Pest  eenige  kennelijke  overeenkomst  heeft , be~ 
fpeurde  men  doorgaans  bij  zoodanige  lijders,  welke 
in  eenen  zeer  verwaarloosden  ftaat  tot  ons  gebrast 
werden. , en  dikwerf  niet  langer  dan  3 of  5 dagen  leef- 
den. Eene  doelmatige  geneeswijze , van  welke  men 
zich  tijdig  genoeg  bediende,  fchijnt  ons  toe  het  ont- 
daan van  dezen  hoogst  bedenkelijke  vorm  te  kunnen 
voorkomen. 


De  Lijkopeningen.  De  verfcheidenheid  der 
toevallen,  van  het  beloop,  de  wijze  van  flerven 


74 


ut  vevirenginren  met  veelvuldige  plaatfclijke  aancToe- 

J U O i.  S 

ningen  deden  in  mij  het  vermot  .en  omilriun,  dat  w ei- 
lig t de  lijkopeningen  eenig  licht  ov er  de  ve;  ' ebeiden- 
heid  dezen  zieh  te,  'en  over  liet  beerb diend  aandeel 
v.m  fommigen  organen,  met  bctr-.kking  tot  hunne 
niwendi  .e  «efteklheid , zoude;:  ver!  ' • ’ -ii.  « 

O w ' 

i ) De  uitwendige  vorm  en  kb  w der  Typhus  - lij- 


ken waren  van  oene  zeer  onderf.  beideno  roet.  uiig- 
lieicl ; bij  fomruigen  was  het  aar  gericht  rood  en  ah  ge- 
hluukel , hij  de  meeslen  geelachlig , groengeel,  bij  an- 
dere wederom  eene  gele  kleur  a i k -ree; veren,  befpeur- 
de  men  echter  op  vele  pl  aal  Ten , bruine  en  I lauwe 
vlekken,  welke  m-rh  nu  i hu,  bijna  gein  • ~t 
vertoonden,  doorgaans  ontdekte  men  op  de  oppervlak- 
te bruine  vlekken.  De  roode  vlekken , gstec.iien , cn 
l’t  repen  koude  men  nog  aan  de  iij’.cu  ontdekken, 
h'mmigen  ware  . helder  rood,  de  meeslen  dqnl  i rood, 
en  anderen.  bijkans  zwart.  Die  y x\  Ten  aan  welke 
taaid  ia  en  fj eh«  ■ ^pleisters  hadden 


»eiere  r ,v  . : 

u » 

jonden  zit 

/ü 

uo:ikc‘. 

.•let . 

, cn 

op  k.'iim’p 

plaalfen 

z\ 

vartac! 

j * TV*  * 

L Jdij  de 

.'.Oil 

was  de  b ik 

li i-  L bij: 

.cv 

.,aP  .o*  * 

* » i> 

. dit 

anders  dikv/e 

rl  het  g>: 

va 

L bij  i 

1- 

Z . 

fiuwkoo  r L 

-lijnt  Le 

u;  het 

minst  zagen 

wij 

dit 

ve;  ic.iijrdc'  b 

ij  zoodani 

>ge 

lijder 

s,  welke  pl  o 

“g> 

en  zonder  kenteekenen  van  eene  bijzrne  aandoc  .ring 
der  werktuigen  tot  fpijsvertering : d or  de  Zenuw-’ 
koorts  aangetast.  Hier  ven.  Hij  vele  ijken  ontdekte 
men  uitwendig  geene  leekeneu,  welke  den  aart  der 


voorafgegane  ziekte  lieten  » .•  cd 

2 ) .Ve  holligheden  des  ligehacun»,  a , In  de  holte 
van  he  . I ontdekten  wij  even  min  in  het  oogloo- 
pemle  afwijkingen  , als  in  de  lijken  van,  aan  gewone 
onbeimettoljjke , Zenu wkoom  overledene  lijders.  De 


vorm 


-5  — 

vorm,  de  kleuren  geile  kl  heid  der  gi’oole  en  kleine 
hersfene;f  waren  niet  buitengewoon  veram' . rd,  ten 
minsten  cp  verre  na  niet  zodanig,  als  men  naar  even- 
redigheid van  de  grooLe  medelij J. au. Iheid,  waarin  de 
hersfenen  in  deze  ziekte  delen , zonde  hebben  moeten 
verwachten.  Het  meest  heipeiirden  wij  ce:.e  aanmer- 
kelijke opvulling  der  /aten  van  dit  bewerktuigd  deel, 
( ergan ) met  bloed;  alleenlijk  echter  van  de  aderlijke 
vaten,  maar  nimmer  eene  zoodanige  roodheid  van  do 
zelfsltandigheid  der  hersfenen , zoowel  vän  den  bast  als 
van  de  mergacl . i ige  1:  ohe , dat  .men  cen,e  vooraf  plaats  ge- 
had hebbende  Ontfieking  had  kunnen  vermoeden;  in  te- 
gendeel vertoonde  ons  de  kleur  derzel ver  natuurlijke  ge- 
fteldheid.  liet  bloed  in  deze  vati  n aanwezig  was  zoo 
dun,  waterachtig  en  ontbonden,  dat  hetzelve  fee!  en 
geheel  naar  ons  toevloeide,  wanneer  men  bij  de  door- 
knede der  laags  wijze  gedeelten  der  hersfenen,  met 
het  ontleedmes  derzelver  vaten  doorkliefde,  in  de  hol- 
ligheden der  hersfenen  ontdekte  men  dik  werf  eene  groo- 
tere  hoeveelheid  water,  als  in  den  natuurlijken  Haat, 
( normaizujiand ).  in  fommige  lijken  was  de  hoeveel- 
heid daarvan  zeer  aanmerkelijk , nadat  gedurende  eeni- 
ge  dagen  voor  den  dood  eene  fbporevje  gnfteldlieid 
was  voorafgegaan;  daar  in  tegendeel  bij  andere , de  hoe- 
veelheid van  waterzoo  gering  was,  dat  dezelve  na.uiwe- 
lijks  ir  aanmerking  kwam.  Zeer  zeldzaam  belpeur- 
clen  wij  dooi  gezweet'  bloed , zelden  wijachtige  of  geieij- 
achtige  vloei  flohen  onder  de  dunne  liersfen -vliezen , zoo 
als  3nen  dikwerf  in  de  andere  holligheden  ontmoet, 
wier  organen  te  voren  zich  in  eenen  f aal.  van  ontfieking 
bevonden.  £ij  lijders  aan  Typhus  iet  er  odes  overleden  , 
was  het  vocht  in  de  holligheden  der  hersfenen  geel , dik 
werf  zeer  donker  gekleurd;  in  fommige  lijken  was  het 

har- 


\ 


harde  li'era jenvlies  200  lierk  met  bloed  opgcvuld,  d at 
men  liet  bijna  voor  eene  gdeeitelijke  ontheking  derzelve 

koude  boude ; dit  vlies  echter  was  niet  dikker,  niet  ios- 

* 

fer  van  maakfel  als  in  den  natuurlijken  baat,  en  was 
fwi  miniten  op  verre  na  niet  te  vergelijken  met  het 
onlhoken  borstvlies. 

b De  borstholte ; ilet  bloed  in  hel  hart  en  in  de 
groote  vaten  aanwezig,  was  in  alle  gevallen  van  eene 
walerachtige  en  onlbondene  hoedanigheid;  vertoonde 
bijkans  gene  ftolbare  lympha , had  eene  2 wart  achtige 
kleur,  en  dunne  gelieldheid.  Het  hart  en  de  groote 
vaten  waren  niet  onLüokeu,  ook  niet  bovenmatig  niet 
bloed  opgevuld,  zelfs  bevatte  over  bet  algemeen  de 
voor/ie  holligheid  van  liet  Hart  eene  geringe  hoeveel- 
heid bloeds.  De  longen  waren  flap,  verflenst,  met 
lucht  en  dun  bloed  gevuld,  de  borstholte  ledig,  en  in 
liet  harte  zakje  eene  matige  hoeveelheid  waters  voor- 
handen. Jn  fommige  lijken  waren  de  longen , het 
ii rottenhoofd  en  de  luchtpijp,  ontfi oken : bij  andere 
alle  deze  delen  tevens  aatr  odaao,  bij  fommige  was  het 
borstvlies  ook  in  eenen  . aU  van  ont.  eking,  waarbij 
men  tevens  inde  horstholte  gedeeltelijk  lympha,  g<y 
deeltelijk  waterachtige  of  etterachtige  vh 
vond.  Jn  c,  lijken  waren  de  longen,  op 

verfehl  I leucle  plaat 'en  . ....... 

heid,  en  fomwijlen  v<  eyeo 

als  eene  ontbonciene  milt  koude  lijn  \v.'in,eu,  donker- 
bruin aai».  Leur , zv  artachtig  , h mwi;  i en  geheel  zwart 
en  van  eenen  brandigen  reuk  vergezeld.  Somtijds  was 
de  zelfsbandigheid der  longen,  op  onderfcheidene plaat- 
fen , van  een  vast  weef] el  en  zu- aar,  en  ontdekte  men 
goene  Jporen  van  luchtblaasjes.  Bij  fominigen  ontwajtr- 
de  men  de  begin  feien  eerer  wezenlijke  veretterin  * , 
welke  bij  anderen  wederom  eenen  volkomenen  trap 

had- 


had  bereikt;  ook  hier  en  elders  door  erne  ruime  uit* 
zweting  de  fcheiding  had  tot  ftand  gebragt.  Zoo 
als  in  eene  ware  ontüeking  der  longen  .waren ook  hier 
deze  delen  der  longen  foortelijk  zwaarden  als  liet  wa- 
ter, doordien  een  afgefneden  linkje  daarvan  in  liet 
water  geworpen,  dadelijk  naar  den  bodem  zonk.  In 
fommige  lijken  vertoonde  zich  de  longen  aan  liet  bo- 
veneinde, hard  en  knobbelachtig;  een  ziekte  toefUnd , 
welke  misfehien  reeds  te  voren  kon  plaats  gehad  heb- 
ben, waarbij  dan  de  lijders  door  de  bijkomende  ze- 
nuwkoorts fpoediger  bezweken,  hij  fommige  lijders 
had  deze  ontfleking  der  longen,  van  het  ürotlen- 
hoofd  en  van  hét  borstvlies , eerst  gedurende  liet  laat- 
lïe  tijdperk  der  ziekte  plaat  s ; daarop  volgde  zeer  fpoe- 
dig  eene  uit.  zweting  en  verlamming,  en  eindigde  nu  do 
ziekte  als  eene  üikzinking  ( catharrhu»  fujjbcativus  ). 

c)  Ds  Buikholte ; In  deze  holte  vertoonde  zich  de 
ge  Held  heid  der  ingewanden  zeer  onderfcheiden , het- 
welk men  naar  het  verfchil  cler  toevallen,  welke  aan 
het  meerder  of  minder  aandeel  der  werktuigen  tot 
de  fijs vertering  waren  toe  te  Ichrij ven  , vooral  konde 
verwachten.  Het  verdiende  oplettendheid,  dat  men  bij 
lommige  lijken  in  deze  holte  bijna  geene  bijzondere 
afwijkingen  konde  ontdekken;  voornamelijk  bij  de  zoo- 
danigen , die  na  eenen  fnellen  alloop  van  deze  be- 
fmottelijke  koorts,  ras  bezweken,  hij  dezen  vond  men 
dikwerf  bijna  niets,  dat  cenige  opmerking  verdiende, 
niet  eens  de  gewone  verzameling  van  lucht  in  de  dar- 
men , welke  men  doorgaans  bij  den  gewonen  typlius , na 
een  tijdverloop  van  14  tot  2r  dagen  aentreft;  even 
min  de  gewone  bruinachtige  en  paarfehe  kleur  der  dar- 
men, als  of  een  beginnend  koudvuur  had  plaats  ge- 
had; in  tegendeel  was  de  kleur  der  darmen,  in  deze 
gevallen,  bijna  natuurlijk,  De  overige  werktuigen  der 

¥;s~ 


vertering  vertoonden  evenmin  aanmerkelijke  afwij- 
kingen van  hunnen  gezonden  Haat,  offchoon  men  de- 
zelve zeer  maiiwkearig  onderzocht;  dit.  is  betrekkelijk 
tot  de  kleur,  den  vorm  en  de  gefteldkeid  van  de 
maag  f der  Lever , van  de  midi  en  van  de  a [vlees di- 
ktier. De  delen , buiten  liet  Bui kvücs  gelegen,  bene- 
vens de  grote  bloedvaLen,  lieten  geene  bijzondere  ver- 
anderingen blijken,  welke  men  als  oorzaak  of  uitwerk- 
sel der  Zenuwkoorts  koude  aauzieu.  De  ziekte  had 
in  dit  geval  het  leven  van.  lief  kooger  gevoelig  Hel- 
le l zoo  oniuiddeiijk  en  hevig  aangetast , dat  de 
dool  Ppoedger  volgde,  eer  nog  de  uitwerking  op 
de  bewerktuiging  ( organifation ) der  reproduktive 
delen,  tot  de  nog  aanwezige  zauiemielling  en  vorms- 
verandering,  koude  plaats  hebbeu,  naardien  de  on- 
dervinding ieert,  dat  wanneer  de  ziekte  eenen  lang- 
hamen tred  houd,  mert  deze  febijnbaar  gezonde  ge- 
Ileldheid  van  de  organifatie  der  darmen  enz.,  niet  kan 
waarnemen.  In  delijken  dezer  yp/::*s- lijders  ontdekte 
men  over  het  algemeen  zoo  weinig,  dat  liet  vol  ft  rekt 
ondoenlijk  was,  hieruit  van  den  aard  der  vooraf  plaats 
*jGhad  hebbende  ziekte,  een  hellui:  te  kvurzen  alleiden. 

r> 

Jn  meer  andere  gevallen  wazen  de  "wijkingen  der 
organif alie  van  de  buiks  ingewanden  me.  r m heL  oog 
loo  pende. 

Niet  zelden  waren  de  inwend-ge  rocken  der  maag-* 
ontftoien  en  dikwerf  drong  deze  ontltekiug  diep  in  de 
zelfllandigheid  van  de  maag.  De  lijn 'le  bloedvaten 
vertoonden  zich  als  opgef polen,  vormden  hoogrood* 
vlakken,  welke  op  fommigen  plaatfen  donkerbruin, 
op  andere  zwartaciitig  waren , zoo  als  bij  het  begin- 
nend koudvuur.  In  zoodanige  ge  v allen  had  men  zich 
vollirekt  niet  van  leherpe  ol'  doordringende  midde- 
len, noch  van  aftrekiels  ol’  van  den  Phosphor  be 

dicud 


79 


# 


dieud , hetwelk  misuluen  niet  overbodig  is  , 'om  er  mel- 
ding van  le  maken.  Sommigen  dezer  lijders  hu» ir- 
den gedurende  de  laat  Re  dagen  voor  hunnen  dood, 
veelvuldig  gebraakt,  lom  wijl  en  na  de  toediening  var. 
dranken,  van  melk,  bier  enz.,  een  worgend  gevoel  l>s> 
ipeurd,  en  echter  was  de  aer?  doening  der  hersfeiten 
le  groot , dan.  dat  zij  over  pijnlijkheid  ko  den  klagen. 

In  fommigv.  gel  a den  .raven  ook  de  'Darmen . voor- 
namelijk  de  twaalf vingerisedarm , en  de  verdere  gedeel- 
ten van  de  dunne  darniei  • , op  fominige  plaat  Feu 
ontfidfsen;  meestal  echter  oppervlahMg , in  welke  ge- 
vallen dan  ooi:  de  inwendige  rokken  der  maag  tevens 
in  de  ontdek’  ’g  deelden.  i3ij  verfefceidene  van  dez« 
lijders  belhor-  e men  in  de  laat/ie  oogenblil.ken  van 
lmn  leven,  de  reik ójn telen  van  veelvuldige  wor- 
gingen , btaüngen,  hik,  hevige  b pen  .r.et  ont* 
JasLingen  v.  u ■■  ;<;V  'groene  RoSèn.  - -De  dikke  Dar- 


men waren  reu; ier 


door  oiitlie'urjg  aangedaan.  Dij 


de  zocrkinigwt,  die  tot  over  den  '4eer  dag,  en  zelfs  tot 
den  ‘2 ; Ren  hadden  gelegen  , w cir*vi  (I-c  ze  delen  donker- 
jbruih  of  blaknwachtig  gekleurd , fterk  met  lucht  op- 
gevuld, o<  k ou’dovbr.  nen  eene  kennelijke  cntfi.eking 
en  veric;.dju.'rdcn.  va  : i;ov dvnar , welke  men  geduren- 
de hun  ïwen  niet  konde  vermoeden , naardien  deze 
lijd  no  aa'nb.oudendè  bedwelming  lagen  ‘f  en  zoo 

als  vele  andere,  die  gein  klug  borrelden,  door  eeiicn 


tegeuwiiilgeu  buil'  loop  gevaarl: jf.  waren  aangetast. 

De  Lever , wier  'dikheid  mij  hij  de  veelvuldige 
vermen,..’  n • o . i oovalïoa  »an  geelzucht,  bijzonder 
verdacht  voorkwam , ontdekte  juist  het  minst  eeae 
kenn-'"’'.',  ver;-  ’wl  n in  derzelver  bewerktuiging  na 
den-  dood.  Dcvzeïvcr  gedaante,  Meur , hoedanig - 
heid',  waren  over  het  geheel  natuurlijk  geh  el  cl. 
IS  immer  befpeurde  ik  eene  volkomene  ontliekmg 


van 


van  liet  inwendig  weefTel , nimmer  eene  verette- 
ring , noch  inwendig,  noch  oppervlakkig,  waarin 
zoo  dikwerf  de  Leverontfteking  eindigt.  Enkele  rei- 
zen befpeurde  ik  in  de  lijken  van  lijders , die  aan 
eene  heete  Zenuwkoorts  met  geelzucht,  ( typhus  icte~ 
rodet  ) waren  overleden , op  fommige  oppervlakkige 
plaatfen  geringe  teekenen  van  eene  roosachtige  ontfte - 
hing;  nogthans  vond  men  in  deze  gevallen,  ook 
fporen  van  Maag  en  Darm  ontßeking. 

De  in  de  blaas  opgehoopte  Gal,  was  doorgaans  in 
eene  aanmerkelijke  hoeveelheid  aanwezig,  daarbij  zeer 
dik,  ve~l  gelijkende  naar  lijroop , buitengewoon  don- 
ker, lomwijlen  zwartachtig  groen,  veeltijds  grasgroen 
en  veel  overeenkomst  hebbende  met  die  vloeilloli'en  , 
welke  door  braking  of  buikloop  werden  ontlast.  De 
buitengewone  opvulling  van  de  Galblaas,  was  over 
geheel  zichtbaar , en  ik  herinnere  mij,  eenen  gelijk  foor- 
tigen  toeftand  bij  dusdanige  lijders,  dikwerf  ontmoet 
te  hebben,  welke  aan  ontßeking  der  maag  en  darmen 
overleden:  b.  v.  bij  kraamvrouwen,  wier  doodelijke 
koorts  met  deze  ontliekingen  zeer  naauw  verenigd  was. 

Veeltijds  was  de  werking  der  Milt  kennelijk  ge- 
hoord. Dit  ingewand  was  opgezwollen , vaster  van 
.maakfel  als  in  den  natuurlijken  Itaat,  doorgaans  zeer 
week,  ligt  vrijfbaar,  fomwijlen  ontbonden,  openge- 
barsten , zoodat  eene  aamnerkelijkelijke  hoeveelheid 
bloeds  in  de  holte  van  den  buik  was  uitgeftort.  Het 
inwendig  bekleedfcl  der  milt  was  fomwijlen  aan- 
merkelijk verdikt,  hetwelk  men  als  uilwerkfel  eeuer 
plaats  gehad  hebbende  ontftekiug  koude  aanmer- 
ken. Zoodanige  uitkomsten  der  lijkopeningen , maak- 
ten mij  op  alle  die  toevallen  opmerkzaam,  welke 
zich  als  min  voldoende , dikwerf  vermomd  ken- 
teekeflten  eener  ontftekiug  van  de  milt  fchenen  te 


kenmerken.  Veeltijds  gebeurde  liet  dat  door  eer:e  tij- 
dige aan  legging  van  vele  bloedzuigers  in  de  millftreek, 
en  een  zorgvuldig  gebruik  van  warme  ftovingén  van 
azijn,  met  een  aftrekfel  van  fpecerij achtige  kruiden 
vermengd , de  beginnende  ontlteking  verdeeld  werd. 
Hiertoe  breng  ik  het  geval  eener  voorspoedige  herftelling 
van  eenen  man  5 die  door  eene  hevige  Zenuwkoorts 
-•Aangetast  zijnde,  dagelijks  eene  aanmerkelijke  hoeveel*' 
heid  bloeds  uit  de  neus  ontlaste.  Zoodra  deze  bloedont- 
lasting ophield,  vertoonden  zich  de  toevallen  der  milt- 
ontfteking,  de  lijder  kreeg  aanhoudende  pijn  in  de 
millftreek,  dit  ingewand  zwol  op,  er  kwamen  veel- 
vuldige brakingen  bij,  en  de  lijder  bevoiid  zich  in  ge- 
vaar van  zijn  leven.  "Vele  lijders  hadden  wij  reeds 
na  zulke  toevallen  hun  einde  zien  naderen,  echter 
werd  deze  lijder,  onder  het  gebruik  der  even  genoem- 
de middelen,  nog  gelukkig  lierlield.  De  reeds  aange- 
haalde daadzaken , dat  in  vele  gevallen  eene  aanmer- 
kelijke uitliorting  van  bloed  ii.it  de  ontbondene  en 
open gebersteii  milt , in  de  holte  van  den  buik  had 
plaats  gehad , bewijzen  al  verder , hoe  veel  aandeel 
dikwerf  dit  bewerktuigd  deel  aan  deze  koorts  neemt; 
liet  welk  te  meer  Waarlchijnlijklieid  verkrijgt,  naardien 
ik  in  fommige  dezer  gevallen  bepaaldelijk  heb  aange- 
toond, dat  de  lijders  voor  hunnen  dood,  aan  deze  Ze- 
nuwkoorts, zich  volkomen  wel  bevonden,  en  men  bij 
gevolg  niet  konde  vermoeden , dat  vooraf  eene  fiepen- 
de ongefteldheid  van  de  milt  konde  plaats  gehad  heb- 
ben. 

De  gevolgtrekkingen  der , federt  de  laatlie  maanden , in 
het  werk  gehelde  ontledingen  der  lijken,  Hemmen  niet 
deze  vroegere  volkomen  overeen.  De  reeds  gemelde  ont- 
ftekingen  lieten  zich  veeltijds  zien,  de  ontflekingen  in 
tegendeel  der  hersfenen  en  derzelver  vliezen  waren 

£ ze}  d-_ 


t 


82  — 

zeldzaim , ongelijk  veelvuldiger  ontmoete  men  op  hoopm- 
aan water  in  c!e  holligheden  der  Hersfenen  onder 
liet  tent  vormig  uilfpanjel  der  Kleine  Hersfenen  , en  in 
de  holte  van  heb  Jtluggemerg.  Veelmalen  ontdekten 
wij  ook  eene  zoo  aanmerkelijke  opzetting  en  zwelling 
van  de  milt,  dat  men  niet  alle  waarschijnlijkheid  Jon- 
de vermoeden,  dat  gedurende  de  ziekte  ceno  ontlLe- 
Uugachlige  gefiel d Leid  moest  plaats  gehad  hebben. 


Naardien  de  ziekte  voor  het  naast  dynamisch  is ; 
en  zonder  twijfel  aan  het  Hert /en  en  Zenuwgeßel  be- 
hoort, konde  men  niet  wel  na  den  dood  eenigen  in 
het  oogloopencle  veranderingen, in  deze  tieten  verwach- 
ten. Dat  er  ziekelijke  veranderingen  in  de  bewerk- 
tuiging dezer  delen  daardoor  levens  geboren  worden  , 
kan  men  niet  betwisten,  echter  zijn  dezelve  ie  lijn  om 
na  den  dood  door  het  ontleedmes  te  kunnen  worden 
ontdekt.  Even  min,  is  hat  aan  twijfeling  onderwor- 
pen, dat  dit  eigendonimelijk  lijden  der  hersfenen,  en 
van  het  ZenuwgeRel  eene  gelijktijdige  verandering  der 
dierlijke  Hoffen,  cn  derzelver  menging  lol  voorwaar- 
de maken ; het  is  echter  tot  dusverre  nog  verborgen, 
waarin  deze  belemmering  der  menging  befiaat , welke 
Holle  de  bovenhand  hebben,  en  welke  ontbreken, 
welke  belemmering  oorfpronkelijk  ( primitiv  ) en  wel- 
ke de  gevolgen  ( konjecutiv  ) zijn. 

Door  naarfporigen  echter  hebben  wij  oKldekt , dat  de 
h«(  met  lelijke  Zenuwkoorts  met  den  gewonen,  niet  befmet- 
tclijken  typhm  zoo  als  met  anderebefmettelijke  koort'en 
•v.  de  Pest,  de  Pokken,  de  Scharlaken  koorts  enz, 
overeenftemmende , niet  altoos  aan  het  Helfe!  der  Ge- 
voeligheid alleen  gebonden  zij,  maar  in  tegendeel  ook 

op 


op  andere  delen  van  het  geitel  haren  werkkring  kou- 
de uitbreiden , en  voornamelijk  doen  ontüelien  V cel- 
lij ds  fcheen  deze  vrefelijke  kwaal,  en  wel  liet  meest 
bij  derzclver  welbewezene  kwaadaardigheid,  zich  als 
eene  zuivere  Zenuwkoorts  voor  te  doen , en  door  eene 
algemeene  verlamming  liet  leven  te  doen  ophouden, 
zonder  nogthans  eenig  deel  tot  den  trap  van  onthe- 
king , verct tering  of  koudvuur,  bij  voorkeur,  aan  te 
tasten , naardien  bij  de  ontledingen  van  zoodanige  lij- 
ken , welke  ongemeen  Ipoedig  overleden , niet  liet  mili- 
tie ongewone  in  voornoemeje  holligheden  ontdekt 
wierd.  In  fommige  andere  gevallen  was  de  vermeu- 
<diw  met  lonsontftckins  hersfenvlies-onhcking , milt, 
maag  en  darmontfteking  niet  te  miskennen,  zoo  als 
men  ook  niet  zelden,  gedurende  het  leven  , reeds  de 
vermenging  met  dc  ontfteking  der  oorklicren,  bloed- 
zweren, roos  en  het  van  zelf  ontüaand  koudvuur  der 
ledematen  kennelijk  befpeyrde.  In  gevolge  mijner. waar- 
nemingen kan  ik  niet  te  beweren,  dat  de  Zenuw- 
koorts altoos  eene  ontfteking  der  hersfenen  verouder- 
field , hoezeer  ik  het  wezenlijk  aandeel,  hetwelk  het 
Zenuw  cn  hers  Ie  n geitel  aan  deze  ziekte  heelt , niet  kan 
betwisten.  Even  min  moet  men  veronder II ellen,  dat 
de  Zenuwkoorts  altoos  in  eene  ontfteking  der  long, 
of  der  darmen  behaal: , naardien  deze  verwikkelingen 
( Jcompofitionen ) niet  doorgaans  , maar  alleen  in  enkele 
gevallen,  en  gemeenlijk  als  opvolgende  ( konfecutipe') 
afwijkingen  worden  waargenomen. 

Dat  de  haat  der  geelzucht , welke  men  zoo  dikwerf 
cn  tevens  zeer  boosaardig  waarnam  , en  die  in  gelijke 
verhoudingen  bij  de  gele  koorts  zich  deed  kennen,’ 
niet  als  een  voortbrengsel  der  leverontheking  is  aan- 
temerken,  maar  veeleer  als  uitwerking  eener  ziekelij- 
ke vermeerdering  der  affeheiding  van  dit  bewerktuigd 

F 2 heel 


deel  rerfchij  at , is  ecu  gewigtig  re  Pul  taal , bij  de  on:" 
Jeding  der  lijken.  De  oorfpronkelijke  ziekte  was  onder 
zootfanigen  vorm  nerveus  , en  liet  denkbeeld  eenevgaslri- 
JcJie  complicatie , in  den  gewonen  zin  van  liet  woord, 
bragt  ons 'geenen  voetklap  verder.  Braakmiddelen  b rag- 
ten geeiïe  verandering  in  den  toef!  and  le  weeg,  op  los- 
tet nie  middelen  waren  vruchteloos;  ontlasting  bevor- 
derende middelen , welke  fommige  lijders  als  Iraismid- 
deltjes  beproefd  hadden  , dikwerl  onverlchillig,  ja  (buis 
gevaarlijk.  Veeltijds  waren  de  teekcnen  der  geelzucht , 
het  braken  en  de  buikloop  de  kenmerken  der  ontlie- 
king  van  de  maag  en  der  Darmen  ,•  eene  vermenging 
welke  men  volftrekt  met  de  gewone  a ittig ast rijche  ge- 
neeswijze niet  koude  beftrijden. 

Het  waren  wezen  der  Zenuwkoorts  is  ons  even  min 
onbekend,  als  wij  hetzelve  van  eenige  andere  ziekte 
kennen,  dan  dat  eene  verdere  opl'poring  daarvan  als 
overtollig  zoude  kunnen  worden  geacht.  Jk  wil  de 
waardij  der  aanwijzingen  , welke  men  hierover  heeft 
bekend  gemaakt,  en  die  zonder  uitzondering  het  ken- 
merk der  dwaling  onloogchenbaar  met  zich  voeren,  on- 
aangeroerd laten ; ik  vermene  echter  liier  op  die  daadza- 
ken opmerkzaam  te  moeten  maken  : dat  liet  voornaam- 
11e  berust  in  de  opneming  en  ontwikkeling  ( Hepro- 
duktion ) van  oen  eigenaardig  dierlijk  vergif , waai  - 
van  ons  het  innerlijk  wezen  volftrekt  onbekend  is, 
zoo  min  kan  ook  waardij  der  geneeswijze  worden  mis- 
kend, door  welke  wij  de  uitwerkingen  van  deze  dier- 
lijke vergiftiging  weten  te  beperken.  Wij  zouden  ons 
intuslchen  op  eene  meerdere  zekerheid  daarvan  kun- 
nen beroemen,  wanneer  wij  de  innerlijke  uitwerkin- 
gen van  dit  tegengif  meer  van  nabij  kenden , maar 
Helaas!  het  is  er  nog  verre  af,  of  toekomstige  nafpt*- 


nu- 


1 


— 85  — 

ringen,  deze  moejelijke  opgaven.  in  een  helder  daglicht 
zullen  plaatfen  ? 


De  Geneeswijze.  Die  geneeswijze , welke  i n 
de  maand  Februarij  van  het  jaar  1 8 1 3 als  de  meest- 
voldoende  bevonden  werd,  deed  zich,  over  het  alge- 
meen , ook  als  zoodanig  kennen  in  de  maanden 
Maart,  April  , Meij  , Junij  en  in  de  volgende 
maanden  van  hetzelfde  jaar.  Door  deze  genees- 
wijze hebben  wij  zeer  vele  Zenuwkoortfige  lijders 
fpoedig  en  gelukkig  herüeld,  tot  wier  herflel  bij  hun- 
ne komst  men  te  minder  hoop  voede,  naar  mate  men 
de  zieken  langer  tijd  aan  zich  zelven  had  overgela- 
ten, en  deze  toevallen  van  uitputting,  ontmen- 
ging, ja  zelfs  van  liet  koudvuur  reeds  hadden  plaats 
gegrepen.  Sommigen  konden  wij  wel  is  waar  niet  be- 
houden, en  echter  kwamen  drie  vierden  van  deze  lijders 
in  eenen  zoo  deer  »i  is  waardige  n toeüand  tot  ons,  dat 
men  dezelve  bijna  als  Donden konde  aanmerken  , en  ook 
grotelijks  de  wezenlijke  kenteekenen  van  eenen  aanna- 
derenden dood  met  zich  droegen.  Dat  dit  in  der  daad 
het  geval  was,  blijkt  reeds  daaruit:  dat  verre  weg  de 
mees  ten  niet  maar  eenen  korten  tijd,  en  over  liet  ge- 
heel maar  20 , 3o , 5o , tot  1 00  uren  hun  leven  konden 
rekken,  ja  dat  fommigen  werkelijk  reeds  dood  waren  a 
oi  dadelijk  na  hunne  komst  hel  leven  eindigden. 

liet  is  in  de  natuur  der  zaak  gelegen  , dat  eene  hoogst 
gevaarlijke  lieete  ziekte , wier  bedenkelijke  ontwikkeling 
tn  opklimming  men  tot  eene  during  van  10  dagen 
niet  konde  verhinderen,  zeer  moeijelijk  in  de  nog 
overige  4 tot  5 dagen  kan  lierfl ellen,  ik  moet  der- 
halve  eenige  tot  de  onherftelbare  .lekenen,  welke  reeds 

F y ii*t' 


8G 


het  tijdperk  der  meest  mogelijke  hoogte  hadden  be- 
reikt , en  eer  zij  op  die  hoogte  waren , geheel,  tn  al 
fchenen  verwaarloosd  te  zijn,  van  welke  men  echter 
nog  fommigeu  zoude  hebben /kunnen  behouden  , indien 
men  in  de  eerlie  4 Lot  b dagen  der  ziekte  eene  meer 
doelmatige  behandeling  had  bewerklieliigd.  hij  ve- 
len zoude  dan,  naar  alle  waarschijnlijkheid,  de  koorts 
deze  gevaarlijke  hoogte  niet  bereikt  hebben.  Tqt  liet 
getal  van  zoodanige  lijders  brengeik  die  genen,  aan  wel- 
ke men  met  de  ueste  inzigten,  om  het  zinken  der 
krachten  te  verhoeden , de  meest  verfchillende  midde- 
len had  toegediend,  maar  zijiie  aandacht  niet  had 
gevestigd  op  de  vermindering  der  buitengewone  wann* 
te^ontwikkeling  van  /iet  door  de  Zenuwkoorts  aange- 
tast ligchaam ; op  de  ajlciding  der  bloed  ophoping  in 
de  berufenen , op  dat  len  onderbrengen  en  vei  hoeden 
van  beginnende  ontjlckingen  van  inwendi  _>e  edele  orga- 
nen ; op  de  reiniging  der  gehele  Huidoppervlak  te  , op 
de  verzwakking  der  fmetfioj  -bereiding  (kontagions  pro- 
ces) in  de  huid ; op  de  verhoeding  van  het  doorleggen 
en  van  het  koudvuur. 

Sommige  lijders  veifpreideu  in  de  zieken  kamers, 
zulk  oenen  Herken  muskus-geur;  dat  men  daaruit  go- 
maklijk de  vorige  behandeling  koude  na  gaai*.  Sommi- 
g'*n  vertoonden  aan  hunne  ligchamcn  1 .aan we  vlch\e.j  ; 
de  plaatfen  aan  liet  heiligbeen  welke  zg:  1 .ddeu  door- 


gelegen , waren  koudvurig,  en  doorgaans  lu erven  zij 
na  verloop  van  eenige  dagen  na  hunnen  komst;  an- 


deren wederom,  in  eenen  niet  minder  bedenke  lij  ken 
liaal.  herwaarts  gevoerd  , had  men  uiet  zeiden  kor» 
te  berigten  en  voorfchrifien  mede  gegeven  , waaruit 
men  koude  belluitcn , dat  er  eene  menigte  opwekkende 


middelen  waren  toegediend,  en  dat  des  uiet  togen  1 taande 
kfct  klimmend  gevaar  der  ziekte  niet  koude  11  worden 


vei- 


$7 


verhoed.  Even  min  on!  brak  het  ons 'aan  gelegenheid, 
om  te  kunnen  waarnemen , dat  de  gewone  opwekkende 
geneeswijze,  ten  gevolge  van  welke  men  de  V aleriana , 
Angelica  , Ar  nie  a , Serpentaria  , Campher , Moschus , 
en  H rjn  had  toegediend , in  de  befmet  telijke  Zenuw-; 
koorts  die  thans  heersehLe,  meer  nadeel  dan  voordeel 
had  toegebragt , en  dat  fommige  lijders,  wier  aan- 
komst in  liet  ziekenhuis  vertraagd  werd,  hoewel  gee- 
ne  geneesmiddelen  gebruikt  hebbende,  ol'  aan  wier 
iierftelling  men  niet  gedacht  had , nogtkans  volkomen 
herltelden.  Hetzelfde  had  ook  niet  zelden  bij  de  zoo- 
danigen  plaats,  welke  men,  voor  dat  zij  in  het  zieken- 
huis werden  opgenomen , op  den  raad  van  eenen. 
Geneesheer  ol'  Heelmeester,  een  ader  had  geopend. 

.Da  Geneesmiddelen , welke  zich  in  deze  Epidemie  als 
bijzonder  werkzaam  deden  kennen,  waren  voornamo- 
lijk  de  volgende: 

De  ßaden:  de  lauwe  baden  bij  eene  minder  war- 
me en  gevoelige  huid,  de  koude  baden  bij  eene  droge 
en  liebte  huid , de  begietingen  en  fiortbaden , nu  eens  in 
eene  droge  kuip , dan  cens  als  warme  ligchaams-  baden 
( na  de  reeds  aangehaalde  verfcheidenheid  der  om- 
ftandiglieden , ) bij  hevige  graden  van  bedwelming, 
ïjling,  llaapzucht  , en  liet  Druipbad , waardoor 
derzelver  werkingen  nog  meer  werden  verhoogd ; 
alle  deze  bevestigden  volkomen  het  voortreifelijk» 
nut  van  hunne  te  voren  reeds  geroemde  uitwer- 
kingen. Ik  kan  zonder  de  minde  overdrijving  verze- 
keren, dat  vele  echte  en  hoogstgevaariijke  typhun-  lij- 
ders alleen  aan  deze  middelen  hunne  volkomene  her- 
ftelling  tc  danken  hebben.  Er  is  geene  de  minde  Iwijf- 
fcling  of  de  werkingen  van  dit  veelvermogend  middel, 
hebben  in  vele  gevallen  de  herllelling  alleen  bei! ist.  De 
dagelijkfclie  ondervinding  leerde  ons,  dat  derzelver 

E 4 jer- 

A 


vermogen  ie  grooter,  en  derzelver  uitwerkingen  te  wel- 
dadiger waren  , naar  mate  men  zich  van  dezelve  vroe- 
ger bediende  , en  langer  tijd  daarmede  aanhield. 

tfij  alle  nieuwa.iukpmende  zieken  bediende  men  zich 
lieL  eerst  van  de  lieiiügi  - baden , hetwelk  te  nood- 
zakelijker werd  geoordeeld,  naar  male  het  vermoeden 
der  belinetting  grooter  was.  Deze  baden  verwijderden 
den  eigenaardigen , hoogst  onaangenamen  reuk  der 
huid  uit  walend  ug  van  deze  lijders  , dezelve  zuiverden 
de  gelicle  huid  van  vuile  floHen , welke  men,  zoo  als 
bekend  is,  bij  behoeftige  lijders  niet  zelden  aantreft. 
De  zieken  werden  door  deztive  meer  opgewekt,  op- 
geruimder, en  zelfs  bij  zoodanigen , wier  ongelieldheid 
minder  hevig  was,  veroorzaakte  zij  niet  zelden  eene 
ZOO  gunstige  verandering,  dat  men  eene  volkontene 
heterfchap,  door  dit  middel  dadelijk  bewerkt , niet  ge- 
heel en  al  konde  miskennen.  De  huid  gevoeliger  en 
matig  warm  zijnde,  bij  de  gewone  toevallen  eener 
Zenuwkoorts  , bij  hevige  ijlhoofdigheid  , bij  eene  begin- 
nende vochtige  huid,  kleverig  zweet,  bij  aanwezige 
kenteekenen  eener  ontlleking  van  eenig  inwendig  deel, 
hij  hevige  brakingeu  en  buiklopen,  bediende  men  zich 
(Van  de  warme  iaden,  welke  dagelijks  een  of  ook  wel 
twee  reizen  werden  herhaald.  De  lijders  kregen  liier— 
dobr  meer  kalmte,  de  zelfs- bewustheid  keerde  terug, 
de  pols  (*)  werd  meer  opgewekt,  voller  en  ceuige 
tuen  na  liet  baden  bedaarder  de  veelvuldige  ont  las- 
tingen verminderden , en  niet  zelden  overviel  hun  eenen 
fterkwikkenden  ilaap, 

On« 

(*)  Er  zijn  weinige  ziekten  Waarin  men  zoo  weinig  Itant 
kan  maktfu  oji  de  geftelJheid  van  den  j)ols  , als  ren  enke  U 
verfcbijHtel  befchouwd  , als  bij  de  Zenuwkoorts.  Dik- 
werf ontdekte  ik,  kort  voorden  dood,  eenen  Jchijabaargoe- 
Ücn,ten  minsten  tenen  zeo*  r«dtlijken  , polsllag. 


Ongelijk  veelvuldiger  al«  in  do  vérlopene  jaren , 
heb  ik  mij  van  de  koude  begietingen  en  fiortbaden  in 
droge  kuipen  bediend,  en  derzelver  uitmuntende  wer* 
kingen  door  eene  reeks  van  i prekende  blijken  en  waar- 
nemingen bevestigd  gezien.  11  oc  heeter  en  drooger  de 
huid,  hoe  grooter  de  bezetting  in  lietlioold,  hoe  roo- 
derde  ogen  waren,  en  hoe  heviger  de  zieken  ijlden  , des 
te  uitgebreider  was  liet  nul  van  dit  middel,  voorname- 
lijk bij  zoodanige  lijders,  aan  welke  de  ziekte  klaarblij- 
kelijk door  bejmetting  was  mede  gedeeld.  Zeer  velen, 

, die  gevaarlijk  ziek  lagen,  zijn  zoowel  door  dit  voor* 
treffelijk  middel  en  de  gelijktijdige  aanlegging  van 
Bloedzuigers  aan  het  hoofd,  als  ook  door  ijskoude  oiu- 
flagen  op  het  hoofd , zonder  enige  geneesmiddelen , 
volkomen  herfleld. 

Dit  middel  was  van  eene  zulke  uitmuntende  wer- 
king, dat  fomnhge  lijders  fpoedig  hun  bewustzijn  her- 
kregen, dat  het  kenlchetfend  ziektekundig  verfclnjnfel 
der  ziekte,  de  Bedwelming  namelijk,  fpoedig  en  klaar- 
blijkelijk verminderde,  en  de  lijders  de  uitwerking 
daarvan  zoo  uitnemend  gevoelden , dat  zij  zelven  het 
voortdurend  gebruik  daarvan  gretig  verlangden.  Men 
bediende  zich  van  hetzelve  bij  de  gevaarlijkfte  lijders 
dagelijks  drie  malen , en  dat  wel  op  het  laatst  kort 
voor  den  nacht,  waardoor  de  hevsgheid  der  aanvallen 
des  nachts  kennelijk  verminderd  werden.  De  nacht 
werd  rustiger,  de  ijling  verminderde,  de  lijders  wa- 
ren gedwee  en  lieten  zich  gemakkelijker  behandelen.' 
Over  liet  algemeen  was  de  verandering  van  het  we- 
zen, van  het  uitzicht  en  der  gehele  houcling’van  den  lijder 
kennelijk  in  het  ooglopende , wanneer  men  dezen  loe- 
it and  , zoo  als  dezelve  voor  het  ^gebruik  der  baden 
as , met  dien  na  de  baden , vergeleek.  Sommige 
geodfetj.de  zieken oppasfers  waren  door  veelvuldige 
» L 5 vaurr 


3° 


waarnemingen  betrekkelijk  deze  beterVhap,  van  de. 
nuttigheid  zoo  duidelijk  overtuigd,  dat  zij  dikwerf 
nog  op  den  laten  avond,  hoewel  de  verkrijging  eener 
genoegzame  hoeveelheid  van  water  voor  hun  met 
veel  moeite  vergezeld  ging,  op  eene  heimelijke  wijze 
de  begiet ingen  herhaalden,  met  oogmerk  om  aan  den 
zieken  eenen  rostigen  nacht  te  bezorgen. 

Vele  die  gedurende  hunne  ambtsbedigheden  bij 
de  typbus  - lijders  in  het  ziekenhuis  werden  be- 
kniet, doch  allen  gelukkig  herlieiden , lieten  zonder 
mijne  voorkennis  de  begietingen  met  ijskoud  water, 
aan  zich  zelven  meermalen  herhalen,  zoodra  zij 
enigen  verergering  befpeurden,  fommigen  koude  den 
lijd  niet  afwachtan , dat  men  de  ilortbaden  bewerk- 
flelligde. 

De  lijders,  ontwarende  dat  de  hitte  de  bloedsophoo- 
pingen  en  ijlhoofdigheid  fchielijk  toenamen,  verlang- 
den gretig  ccne  fpoedige  bewerklielling  van  het  bad , 
naardien  zij  zich  ovei  tuigd  hielden  dat  door  dit  mid- 
del de  pijnlijke  gewaarwording  weldra  zonde  wor- 
den verminderd,  en  heL  gevaar,  wiens-  aannadering 
zij  gevoelden , werden  voorgekomen. 

Herhaalde  waarnemingen  bobben  ons  overtuigd , dat 
een  aanhoudend  gebruik  van  dit  middel , -deszelfs 
werkzaamheid  oneindig  verhoogd , dat  men  lomwijlen 
5 tot  6 dagen  en  langer  met  de:;e  behandeling  koude 
.voortgaan,  zonder  eenig beflisfend  gevolg , hetwelk  men 
eerst  ouder  dcszelfs  voortdurend  gebruik,  ziet  Hand 
grijpen. 

Öp  deze  wijze  worden  fommige  lijders  herfleld , 
nadat  men  zich  gedurende  12  lot  14  dagen,  dagelijks 
tot  2 en  3 reizen , van  de  koude  ilortbaden  had  be- 
diend. Voornamelijk  kan  men  hiertoe  brengen,  die 
foorl  van  befmettelijke  Zenuwkoorts,  wier  beloop  on* 


gemeen  langzaam  is , oi  door  de  liielle  opeenvolging 
van  onderfcheidene  wederinllortingen , een  tijdperk 
van  meerdere  weken  beilaat.  Deze  wederiultortin- 
gen  hadden  gemakke lijker  plaats  , wanneer  men  de  kou- 
ie  begielingen  te  vroeg  had  uilgeileld,  en  zoo  als 
fk  door  latere  waarnemingen  voorgelicht,  er  nog 
moet  bijvoegen  wanneer  men  de  herßellende  lijders 
te  vroeg  in  warmere  vertrekken  had  verplaatst* 
Door  deze  middelen  vlijtig  en  aanhoudend  te  gebrui- 
ken, werden  dezelve  voorgekomen,  liet  is  mij  meer- 
malen gebeurt , de  vernieuwde  koorts  door  het  op- 
volgend gebruik  der  Itortbaden  en  begielingen  fpoe- 
dig  te  doen  verdwijnen  en  het  gevaar  te  doen  op- 
houden, ja  fomwijlen  heb  ik  typhus  - lijders  herlteld , 
bij  welken  zich  deze  voortreffelijke  uitwerkingen  tot 
drie  en  vier  reizen  toe  bevestigden. 

In  de  burger  praktijk  fchijnt  het  voortdurend  ge- 
bruik van  dit  Ichijnbaar  gewaagd  (^heruisch)  middel 
aan  eenige  moeijelijkhedeu  onderworpen  te  zipi,en  de 
klagten  van  Ipmmige  geneesheren,  dat  namelijk  de 
koude  begielingen  aan  hunne  verwachtingen  niet  al- 
toos hadden  beantwoord,  fchijnen  die  moeijelijkhedeu 
nog  te  hebben  vermeerderd.  Deze  klagten , welke 
thans  Code  zij  dank,  hoelanger  zoo  meer  verminde- 
ren, bellijnen  mij  toe,  van  allen  grond  ontblootte 
zijn , naardien  men  de  aanwending  derzelven , niet 
tijdig  genoeg  heelt  bewerklbelligd , en  met  dezelve  niet 
lang  genoeg  heeft  voorlgevaren.  De  naastbeliaand© 
van  den  lijder,  welke  dezen  aan  eene  fchijnbare  har- 
de behandeling  zien  blootgelteld , wekken  welligt  bij 
den  geneesheer  eene  ontijdige  medogendheid  op . waar- 
door deze  van  het  verder  gebruik  daarvan  afziet,  daar 
hij  naar  de  kenleekeiien  der  reeds  plaatshebbende  lier* 
Helling,  met  vol  vertrouwen  eene  gelukkige  icheiding 


te  gemoet  ziet.  Ma  er  helaas ! te  dikwerf  is  men  mis- 
leid. 

Enkel de  kenteekenen  van  beterfchap  doen  hier  niets  af. 
Zoo  lang  de  lijder  nog  J'til  en  bedwelmd  blijft,  zoo 
lang  hij  onmiddelijk  na  het  gebruik  der  baden,  tot 
zijnen  vorigen  fluimerenden  Haat  terug  komt,  zoo 
lang  de  ijling  niet  ophoud,  en  met  betrekking 
tot  het  gewaarwordings  - vermogen , geene  wezen- 
lijke beterlchap  lieeft  plaats  geliad,  zoo  lang  is  ook  het 
levensgevaar  niet  geweken , en  is  men  volflrekt  ver- 
pligt  die  middelen  aanhoudend  te  blijven  voortge- 
bruiken. 

Aan  den  anderen  kant  fpreekt  het  als  van  zei  ven, 
dat  men  bij  de  aan  wending  van  dit  middel  met  de  meest 
inogelijke  infchikkeLijkheid  en  omzichtigheid  moet  te 
werk  gaan  Zodra  de  hitte  bij  den  lijder,  merkelijk 
verminderd,  door  eene  natuurlijke  warmte  wordt  ver- 
wisfeld , of  wel  fommige  plaallen  der  huid,  van  hel 
aangezigt,  der  handen,  en  der  voeten  eene  meerdere 
verkoeling  doen  gevoelen  , de  gevoeligheid  der  huid 
is  opgewekt,  de  lijder  zelf  tegen  het  verder  gebruik 
van  dit  middel  met  meer  ieveudigheid , en  als  het  wa- 
re zich  aaukant  ( terwijl  men  aan  den  anderen  kant 
aan  de  vroegtijdige , tegeiiü'rijdige  en  wankelbare  klag- 
ten der  lijders,  niet  te  fchielijk  hel  oor  moet  lenend) 
alsdan  is  het  overbodig,  de  zieken  in  eene  droge  kuip 
ie  zei  ten , en  de  begietingen  met  koud  water  te  be- 
werklielligeu , daar  in  tegendeel  meer  liet  gebruik  der 
warme  baden  te  pasfe  komt , en  waarbij  liet  hoofd  al- 
leen met  koud  water  worde  begoten. 

Ik  vindc  mij  verpli*t , om  daaromtrent  in  het  vervolg 
van  tijd  meerdere  proeven  in  bet  werk  te  ft  ellen,  wat 
het  koude  bad  in  geheel  wanhopige , en  de  meest  vermo- 
gende geneesmiddelen  te  leur  Rellende , gevallen,  dus- 


9? 


tkrris  gebezigd , zoude  kunnen  uitwerken , dat  de  zie- 
ke  meerdere  uren , ja  zelf  halve  dagen’,  onafgebroken 
daarmede  voortvaren,  bij  gevolg  dcrzelver  geheele  op- 
pervlakkte  der  huid,  welke  bij  de  gewoone  wijze  van 
baden,  dadelijk  na  hetzelve  de  vorige  hitte  herneemt, 
aan  den  indruk  van  dit  weldadig,  en  door  deszelfs 
fcheik midi  gen  invloed,  ongetwijfeld  veelyermoogend 
middel,  even  zoo  ftandVastig  bleef  blootgelieid , als 
het  indringen  der  beneden  het  vriespunt,  koude  en. 
zuivere  lucht  in  deszelfs  longen,  mond  en  neusholte, 
onafgebroken  plaats  heeft.  Men  kan  zich  ongetwijfeld 
van  deze  wijze  om  het  koude  bad  te  gebruiken , ook  veel 
goeds  beloven,  waar  de  brandende  lijders,  bij  eene 
volll rekte  drooge  huid,  plolfelings  in  eene  met  koud 
water  gevulde  kuip  worden  gedompeld,  naardien  men 
te  Petersburg,  volgens  geloofwaardige  berigten , van 
de  indompelingen  der  typhus  -lijders  in  de  zee,be  bes- 
te uitwerkingen  meent  ondervonden  te  hebben. 

£ij  de  bewerkflelling  der  begietiugen,  zij  men  niet 
te  haastig.  De  te  fnelle  begietiugen  veroorzaken  eene 
benaauwde  ademhaling,  de  lijders  zijn  buiten  adem, 
ook  is  de  indruk  der  koude  voor  fommigen  zoo  (Ierk, 
dat  dezelve  bijna  ondragelijk  word,  en  men  de  lijders 
met  geen  geweld  in  do  kuip  kan  houden.  In  zoodani- 
ge gevallen  late  men  den  lijder  verademen , fpreke  hem 
vriendelijk  toe,  late  hem  drinken  toedienen,  en  het 
hoofd  en  den  nek  wet  warm  water  baden.  Zulke  lij<* 
ders,  welke  dc  uitwerking  van  het  koude  water  zoo 
levendig  gevoelen , verdragen  het  voortdurend  gebruik 
van  dit  middel , hetwelk  des  niettegenltaande  dikwerf 
zoo  dringend  noodzakelijk  word , liet  gein  akke  lij  kst , wan 
neer  men  ieder  emmer  water  i^i  5 tot  6 gedeelten  over 
den  lijder  tBtRort , en  dat  wel  bij  tnsfchenpozingen 
waardoor  men  voorkomt,  dat  de  lijders  ni«t  buiten 

ade  ij] 


adeai  geraken,  on  deze  behandeling  gcniakkelijker  on- 
dergaan. Bij  de  zoodanigen  welke  reeds  herftellen , is 
deze  voorzigtigheid  dubbeld  noodig. 

Met  ongemeen  veel  leedwezen  heb  ik  ontdekt,  dat 
men  zich  in  onderfcheidene  Militaire  Hospitalen , 
hij  de  behandeling  der  befmettelijke  Zenuw-  en  hospi- 
taal koortfen,  van  de  koude  ltortbaden  niet  bediend; 
uit  vrees  dat  het  natworden  der  vloeren , fcliadelijke 
uitwafemingen  en  den  lijders  verkoudheden  mogten  ver- 
oorzaken. Deze  vrees  i*  van  allen  grond  ontbloot. 
Van  dit  nat  worden  beeft  men  niet  het  geringde  te  duch- 
ten, en  de  befmettelijke  typhns  - lijders , van  welke 
velen  zonder  de  baden  gebruikt  te  hebben , Herren  en 
de  ontwikkeling  ( Production ) der  fmetflofïe  zoo  aan- 
merkelijk verminderen,  zijn  door  de  ziekte  te  fierk  aan- 
getast,fan  dat  zij  nog  voor  de  nadelige  ui!  werkingen , 
namelijk  verkoudheden , door  liet  nat  worden  der  vloe- 
ren , eenige  vatbaarheid  zouden  hebben.  De  vertrekken 
in  het  Charite  huis , waarin  zich  de  gevaaiiijklle  ty- 
"phus  - lijders  bijna  altoos  ophouden,  droogen  nimmer 
geheel  op,  omdat  men  in  dezelve  altoos  gebruik  moet 
maken  van  de  baden,  maar  nooit  heb  ik  van  liet  nat- 
blijven  der  vloeren  eenige  nadelige  gevolgen  waargeno- 
men. Om  dit  te  verhoeden  kan  men  de  badkuip  in  eenen 
welbepikten  en  waterdigten  huk,  waarvan  de  rand  een 
half  voet  of  6 duimen  boven  de  kuip  uitüeekt,  plaat- 
fen,  bet  daarover  vloeijeud  water  aan  alle  zijden  op- 
vangen en  zoowel  het:  natworden  der  vloeren  als  do 
daar  opvolgende  uitwafeming  voorkomen  , zoo  als  ik  door 
de  laatfle  op  die  wijze  gedane  proeven , ten  overvloe- 
de heb  aangetoond.  Helaas!  deze  nietige  redenen  en  de 
Vrees  voor  liet  nat  worden  der  zieken  kamers,  zijn  ook 
de  aanleidende  oorzaken  dat  men  in  fonimige  Hospita- 
len } de  yloenm  der  zieken  kamers  in  het  geheel  niet 

of 


vT  zeer  zelden  laat  fchrobben.  De  gevolgen  uit  dezt 
verontreiniging , voornamelijk  in  opgepropte  hospita- 
len, ontltaande,  zijn  onberekenbaar.  In  het  bljvoegfel 
tot  dit  werk  zal  ik,  betrekkelijk  dit  onderwerp,  meer 
uitvoeriger  zijn. 


Van  eene  uitnemende  werking  was  het  aanhou- 
dend gebruik  der  wanne  baden  bij  dezulken,  wierher- 
• helling  volkomen  was  , en  voor  zoodanige  lijders  die 
zich  in  het  tijdperk  der  wederh  erli  eil  in  g bevonden. 
Dit  voortdurend  baden  fchijnt  de  huid  der  zieken, 
en  wel  voornamelijk  het  haar , van  fm  et  ft  offen  te  zui- 
veren , niéuwe  befmeltingen  te  verhoeden , de  weder- 
herftelling  te  befpoedigen , en  tevens  de  mededeling  der 
jmetliollé  aan  andere,  die  met  de  zieken  in  aanra- 
raking  komen,  moeijelijker  te  maken.  JNiet  minder 
zeker  is  het,  dat  het  aanhoudend  baden  des  ligcliaams , 
het  doorleggen  en  de  daardoor  voortgebragte  ontwik- 
keling van  het  koudvunr,  het  best  voorkomt.  Van 
een  groot  aantal  lijders  , die  door  kwaadaardige  Ze- 
il uw  koor  1 s waren  aangetast , had  2ic.l1  geen  een  door- 
gelegen , om  dat  zij  telkens  van  plaats  verwis  Telden , 
hunne  legerbeden  dikwerf  werden  vernieuwd,  en  dage- 
lijks onderfcheidene  reizen  de  baden  gebruikten.  Ge- 
lijktijdig werden  meer  andere  lijders  door  deze  meest- 
al toevallige  kwaal  aangetast,  waardoor  hun  leven  an- 
dermaal in  gevaar  was,  bij  welken  men  zich  van  deze 
geneeswijze  niet  had  bediend,  en  wier  huislelijke  om- 
Handigheden  dezelve  ook  ondoenlijk  maakten. 

J iet  veelvuldige  wasje  hen  met  koud  watei  , bh  eene 
aanhoudende  hitte  en  drooge  huid,  en  het  .aanloggen 
van  ijskoude  Hovingen  op  het  hoofd,  heeft  zich  in  het 

jaac 


jaar  iSi3  niet  minder  weldadig  beloond,  als  in  cïe vo- 
rige jaren.  Ook  in  de  burger  praktijk  bediend  men  zich 
van  dit  middel  veelvuldig,  naardien  de  aanwending 
daarvan  niet  omflagtig  en  niet  affchrikkende  is.  Er  zijn 
mij  ook  niet  vele  zieke  voorgekomen , welken  zich  niet 
gaarne  daaraan  zouden  hebben  onderworpen,  liet  ver- 
oorzaakt bij  de  meesten  eene  aangename  gewaarwor- 
ding, wanneer  zij  door  koude  omllagen  , door  liet.  was- 
fchen  met  koud  water,  al  is  het  dan  ook  maar  voor 
eenen  korten  iijd,  worden  verfrischt.  Wil  men  intus- 
Ichen  van  deze  middelen  een  wezenlijk  nut  trekken, 
dan  moeten  dezelve  meermalen  gebezigd,  en  de  omlla- 
gen op  het  hoofd,  tot  welk  einde  men  zich  voorname- 
lijk van  het  ijskoude  water  bediend,  zoo  dikwerf  wor- 
den vernieuwd , naar  mate  de  koude  der  omllagen  eene 
merkelijke  vermindering  heelt  ondergaan. 

Gedurende  het  winlerfaiPoen  maakt  men  gebruik  van 
grofgeklopt  ijs  of  fneeuw  met  water  bevochtigd  , het- 
welk men  tusfehen  linnen  doeken  legt,  en  liet  geheele 
hoofd  daarmede  bedekt,  en  zoodra  hei  ijs  of  delneeuw 
begint  te  fmelten  dadelijk  met  verfche  omllagen  doet 
verwis  leien.  De  Heelmeesters  en  Ziekenoppasfers  fclire- 
ven  het  voornamelijk  aan  het  veelvuldig  gebruik  der 
baden  toe,  dat  de  Befiemming  zoo  dikwerf  werd  voor - 
gekomen , en  dat  veeltijds  daar,  alwaar  de  eerlle  fpo- 
ren  der  plaatshebbende  befmetling  zich  deden  zien, 
zoodat  de  volkomene  uitbarsting  dcrzelve  niet  tol  ftand 
kwam.  Dit  middel  zoowel,  als  het  digr-lijks  genot  eener 
frisfche  lucht , kan  men  als  de  vermogendlle  behoed- 
middelen belchonwen  , waarbij  men  nog  zoude  kunnen 
voegen,  het  matig  gebruik  van  Herken  en  fjiecereijach- 
tigen  brandewijn,  kort  voor  het  bezoek  der  ziekeu 
gedronken,  eene  voedfame  en  prikkelende,  nogthans 
•ene  met  de  ligchaams  en  zieUkrachten  van  ieder  in- 
ch- 


dividu  ia  verband  ftuuiuic , leefregel , en  een  opge- 
Tiiimd  gemoed. 

J k reken  hcL  veelvuldig  warm  baden  der  lijders, 
in  de  IIospLnleu  ouder  de  moest  vermogende  hulpmidde- 
len ter  verhouding  der  Hospitaal -bef metting.  In  Hos- 
pitalen, alwaar  men,  met  inachtneming  dor  overige 
vereis  cliten , ter  in  fta  tui  houding  eener  nootzakelijke 
zuiverheid } zich  veelvuldig  van  de  baden  bedient,  ziet 
men  niet  ligt  dat  Hospitaal-  koortfen  ontllaan.  Ilef- 
llellende  lijders,  welke  voor  hunne  inlegering  bij  de 
burgers , zich  veelvuldig  van  de  baden  hebben  bediend , 
eu  wier  klederen  te  voren  op  eene  behoorlijke  wijze 
worden  tuLgewasfchen , brengen  het  algemeen  welzijn 
geen  nadeel  toe,  daar  in  tegendeel  het  verzuim  van 
deze  maatregelen,  — het  is  nog  onbellist  of  derzelver 
nuttigheid  uil  een  geneeskundig  dan  uit  een  haat  kun- 
dig oogpunt  befehouwd,  grooter  is,  - zoowel  aan  liet 
welzijn  der  foldaten,  als  der  burgers  even  veel  nadeel 
toebrengt. 


De  braakmiddelen  hebben  op  verre  na  niet  dat 
nut  bewezen , hetwelk  mem,  na  de  herhaalde  aanbeve- 
lingen van  zoo  vele  beroemde  Geneesheren , zoude  ver- 
wacht  hebben.  Deze  zijn, zoo  als  men  weet,  in  om- 
Jlandighedeu , waarin  men  eene  plaatshebbende  beluiel:- 
iing  vermoed,  ia  zulk  eene  achting,  dat  men  zicli  aan 
verwijlingen  zoude  bloolliellen  , wanneer  men  in  dusda- 
nige gevallen  van  dezelve  geen  gebruik  had  gemaakt. 
Dikwerf  zijn  ons  gevallen  voorgekomen  waar  wij  den 
braakmiddelen  dadelijk  in  het  begin  der  ziekte  toegediend 
hebben,  om  de  beüncttiug , welke  naar  alle  waar  l'clujn- 
ïijkheici  kort  tc  voren  had  plaats  gegrepen,  te  verhoe- 

G • den , 


98 


den , maar  zeldzaam  beantwoorde  de  uitkomst  aart 
mijne  verwachtingen.  De  koorts  ontwikkelde  zich , 
des  niettegenllaande  in  al  derzelver  hevigheid , en  het 
braakmiddel  veroorzaakte  geene  kennelijke  verandering. 
Sommigen  braakten  in  het  geheel  niet , offehoon  zij  cene 
genoegzame  hoeveellieid  van  den  braakwortel  hadden  ge- 
bruik! , cn  bij  anderen  veroorzaakte  dezelve  cenen  buik- 
loop, welke  niet  zelden  gedurende  «enige  dagen  aan- 
houdende, door  lijmachtige  eu  bedwelmende  ( nar-- 
kotifche ) middelen  moest  worden  tegengegaan.  In 
het  tegenovergefteld  geval , zullen  wij  ook  die  ge- 
vallen niet  met  liilzwijgen  voorbijgaan  , in  welke 
deze  middelen  feheuen  aangewezen  te  zijn. 

Sommige  individus  , b.  v.  Ziekenoppasfers , en  hunne 
plaatsvervangers,  die  zich  verbeelden,  LePmet  te 
zijn  , ( offchoón  dit  zeer  twijfelachtig  was  , ) geloof- 
den , na  het  gebruik  van  deze  middelen , eene  fpoedige 
beterfchap  te  ondervinden.  Het  is  niet  te  ontkennen , 
dal  dit  middel  in  fommige  der  gegevene  gevallen , een 
wezenlijk  nut  heeft  aangehragt,  echter  fchijnt  het  on- 
mogelijk, dit  met  zekerheid  te  beweren,  naardien 
men  leu  tijde  van  befmellelijke  en  doorgaande  koort- 
fen , menig  onbeduidend  kwalijk  bevinden , veel  te 
voorbarig  voor  liet  begin  eencr  kwaadaardige  ziekte 
houd.  In  fommige  gevallen  hebben  de  braakmidde- 
len een  wezenlijk  nut  aangebragt,  namelijk:  in  bij- 
komende roosachtige  ontllekingen , hardnekkige  ontJfie- 
king  der  oorklier , hevige  rheumatifche  pijnen  in  het 
tijdperk  der  wcderlierftelling , en  eindelijk  in  gevallen, 
wanneer,  na  overlading  der  maag,  wederinhortin gen 
hadden  plaats  gehad. 

Wanneer  ik  het  befluit  dezer  waarnemingen  opma- 
ke,  dan  fchijnt  liet  mij  toe,  aan  de  braakmiddelen , 
in  deze  gevallen  die  waarde  niet  te  moeten  hechten  , 

wel- 


Welkö  riiëti  ïi'ili  'dezelve  tot  hiertoe  heeft  toegekeacl. 
De  vzelver  werking  fchijnt  met  betrekking  tot  dc  he- 
vigheid van  den  aanval  der  fmet'ioHé,  op  liet  lierslën 
en  zoiiuwgéfuri , de  bdineüit  g werkelijk  plaats  gegre- 
pen hebbende,  te  on  ven  nodend  te  zijn.  Het  is  nog  niet 
geheel  voldongen,  dat  de  Jhietltolïe  door  tien  mond  in 
de  maag  kan  komen , on  door  braakmiddelen , dadelijk 
na  de  befmettiug  toegediend,  kan  worden  verdreven, 
en  niet  minder  onwaarschijnlijk  is  het , dat  het  zW«et- 
verwekkend  vermogen  der  braakmiddelen , aan  het 
welk  fomnuge  Geneesheren  enne  bijzondere  kracht 
hebben  toegekend,  de  fmethoïïè  wederom  door  de  huid 
openiugen  kan  doen  verdrijven.  Alen  kan  het  uaauwe» 
lijks  daarvOQr  houden , dut  dé  hoffe,  welker  natuur 
en  wijze  vau  werking  te  fijn  fchijnt  te  zijn  , eenmaal 
in  het.  ligchaam  opgenomen  zijnde,  op  eene  dusdanige 
werk  tui  gelijke  wijze  zonde  kunnen  worden  verdreven.. 

Oiigelijk  meer  nut  hebben  de  koude  begietingen  te- 
weeg gebragf , van  welke  sneu  zich  dadelijk  in  het 
begin  der  Ziekte , hij  de  warme  baden  tevens , bediende  > 
en  die  ik  uit  dien  hoofde  niet  genoeg  kan  aanprijzeu. 
"Wanhiudien  ik  mij  niet  vergisfe,  en  uit  het  reeds  aan- 
gevoerde  blijkt  zulks  duidelijk , dat  hierbij  eene  dwaling 
ligt  koude  plaats  grijpen , dan  heeft  men  doorliet  vroeg- 
tijdig gebruik  der  koude  begietingen,  de  volkomen« 
ontwikkeling  der  reeds  begonnen  befmettelijke  Zenuw  • 
koorts,  bij  velen,  -eeds  door  de  belhietting  aangetast« 
Zieken  oppas  Iers  j gelukkig  verhoed.  Nader  te  doene 
proeven , zullen  dit  in  ecu  helder  daglicht  plaatfen. 

Aderlatingen  en  Bloedzuiger  . Vroegere  , zoowel  als 

O O u 

latere  waarnemingen  hebben  v >laingend  bewezen  , 
dat  de  befmettelijke  Zenuwkoorts,  voornamelijk  in  het 
eerhe  tijdperk  der  ziekte,  eene  volkrachtige  en  tot 
vntiiekmg  geneigde  gelleldlieid  ^ Jlhenijirtem , habitus  j) 

G 2 aan- 


ÏOO 


aanwezig  zijnde,  en  waarbij  men  eene  overhelling  tot 
plaatfe  lijke  oijtftekingen  der  edelen  delen  niet  koude 
miskennen , het  gebruik  der  algemeene  aderlatingen  ge- 
biedend  vorderde.  Hiertoe  beliooren  die  gevallen  van 
eene  lievige  ijlhoofdigheid  tot  eene  volkomene  razer- 
nij , van  hevige  ft  nipt  rekkingen  , dadelijk  in  liet  be- 
gin der  ziekte,  van  ontüeking  - toevallen  der  longen 
en  van  het  borstvlies  vergezeld , van  de  eigendomine- 
lijke  kenteekenen  der  ontltekings  - koorts  (fynoc/ia), 
glimlerende  oogeu,  onrustige  houding,  harde,  vol- 
le en  liielle  pols. 

De  Aderlatingen  fnuiken  in  deze  gevallen  de  woede 
der  koorts , verminderen  d%  lievigheid  der  werkingen , 

{ Aktionen  ) en  dragen  zeer  v^e!  bij  , om  de  boosaardig- 
heid vin  het  tweede,  echt  Zenmvachlïg  tijdperk  van 
deze  Pynocha  contagiofa  te  matigen.  Ju  den  loop  der 
maanden,  Maart,  April  en  Meij  hebben  wij  gelijkfoor- 
lige  gevallen  dikwerf  waargenomen,  oflehoon  de  lijders 
doorgaans  in  een  zoodanig  tijdllip  lot  ons  kwamen  , 
waarin  men  de  hervatting  der  aderlatingen,  door  hun- 
ne vroegere  geneesheren  bewerkftelligd  voor  overbóo- 
dig  hield,  nogthan?  had  ik  daardoor  gelegenheid,  om 
mij  te  overtuigen  , dat  dit  middel  aan  foinmigen  veel 
nut  had  te  weeg  gebragt , offehoou  andere  niets  beflis- 
fendst  daarvan  hadden  ondervonden.  Andere  cn  ge- 
lijkfoort ige  lijders,  welke  men  tijdig  genoeg  in  liet 
ziekenhuis  had  gebragt , liet  men  met  goed  gevolg 
«ene  ader  openen , en  werden  daardoor  tot  liet  ge- 
bruik van  andere  middelen  als  hel  ware  voorbereid. 
Dal  de  koude  begielingen  door  dit  middel  overboodig 
werde«  gemaakt,  is  mij  niet  gebleken , in  tegendeel 
gelove  ik overt uigd  Ie  zijn,  dat  de  aderlatingen , in  ve- 
le oinilandighedeii , door  dit  middel  werden  nut Letoos 
gemaakt. 


la 


ß 


• — 301  — ' 

In  de  maand  Meij  kregen  wij  in  ons  Ziekenhuis  oli- 
derfcheidene  lijders  door  Zenuwkoorts  aangetast,  van 
eene  volkrachtise  gelleldheid,  en  met  zulke  allervre- 
lelijke  ontftekings  - toevallen , dat  ik  geene  zwarigheid 
koude  maken  , om  algemeene  bloedontlastingen  , gevolgd 
van  bloedzuigers,  en  het  gebruik  van  de  caiomd,  te 
bewerkflelligen  Het  gevolg  dezer  behandeling  kondc 
niet  beter  aan  liet  oogmerk  voldoen , doordien  men 
reeds  na  verloop  van  7:2  uren,  eene  volkomene  her- 
flclling  koude  vooripelleu , zoodra  men  zich  gelijktijdig 
van  de  kom lé  begietingen  bad  bediend,  maar  buiten 

DO  J 

deze  middelen  waren  alle  anderen  overboodig. 

Wanneer  de  befj nettelijke  Zenuwkoorts  zich  dadelijk 
in  het  begin  vergezeld  niet  ontl’lekingen  der  luchtpijp, 
der  longen,  der  darmen  enz.  deed  kennen,  was  de 
aderlating  ook  onontbeerlijk  Ue  eenzijdige  gedachte 
van  den  typhus , bel’dhouwd  als  eene  ziekte  der  zwak- 
heid , moest  dit  niet  inden  weg  liaan  , naardien  wij  bier 
niet  fpreken  van  den  gewoonen , door  verzwakken- 
de oorzaken  plaats  grijpenden  typhus  , maar  in  tegen- 
deel van  een  geheel  eigendommelijk  lijden,  hetwelk 
doszelfs  ontdaan  aan  den  invloed  van  een  bijzonder 
dierlijk  gif  beeft  dank  le  wijten,  bij  gevolg  van  eene 
ongeregeldheid  der  werkingen  ( Anomalie  der  j unktionen) 
van  bet  gevoelig  gefiel , welke  door  liet  begrip  van  zwak- 
heid ( slsthenie)  geenziuts  wordt  uitgedrukt.  In  deze 
omli.andigheclon  Icheen  defmetftolle  eerder , als  een  prik- 
kelend lebadebjk  vermogen,  liet  prikkelbaar  geliel  aan- 
gedaan te  hebben,  en  in  fommi ge  vaat. rijke  ingewan- 
den, eene  dadelijke  K aktive ) onllieking  le  hebben 
doen  ontliaau.  Naai’  gelang  deze  plaallelijkc  aandoe- 
ningen vroeger  Hand  grepen,  en  heviger  werden,  des 

\ 

te  noodzakelijker  werdende  Aderlal ingen  geoordeeld. 
Hoe  minder  de  ontfleking  dier  delen  was,  des  le  min- 

H 3 der 


102 


dor  noodzakclijk  was  het  ook,  met  dit  middel  voort  te 
raren.  Bij  de  meesten,  die  eenige  dagen  voor  hun- 
ne komst  in  liet  Ziekenhuis,  aanwijzingen  daartoe 
mochten  hebben  doen  blijken,  werd  liet  thans  hij  het 
in  werking  brengen  dezer  nieuwe  behandeling  niet 

O Ö cl 

meer  vereischt,  en  ik  liet  de  vernieuwing  'daarvan  te 
meer  achter  wege,  naardien  mij  vroegere  waarne- 
mingen en  proeven  hadden  voorgelicht  dat  het  lauter 
gebruik  maken  de rz el  ven  meer  nadeel  dan  voordeel  kou- 
de te  weeg  brengen.  Het  verdient  nog  opmerking, 
dal  in  het  verder  beloop  van  den  lyp/ius , en  bij  de 
plaatshebbende  beterleb ap  van  liet  lijden  der  hersie- 
lien,  zich  daarbij  nog  opvolgende  ontilekingachtige 
toevallen  der  longen  , en  van  bet  liet  borst  vlies  kan- 
nen vergezellen,  welke  latere  aderlatingen  gebiedend 
vorderen.  Men  zoude  de  lijder  aan  hel  grootlte  gevaar 
bloot  Rellen,  wanneer  men  zich  verbeelde,  dat  een 
typhus  ~ lijder,  als  zoodanig,  de  bloedontlasting  niet 
zoude  wederltaan , naardien  de  opneming  dezer  eigen- 
aardige .(ïneLhofle , de  vorming  eener  ware  ontlleking 
niet  geheel  nillluit,  en  men  buitendien  niet  zelden  op- 
merkt, dat  de  zoodanige»,  die  kort  ie  voren  aan 
Zenuwkoorts  leden  , daarna  fpoedig  door  oene  waare 
longontlieking  worden  aangetast,  welke  als  gevolg  der 
uitwerking  van  de  gelieldhoid  van  het  weder,  tot  Hand 
komt,  en  zoo  als  men  weet,  niet  zonder  ontjiekirigwe - 
rende  middelen  kan  worden  ten  ondergebragt. 

In  de  laatRe  maanden  van  het  jaar  i8i3  ( zoo  als  in 
de  eerl ‘te  maanden  van  hel  jaar  1814,)  vermeerderde 
h t getal  dier  Zenuw koorliige  lijders,  bij  welke  de 
aanwijzing  tot  algemene  bloedontlastingen  nog  drin- 
gender was,  dat  te  vooreu.  Hierbij  kwam  ook  nog 
hel  langzaam  toenemend  en  eindelijk  noodlottig  gebrek 
aan  bloedzuigers , welke  men  niet  meer  in  die  ver- 

eisch- 


«■sclite  menigte  tonde  niagtig  worden,  waardoor  men 
üicli  gedrongen  voelde,  de  aderlatingen  als  derzelver 
plaats  vervangende,  te  be  werkheiligen.  Over  liet  ge- 
heel genomen , beantwoorden  deze  zeer  wel  aan  het 
oogmerk,  want  vele  ware  typhus  - lijders  werden  met 
'iet  beste  gevolg  een  of  meerdere  reizen  eene  ader  ge- 
opend, en  liet  nut , daardoor  te  weeg  gebragt,  was  te 
a-mmerkelijker , naar  mate  men  dezelve  vroegtijdiger 
in  liet  werk  Helde.  Dikwerf  werd  daardoor  de  he- 
vigheid der  ziekte  kennelijk  verminderd,  fpoedig  ver- 
anderde de  gehele  gefteldheid,  en  deed  eene  onveran- 
derlijke gunstige  wending  geboren  worden.  De  Bloed- 
zuigers echter  werden  door  dezelve  niet  vergoed , zoo 
als  ik  op  grond  van  meerdere  waarnemingen  kan  be- 
weren , naardien  de  -plaatjelijke  bloedontlasting , door 
dezen  veroorzaakt , en  in  de  nabijheid  der  bij  voorkeur 
lijdende  delen  bewerkflelligd , eene  kennelijke  vermin- 
dering , in  de  wezenlijke  krankheid  der  hersfenen  te 
weeg  brengt. 

De  gefteldheid  van  liet  afgetapte  bloed  was  zeer 
vcrlchillende.  In  vele  gevallen,  waarin  de  bioedaf- 
tappiug  een  beflisfend  voordeel  aanbragt,  was  geene 
bijzondere  ontftekings- korst,  echter  befpeurde  men, 
voornamelijk  in  liet  begin  der  ziekte,  dat  de  bloedkoek 
van  een  vast  maakfel,  en  naar  evenredigheid  weinig 
bloedwater  voorhanden  was.  lu  de  meer  koude  maan- 
den van  liet  jaar,  befpeurde  men  nogthans  de  ontltc- 
kingskorst. 


i 

In  de  reeds  genoemde  maanden,  bediende  men  zich 
oneindig  meer  van  de  Bloedzuigers  , welke  over  liet 
algemeen  eene  voortreffelijke  uitwerkin  deden.  Deze 

G 4 wa- 


io4 


waren  zoo  kennelijk,  en  lief,  getal  der  lijders,  die 
dezelve  benodigd  waren,  was  zoo  aanmerkelijk , dal 
wij  gedurende  lommige  weken  wel  1000  bloedzuigers 
( * j gebruikten. 

Men  bediende  zich  van  dezelve  voornamelijk  in  he- 
vige en  aanhoudends  ijl  hoofdigheid , biiblijvende  be- 
dwelming, Ihtapzuchl  , en  in  de  gevaarlnké  oinllandig- 
h ode ii  der  aän  nadering  van  waterhoofd , hoe  ook  dege- 
jiehlheid  van  den  lijder,  deszells  onderdem  en  delangdn_ 
righeiddor  ziek l.e  zijn  moglen.  Jfe  bloedzuigers , hoezeer 
bijiommige  lijders  eerst  op  den  yden  dag  aangelegen . 
hebben  voel  voordeel  gedaan  Sommigen  beantwoorden 

o O 

maar  voor  een  tijdlang  derzclver  nuttigheid,  na  ver- 
loop 

Eenc  zoo  groote  Yereischtwovdendc  hoeveelheid  van 
bloedzuigers,  welke  de  Apothekers  i iet  in  voornad  konden 
houden  , heeft  op  ondcrrcheide.ue  plaal.cn  , air  aar  men  deze 
geneeswijze  in  de  aldaar  gevestigde  Jdililairc-Hosj  italen  in- 
Toerd.e  , den  gehelen  voorraad  dcrzel-en  doen  gehruike«,  en 
bij  gevolg  een  tijdelijk  gebrek  tra  gevolge  gehad.  Mea 
zoude  dit  door  cene  zorgvuldige  bewaring  cu  koestering 
der  reeds  gebezigde  bloedzuigers  , welke  nmo  , na  ceni * 
tijdverloop,  offehoou  ook  i.a  ccnige  maanden,  terwijl  zij 
te  vroeg  weder  aangelegd,  te  zeer  vermoeid  zijn,  eu  met 
Jlerk  c ii  fpoedig  genoeg  zuigen  > wederom  Lau  aanleggen, 
kunnen  veihoeden.  la  dc  Militaire  Hospitalen  , zoude  cea 
Apothekers  of  Chirurgijns  leerling  , deze  taak  namelijk  der 
verzorging  v;  n de  reeds  gebezigde  bloedzuiger t op  zich  kunnen 
nemen  , en  met  de  meeste  nauwgezetheid  daarvoor  waken  , 
om  dat  een  plaatshebbend  gebrek,  teae  groote  verlegenheid 
doet  onlltnnu  , en  het  bloedig  koppen  , waarbij  dc  onilas- 
tiug  van  bloed  te  langzaam  is,  in  cene  te  geringe  hoeveel- 
heid al’vloeit  , cn  op  lommige  plaatlen  van  liet  ligchaam  , 
niet  dan  met  zeer  v«cl  moeite  kan  worden  in  het  wcik  ge- 
luld, derzclver  jdaa’s  niet  verv.ugt. 


loop  van  48  lol  (>o  uren  , vernieuwden  de  toevallen  van 
liet  hersfengellel , welke  wederom  verdwenen,  wan- 
neer men  een  genoeg  faam  getal , bij  yolwasfenen  van  i5 
tot  20,  aan  liet  voorhoofd , of  aan  de  Jlapen  tot  twee  en 
drie  reizen,  deed  aanleggen.  Vele  lijders  zijn  herfleld, 
bij  welken  van  tijd  tot  tijd  een  aantal  van  4°  bloedzui- 
gers had  gezogen  , en  waar  de  daaropvolgende  bloedont- 
lasting eenigen  tijd  was  onderhouden.  Jh’j  fommigen 
had  deze  opvolgende  . bloedontlasting,  door  verzuim 
des  geneesheer.? , aan  wien  de  11  uiting  dezer  ontlasting, 
was  opgedragen,  tegen  mijnen  zin  te  lang  geduurd, 
nogthans  was  mijne  bezorgdheid , dat  daaruit  welligt 
nadelige  gevolgen  zouden  hebben  kunnen  voortvloeien  , 
geheel  onnodig  Ik  kan  mij  geen? geval  te  binnen  bren- 
gen, waarin  het  lang  nabloeden,  uit  de  gemaakte 
wond  der  bloedzuigers , de  genezing  van  den  typhus  zou- 
de verzwaard , of  wel  geheel  verijdeld  hebben.  Ik 
waardeer  dit  middel  als  ecu  der  meest  vermogendlien , 
hetwelk  ik  bij  een  voortdurend  plaatshebbend  lijden 
der  hersfeuen’,  nimmer  onbeproefd  liet,  hetwelk,  bij 
liet  aanhoudend  lijden,  geene  wezenlijke  tegenaan  wij- 
zingen oplevcrt , en  in  dit  geval  op  alle  tijdperken  der 
ziekte  pasfende , derhalve  ook  eene  algemene  en  drin- 
gende aanprijzing  verdient. 

Veeltijd^  heb  ik  in  plaaifelijhe  ontßehiugen , de 
bloedzuigers,  zoo  veel  mogelijk,  in  de  nabijheid  der 
aangedane  delen  doen  aan  leggen , en  ook  in  die  geval- 
len de  uitmuntende  werkingen  daarvan  ondervonden. 
Hiertoe  breng  ik  die  gevallen,  welke  eene  ontflekim» 
der  milt,  van  liet  ftrottenhoofd , van  de  maag,  der 
darmen,  van  liet  borstvlies , enz.  doen  vermoeden. 
Eene  bijzondere  opmerking  verdienden  fommige  lijders , 
welke  door  eene  behnettelijke  Zenuwkoorts  vergezeld  , 
met  toevallen  van  Geelzucht.  ( typhus  iclerudes  J wareu 

G 5 


aan- 


aangetast,  waarbij  zich  nog  voegden  Verlchijn  leien  deï 
ontitekingen  van  de  Milt , of  van  de  maag.  Derzelver 
toehand  was  zeer  bedenkelijk,  en  leverde  weinig  hoop 
tot  herfiel;  de  bedwelming,  uitputting,  aanhoudende 
braking,  draoge  huid,  aanmerkelijke  misklenrigbeid 
der  oppervlakte,  waren  alle  kennelijke  teekenen  van 
het  gesvigt  der  ziekte.  Warme  baden,  caloniel  , inwrij- 
vingen  met  kwik,  hovingen  met  azijn , koolenzuur t 
kramph.il  lende  middelen  van  verleb il lenden  aard  , de- 
den in  dezen  gavallen  geene  de  minlie  uitwerkingen , 
alleen  de  plaatfe lijke  bloedontlasting,  welke  door  de 
Bloedzuigers  werd  veroorzaakt,  fclieen  hulp  toele- 
brengen.  W17  moeten  ook  die  gevallen  van  opvolgen- 
de onthekingen  van  het  borstvlies,  niet  voorbijgaan, 
welke  niet  zelden  in  het  tijdperk  van  vermindering  der 
ziekte,  plotleling  plaats  grepen,  nadat  de  iypheufe 
toeffand  der  hefsfenen  was  verbeterd , en  als  liet  wa- 
re in  eene  verplaatfmg  van  het  lijden  op  liet  prikkel- 
baar geitel,  zijnen  grond  fclieen  te  hebben.  Ju  zoo* 
danige  gevallen  gebeurde  het  ook  niet  zelden, dat  door 
het  fpoedig  en  ruim  aan  leggen  van  bloedzuigers  , het 
dreigend  gevaar  werd  afgeweerd.  De  herhelliug  in- 
tusfehen  was  dan  ook  met  meer  moeite  vergezeld  , 
zoodra  volkomene  longontftekingen  zich  daarbij  voeg- 
den, welke  men  te  ligtei  konde  over  ’t  hoofd  zien, 
naardien  de  lijders  dikwerf  in  't  geheel  niet  klaagden. 
Helaas  ! moet  ik  echter  lijders  betreuren , bij  welken  liet 
niet  gebeuren  mögt , het  dadelijke  uiteinde  te  voor- 
komen, voornamelijk  dan  niet,  wanneer  beiden  de 
longen  tevens  door  onlücking  werden  aangetast,  om- 
hand ikheden  , waarover  ik  niet  met  zekerheid  zoude 

u ' 

hebben  kunnen  oordelen  , ware  het  niet.  dat  de  lijkope- 
ningen der  lijders  zidks  hadden  gehaaid  Het  is  bij  mij 
nog  aan  twijfeling  onderhevig,  of  eene  volkomene 

ont- 


107 


ontJTeking  van  beiden  cle  longen,  vooron  derf  lel  d dat 
liet  karakter  der  fynocha  nog  aanhoud,  immer  genezen 
word  ? Over  hel  algemeen  ontflaat  hier  eeue  fnej.1* 
doorzweting  en  verdikking. 


In  onderscheidene  wanhoopige  onhandigheden , wan- 
neer alle  middelen  ons  hunnen  bijliaml  ontzegden 
betoonden  de  dadelijke  bijtmiddelen  ( cavterium  acht - 
ale  j zulke  uitltekende  dien  hen , dat  zelfs  lijders  van 
den  oever  des  doods  plotfeling  gered  werden , en  we- 
der herleefden  Deze  waren  de  vormen  der  Zenuw- 
koorts, waar  eeue  geheele  uitputting,  Slaapzucht,  een 
volkomen  lijden  ( Passivität ) en  de  onvatbaarheid 
voor  uitwendige  prikkels , het  hooglie  toppunt  bereikt 
had,  wanneer  de  vermogendüe  opwekkende  midde- 
len, de  koude  liortbaden  en  begietingen,  na  vooraf 
gebezigde  bloedzuigers,  het  druipbad,  de fpaanfehevlieg 
pleisters  op  het  hoeld  aangelegd,  en  andere  uitgezogte 
opwekkende  middelen,  geene  de  rainfte  uitwerking  de- 
den, wanneer  eene  volkomene  bedwelming  plaatshad, 
de  lijders  Sprakeloos  en  onbewegelijk  uitgeftrekl  lagen, 
niets  hoorden , men  geene  fpooren  van  werkingen  der 
ziel  koude  ontwaren,  en  liet  prikken  mot  naalden, 
diepe  gemaakte  inkervingen,  en  eene  plotfeling  ver- 
oorzaakte hevige  koude  het  gevoel  van  den  lijder  niet 
opwekte,  alsdan  bediende  men  zich  van  de  dadelijke 
bijtmiddelen  , ( Gaiiterium  actuale  ) ter  grootte  van  eene 
Schelling;  in  den  nek  en  langs  den  ruggegraad  aangelegd, 
welke  bij  vele  eenen  zoo  Herken  indruk  veroorzaakte, 
dat  de  lijders  uit  hunnen  diepen  flnimer  ontwakende, 
door  trekkingen  in  het  aangezigt , hel  gevoel  der  liner- 
te  te  kennen  gaven,  ja  Somwijlen  zelfs  daarover  klaagden 

Cil 


•n  onder  hel  aanhoudeuk  gebruik  van  dit  middel . het- 
welk dagelijks  een  of  twee  reizen  herhaald  word , 
volkomen  herilelden , en  bijaldien  dit  geen  plaats  vond , 
noslhaus  meer  Aaibaar  werd  voor  de  uitwerkingen 

u O 

van  de  anders  zoo  veelvevmoogeude  middelen  , name- 
lijk voor  de  koude  begielingen. 


Vele  lijders  ziju  door  dit  Aalvermogend  middel  gc- 
lukkig  gered,  welke  anders 'Lij  deszelfs  ontflenlenis , 
naar  alle  waarschijnlijkheid  zouden  zi)n  geftorven, 
daar  de  uil  gezochtlle  middelen  , of feJioon  mei  de  meeste 
omzigtigheid  en  aanhoudend  toegediend,  niet.  in  ii.aat 
Avaren,  den  hier  plaatshebben  den  kAvaivdaardigen  toe- 
11  and  des  lijders  te  verbeteren.  JJef.  is  in  (te  natuur 
der  zaak  gelegen,  dat  het  Arerkvermogen  van  dit  mid- 
del, zoo  wel  als  dat  vn  eik  ander,  zijne  grenzen 
moet  hebben.  Heeft  werkelijk  eene  verlamming  van 
het  geheeie  Zenuwgeftel  plaats,  is  de  | nikkel  vat  baar- 
heid geheel  uit  gedoofd  , alsdan  zal  ook  dit  middel  gceiie 
de  mi n lle  uiiwerking  vóórtbrengen , en  het  zoude  zeer 
dwaas  zijn,  van  djl  middel  eeuig  het  minst  nutte 
verwachten  Ju  oen  tegen  overgelield  ge\'al , is  dit 
middel  ook  te  veel  v<  -mogend  r en  uithoofde  der  /iner- 
te» welke  daardoor  worden  veroorzaakt , le  zeer  af- 
fe h rikkend  , dan  dat  men  hei  zei  \c  aiulers  als  iu  wau- 
hoopige  oniltaiidig heden  zond-.-  durven  bnp. •<  cv  ? .Jen 
moet  inlusfchen  bij  des  zelfs  gebruik  nie!  Met -ach- 
tig zijn,  naardien  de  ontlU  isi  r.g  eu  v<- roti  erin  •.*  daar- 
door veroorzaakt , niet  veel  belecken-  u,  en  .«ene  na- 
delige gevolgen  naar  >'ic!.i  liepen,  t en  Hotte  moet  ik  nog 
gewagen,  dat  fedei  t den  Jdatfte  nu  dn.  y«  .-  zeer 
‘gevaarlijke  lijders  van  deze  foo  . hor  hM.ulp  Aan  dit 

yeehermogeud  middel  , imder  urn.,  aidigi,  . ,:oo 
weinig  hoop  tot  redding  oplever. leu  , g-h;..  ^ /J 

werden.  Dit  geval  heeft  nu  in  heL  (einde  van  de  niuu  . ..  .«■- 


Imiarij  18;  4 ) bij  een  jong  meisje  plaats  gehad , het- 
welk in  zoodanige  gefteldheid,  door  tl«  befmettelijke 
zenuwkoorts  aangepast,  geheel  verwaarloosd  in  het 
ziekenhuis  werd  ebragt , zoo  dat  wij  alle  oogenl)likkeii 
haar  einde  Le  gemoet  zagen.  Naardien  hei:  verhaal  en  de 
gevolgen  der  behandeling  overwaardig  tot  algemeeu- 
makiug  fchijneu,  zoo  heb  ik  mij  voorbehouden  van 
dit  geval  in  mijn  Jrehiu  fur  medicini/che  Erfahrung 
meer  bijzonder  gewag  te  maken. 


Over  het  algemeen  behoefden  wij  zeldzaam , de  dus  ge* 
noemde  Geneesmiddelen  , ook  in  de  laallle  maaudcn  van 
tleeze  Epidemie  , toe  te  dienen.  Over  liet  geheel  gere- 
kend, werden  van  de  tien  lijders,  ten  mi nheu  negen, 
zonder  eenig  geneesmiddel , herfleid.  Uitzonderingen 
van  dezen  regel,  bij  welke  men  zich  voornamelijk  van 
de  vlugge,  en  ae! icril ehe  middelen , met  hel  beste  gevolg 
bediende,  waren  bijzonder  de  zoodanigen  alwaar  een 
toefland  van  ware  uitputting , van  wezenlijke  ver- 
zwakking der  levenskrachten , met  eenen  kleinen  , knellen 
en  zwakken  pols,  koude  handen  en  voeten,  Üuipach- 
tigc  braking  enz.  plaats  hadden.  Zulke  lijders  waren 
niet  zelden  door  vroegere  ziekten,  fterke  ontlastingen 
enz.  uitgeput , de  Zenuwkoorts  was  van  eenen  län- 
geren duur,  en  de  behandeling  derzelve  verzuimd  ge- 
worden. Deze  lijders  werden  warmer,  dan  gewoon- 
lijk, behandeld,  zorgvuldiger  toegedekt,  moesten  zich 
herhaalde  reizen  dagelijks  warm  baden,  aan  hun  werd 
zelfs  vleesnat , wijn,  zwavelaether , Arnïca , Peruvi - 
aanf'che  bast,  in  den  gewonnen  vorm  en  menging  loege- 
diend.  Onder  het  gel  al  der  typJius  - lijders  waren 
bijzonder  eemgc  bejaarde  lieden,  welke  zoodanige  op- 
wek- 


HO 


Wékkende  middelen  volArekt  benodigd  waren,  tu 
daarvan  over  het  gemeen  eene  uitmuntende  werking 
befpeurden. 

"Wijders  behooren  ook  hiertoe  gerekend  te  worden, 
die  vormen  van  typhus , welke  met  eene  bepaalde  ge- 
neigdheid tot  onmatig*  ontlastingen,  voornamelijk  met 
buikloopen,  vermengd  zijn.  Naar  mijn  oordeel  is  het  te 
zeei*  gewaagd,  en  dikwerf  zeer  nadelig,  eiken  buikloop 
welke  bij  zenuwkoortfen  van  zelveu  onlftaat,  fpoedig 
te  fluiten.  Dat  liet  ten  minften  overböodig  was,  kan 
men  reeds  daaruit  afleiden,  dat  vele  lijders  herlteldeu 
offchoon  deze  ontlastingen  , juist  in  liet  tijdperk  eener 
gunstige  Icheidiiig , plaats  grepen , en  zoo  als  de  onder- 
vinding ook  duidelijk  aangeloond  heelt,  dat  niet  zel- 
den eene  plotfeünge  verergering  van  hei  lijden  der 
herslenen,  bijzonder  eene  vermeerdering  der  llaaj)- 
zuelit  en  bedwelming  plaats  had,  zoodra  deze  vrijwil- 
lige ontlastingen,  welke  in  andere  omlUndiglieden , 
door  lmnne  hevigheid,  hoedanigheid  en  kennelijke  on- 
gunstige uitwerking  ter  verergering  der  g<  heele  ziekfe 
( gefammt  krankheid)  konden  medewerken,  werden 
gefluit. 

liet  is  mij  gebleken,  dat  Zeuuwkoor tilge  lijders, 
door  ontßeking  achtige  toevallen  der  lever,  van  de 
maag  en  der  darmen  aangetast  , l’omwijlen  vrijwillige 
buikloopen  kregen,  waardoor  zij  eene  geele  cn  groen- 
achtige Holle,  in  groote  hoeveelheid  ontlasteden , en 
wel  met  oenen  kennelijk  weldadige»  invloed  op  den  (iaat 
van  ontfteking  dier  bewerktuigde  doelen,  door  welker 
ontfleking  deze  afwijking  {anomalie)  in  de  afïcheiding 
der  zei  ven  fcheen  voorlgebragl  lc  zijji.  Deze  l’oort  van 
buikloop  is  zeker  van  eene  kritifche  natuur,  en  liet  zou- 
de bij  gevolg  zeer  fchadelijk  zijn,  denzelven  te  fluiten. 
Dikwijls  koude  men  het  ais  nuttig  bef chouwen , den 

buik- 


buikloop  door  calomel  en  gelijkfoortjge  ontllekingwe* 
rende  middelen,  op  eene  matige  wijze  te  bevorderen, 
maar  in  gevallen,  waar  dezelve  door  overmaat  nadeel 
toebragten,  moest  men  door  flijmachtige  middelen, 
door  baden  enz,  dezelve  zeer  omzigtig  beteugelen. 

Sommige  typhus  - lijders  echter  ontwaarden  na  zulk* 
ontlastingen,  eene  bnitengewoone  uitputting,  er  had- 
den veelvuldige  fpanningen  van  winden  plaats,  de  on- 
derbuik was  gefpannen,  min  of  meer  pijnlijk  en  op- 
gezet, het  lijden  der  liersfenen  niet  verbeterd,  de 
pols  werd  zwakker , zoo  dat  men  den  toevalligen  en 
fcliadelïjken  aard  dezer  ontlastingen  niet  konde  misken- 
nen. In  deze  gevallen  bedienden  wij  ons  voornamelijk 
van  den  Radix  columbo , Cortex  en  Tinct-vinam , 
JUIixtra  oleofo  - balsmica  , Tinct  - aromatic  , Opium  , 
warme  omllagen  van  azijn  op  den  onderbuik,  en 
warme  baden. 

* 

Het  Heulfap , (opium)  een  middel  hetwelk  men  an- 
ders in  clezp  ziekte  zeker  niet  zelden  zonder  noodzake- 
lijkheid, ook  voornamelijk  gedurende  het  eerlte  tijdperk 
derzelve , niet  zonder  nadeel  van  den  lijder , toegediend 
en  federt  kort , ook  wel  te  zeer  gefchroomd  heeft , is 
in  onderfcheidene  gevallen  van  eene  uitmuntende  uit- 
werking geweest. 

Uit  het  reeds  aangevoerde  blijkt  ten  duidelijkfte, 
dat  ik  mij  van  hetzelve  bij  de  meeste  typhus  - lij- 
ders niet  bediende,  De  plaatfelijke  behandeling  der 
eigendommelijke  aandoening  der  hersfenen,  door  kou- 
de bcgielingen  en  bloedzuigers,  bedisten  doorgaans 
alleen  de  herftelHng.  Bij  anderen  integendeel  ging  het 
met  dezen  beüisling  zeer  traag,  want  offclioon  na  ver- 
loop van  eenige  uren  en  onmiddelijk  na  liet  baden, 
teekenen  van  beterfchap  zich  openbaarden , zoo  had 
nogthans  eene  t wij  leiachtige  vermenging  van  toevallen 
dar  bewustheid,  bdTing,  trekkingen,  grijpen  der  han- 
den 


een 


ÏI2  — 


eten  en  pluizen,  een  Inelle  en  onregelmatige  pols, 
cn  onrustige  houding  bij  aanhoudendheid  plaats,  hier- 
bij befpeurde  men  dikwerf,  dat  de  ledematen  koud  wa- 
ren, dat,  terwijl  de  ziekte,  doorgaans  reeds  den  loden 


en  iaden  dag  bereikt  had,  onmatige  ontlastingen 
door  de  darmbuis  plaats  grepen.  In  zulke  gevallen 
deed  het  heulfap  in  matige , echter  niet  te  dikwerf  her- 
haalde giften , b.  v.  om  de  3 of  4 uren,  8,  io  tot  ia 
druppelen  Th.  Opii.  fimpl.  gedurende  3b  of  48  uren , 
aanhoudend  toegedieud,  eu  dan  cens  ter  zijde  geile  ui , 
eene  uitmuntende  werking  Somwijlen  genoot  liet  Ze- 
nuwgellel  hierop  oogenhlikken  van  kalmte,  de  beving- 
eu  lluipaclilige  bewegingen  verminderden,  de  boven- 
matige ontlastingen,  waren  niet  zoo  veelvuldig , on 
dikwerf  had  eene  gunstige  Icheitliug  plaat  , waarbij 
men  zich  tevens  bij  de  warme  baden  , ook  van  de  kou- 
de begielingeu  , zorgvuldig  bediende,  liet  is  ten  hoog- 
iien  af  te  keuren,  zich  van  een  zoo  voel  vermogend 
en  beflïsfend  middel,  als  het  heulfap  is,  zonder  be- 
paalde aanwijzingen  in  eene  ziekte,  waar  men  zoo  ge- 
makkelijk  veel  onheil  kan  berokkenen , te  bedienen- 
Olfchooia  hetzelve  nimmer  eene  algeineene  aanprijzing 
zoude  kunnen  verdienen , en  liet  minst  nog  bij  den 
gewoonen  typhiis , zoo  lang  dezelve  zijnen  regelma- 
tioen  loop  behoud,  niet  minder  laakbaar  zoude  het 
zijn  het  gebruik  daarvan  in  deze  ziekte , voor  altoos  te 
verbannen. 

Van  de  hittere  , bitter  - fpeceri jachtige  en  lüoi/ioj'hou- 
dende  middelen  , b.  V.  Radix  calam.  arorn. , cary- 
ophyllalce , cortex  cafcariU , cortex  perAoianua.  enz. 
hebben  wij  ons  in  deze  Epidemie  niet  bediend.  Aan 
onderfclieidene  typhus  - lijders , die  daarvan,  voor 
hunne  komst  tot  ons , blijkens  de  ïiiedegebragte 
yoorichriften , hadden  gebruik  gemaakt,  hadden  dezel- 


V8 


ve  geen  liet  niinlle  nut  toegebragt.  Het  doelmatigst 
waren  zij  hij  liet  koud  vurig  doofleggen , langdurige 
matheid , en  wanneer  inen  zieh  van  dezelve  bediende , 
zoodra  de  hccte  koorts , in  eene  fiepende  was  over- 
gegaan, een  flerk  zweet  plaats  vond,  «n  bij  gevolg  de 
voeding  en  verfterking  de  meeste  zorg  vereischten.  In 
deze  gevallen  nogthans , was  de  leefregel  een  meer  ge- 
wigtig  middel,  voornamelijk  zuivere  lucht,  fchoon 
dekfel , een  matige  warmd  dampkring  , een  verlter- 
keud  en  ligt  te  verteren  voedfel , en  i}aar  gelang  der 
gewoonte  aan  Aerke  dranken,  wijn  of  brandewijn. 
Er  zijn  weinige  lijders  onder  mijne  behandeling  ge- 
weest, welke  niet  hij  zoodanige  otnflandigheden , naar 
het  genot  van  Koffij  gehaakt  hadden,  en  welke  ook 
aan  de  meesten  wel  bekwam. 

Bij  de  meest  boosaardige  vormen  van  den  typïius  J 
waarmede  het  van  zelf  oatflaand  koudvuur  der  le- 
dematen gepaard  ging,  befpeurden  wij  van  de  ruime 
toediening  van  den  peruviaan Je  hen  bast , die  men  in  het 
koudvuur  zoo  hoog  opvijzeld , geene  bijzondere  uit- 
werking, offehoon  men  ook  het  uitwendig  gebruik 
daarvan  niet  onbeproefd  liet. 

Een  wel  verzadigd  aftrekfel  van  Zevenboom,  en  JVijn - 
azijn,  in  gelijke  delen,  uitwendig  en  bij  voortduring 
gebruikt , was  van  eene  voortreffelijke  uitwerking. 
Zoodra  de  voeten  hunne  natuurlijke  warmte  hadden  ver- 
loren, of  op  fommige  plaatfen  , b.  v.  aan  de  teeueii, 
de  hielen , op  3en  rug  van  den  voet , of  aan  de  fcheen- 
beenderen  , en  knieën  , blauwe  vlekken  het  be- 
ginnend koudvuur  deden  vermoeden,  werden  dezelve 
met  genoegzame  groote  lappen  llanel,  welke  van  dit 
behoorlijk  warm  gemaakt,  en  bijkans  heet  mengfel, 
waren  doorweekt’  en  uitge wrongen , bedekt  en  de 
yoelen  om  eene  behoorlijke  warmte  te  onderhouden, 

ii  ' 


in  wolle  dekens  gerold,  en  zoodra  de  omflagen  koud 
werden,  met  warmere  verwisfeld.  Onder  alle  tot 
dus  verre  tot  dit  oogmerk  beproefde  middelen , voldeed 
mij  dit  liet  meest , om  het  vrijwillig  koudvuur  der  bc- 
Imettelijke  typhus- lijderen  te  beteugelen j nogthans 
onder  die  voor  waarde,  dat  men  zich  \an  iietzeh  c 
vroegtijdig  genoeg  bediene,  en  met  hetzelve  zorgvul- 
dig en  onafgebrpoken  aauhoude.  A ele  dusdanige  lijders 
met  koud  vurige  veet  en  hebben  wij  hierdoor  behouden. 
Het  koudvuur*  werd  tot  haan  gebragt , hetzelve  ichei. 
de  zich  af,  zuivere  verettering  ontftond  , en  na 
verloop  van  2,4  °f  ® weken  , zag  men  ol 
volkomen  herllel  , of  enkele  kootjes  der  teenen  Jchei- 
den  zicli  af,  en  de  lijders  {telukkig  bohouden. 

Deze  zijn  juist  de  gevallen,  in  welke  men  het  hoofd 
koud  en  de  voeten  .■warmer  moest  houden,  zi<  li  "\an 
de  heete  omflagen  van  Zevenboom  en  Azijn , onafge- 
broken gedurende  S tot  14  dagen  moest  bedienen,  de 
lijders  zoo  veel  mogelijk  zuiver  houden,  on  zoodra 
het  lijden  der  hersfenen  verminderde,  en  men  de  be- 
teugeling van  het  koudvuur,  als  het  voornaamlle  der 
geheele  behandeling  had  befchouwd,  hunne  krachten 

door  dierlijk  voedfel , wijn  enz.  moest  zoeken  optebeu- 
ren:  en  echter  ontmoet  men  helaas  zulke  vreesJehjke 
vermen  van  den  typhus  met  koudvuur,  vergezeld  met 
eenen  zoo  fpoedigen  voortgang  eener  ontbinding  en 
afrottiug  van  geheele  ledematen,  van  de  neu» , van 
den  geheelen  arm,  van  den  voet  enz  dat  alle  midde- 
len tot  herllel  ol  tot  vertraging  van  den  loop  der  ziek- 
te, ten  eenemale  vruchteloos  hieven.  Deze  lijdeis 
zijn  door  cene  foort  van  Zenuwkoorts  aangetast, 
welke  met  betrekking  tot  derzelver  gevaar,  van  de 
waure  Oosterfche  Pest,  weinig  Jchijnt  te  verfehl  Hen. 

|n  zoodanige  gevallen  zoeke  men  b ij  de  , in  anderen  om- 
. *,  llan- 


handigheden  zoo  uitnemende  middelen,  geene  de  miri- 
Ile  hulpe,  want  die  gevallen  zijn,  wat  derzelver  na- 
tuur en  vrezen  betreft , en  uit  hoofde  van  onze  onkun- 
de daaromtrent , voljirekt  doodelijk.  JDe  Planten  en 
Mijnfioffeüjkc  Zuren,  dat  is  te  zeggen  het  Zwavel- 
zuur, het  Zoutzuur,  het  overzuurd  Zoutzuur,  het  zuur 
van  Haller,  de  Wijnazijn,  het  Citroenzuur,  het  Pos- 
phorzuur , welke  onlangs  geloof  waardige  en  bekwame 
Geneesheren , bijzonder  hebben  aangeprezen , heb  ik  in 
de  verfchi! lende  gevallen  der  befmettelijke  Zenuw- 
koorts , in  de  zoogenaamde  Piot , vlek  en  uitllag-koort- 
■ fen,  vergezeld  van  eene  bijtende  hitte  van  de  huid, 
wegfmeltencl  zweet , koudvuur , en  vrijwillige  bloed- 
vloeiingen , dikwijls  toegediend , ook  fommige  van 
dezelven  b.  v.  den  wijnazijn  tevens  uitwendig  tot 
wasfching  eu  inwrijving  gebezigd,  ik  heb  befpeurd , 
dat  deze  middelen  aan  fommige  lijders  veel  genoegen 
gaven , als  of  dezelve  de  ondragelijke  hitte  een  wei- 
nig deden  verminderen,  het  gevoel  van  onrusten  angst 
matigden,  evenals  het  mengfel,  heli  aan  de  uit  azijn  en 
water,  en  als  gewoonen  drank  toegediend,  vele  lijders 
verkwikte.  Sommige  zieken  begeerden  in  de  oogen- 
blikkeu  van  volkomene  bewustheid,  den  azijn  tol  ge- 
woonen drank,  wij  Honden  toe,  dat  zij  naar  hunne 
verkiezing  daarvan  konden  gebruiken , en  het  rijkelijk 
genot  van  dezelve  fchetn  geen  nadeel  te  veroorzaken. 

. In  fommigen  gevallen  van  niet  befmettelijken  lyphus , 
deed  het  overzuurd  zoutzuur  ( aidum  muriaticum  oxy- 
genatum ) van  de  20  tot  3o  druppels,  om  de  twee  uren 
toegediend,  bij  vele  lijders  eene  uitnemende  werking. 
Wanneer  men  de  uitkomsten  dezer  proeven  gadefiaat, 
dan  fchijnen  de  toegediende  alleen  meer  bijmiddelen  te 
zijn  , welke  men  met  de  reeds  boven  opgegeven  hoofdmid- 
delen  , de  baden  namelijk,  de  begietingen , de  bloed - 

11  2 au* 


— Ilti  — 

zuigers , en  de  aderlatingen  mei  kan  gelijkliellen.  De 
hulp  aan  deze  middelen  verfchuldigd , konden  wij  niet 
ontberen,  daar  integendeel  een  groot  getal  lijders, 
zonder  toediening  der  zuren  herllelden. 


Eene  menigte  van  andere  middelen , door  fommigert 


ten  deele  aanzienlijke  en  geloofwaardige  Geneesheren, 
naar  de  veelvuldige  aanwijzingen , in  deze  ziekte  aan- 
geprezen,  b.  v.  de  zoete  kwik,  de  kamfer,  de  ontlas- 
ting bevorderende  midden-z outen  , de  zweetmiddelen, 
fpaanfchevlieg- plijsters  en  inostahrdpappen  , welke  in 
fommige  vormen  van  de  verfpreide  ( f'poradifche  ) en 
toevallige  (fymptomatifche  ) Zenuwkoorts  , van  eene bij- 
zondere waardij  mogten  zijn,  gaan  wij  met  ftilzwijgen 
voorbij  , naardien  dezelve  , ingevolge  mijner  waarnemin- 
gen ten  deele  nadelig , en  ten  deele  overhoodig  zijn. 
liet  zal  niet  noodig  zijn  hierbij  optemerken , dat  men 
zich  met  voordeel  van  de  kwik,  in  de  vermengingen 
met  plaatfelijke  ontllekingen  kan  bedienen  , doordien  ik 
hier  alleen  heL  oog  heb  op  de  eenvoudige  befmettelijke 
Zenuwkoorts  en  derzelver  gewoon  beloop.  Ik  Avilde 
maar  op  de  daadzaak  de  aandacht  bepalen1,  dat  zonder 


het  gebruik  van  dit  middel , zeer  A'eele  lijders  fpoedig 
en  gelukkig  beril eld  werden,  en  men  bij  gevolg  daar- 
uit zoude  mogen  afleiden , dat  de  kwik  ter  her  Heil  mg 
van  deze  ziekte , voor  het  minst  onnodig  zij. 


Er  zijn  voorzeker  weinige  ziekten  , in  welke  het  op 
de  zorg  voor  eenen  behoorlijken  leefregel  zoo  veel 
aankomt , als  in  de  belmeLlelijke  Zeimwkoorls , omdat 

do- 


dezelve  niet  alleen  clo  herflelling  dezer  ziekt® 
gemakkelijker  maakt , maar  tevens  de  vermenigvuldi- 
ging der  f me  tf toffe  en  der  zelve  r verfpreiding  ver- 
mindert , en  voorkomt. 

De  Dampkring , waarin  de  tljphus-lij der  zich  bevind , 
verdient  in  dit  opzigt , boven  al  onze  aandacht , deze 
behoort  zoo  veel  mogelijk  koel  en  zuiver  te  zijn.  De 
ziekenkamers , waarin  zich  befmeUelijk®  typhus- lijders 
ophouden,  moeien  echter  met  behoorlijk  den  aard  en 
de  trap  dor  ziekte  gade  te  liaan , aan  eene  aanhoudende 
tocht  ( zugluft')  blootgelleld  zijn,heLgcen  men  gemakkelijk 
kan  bewei  kil  eiligen,  door  een  of  twee  van  de  boven- 
Xle  vensters  altoos  open  te  laten  liaan , of  wanneer 
de  oppasfsrs  hier  aan  traag  roldoen , dezelve  5 er  ge- 
heel uit  te  nemen,  waardoor  men  het  voordeel  ge- 
niet, dat  eiken  oogenblik  eene  groote  hoeveelheid  fris- 
fche  lucht  in  het  verti'ek  komt , en  hetwelk  noch  meer 
bevorderd  word,  door  het  onvermijdelijke  on  veel- 
vuldige openen  der  deuren.  Ik  heb  het  zeer  doelma- 
tig en  nuttig  tevens  gevonden , in  de  ziekenkamers  der 
befmettelijke  typhus  - lijders , gedurende  den  winter, 
tot  dal  het  tijdperk  der  wederherftelling  daar  was , 
in  liet  geheel  niet  ie  Laten  fiokcn , om  dat  de  onder- 
vinding  mij  had  overi’eed,  dat  de  lijders  in  eenen 
houden  dampkring  gemakkelijker  herflellen,  als  in 
ecnen  warman,  en  dat  de  warmte  de  vermenigvuldi- 
ging en  verfpreiding  der  fmelllolfe,  welke  in  eenen 
kouden  dampkring  niet  zoo  gemakkelijk  fland  grijpt , zoo 
z^er  bevordert. 

Er  ligt  wijders  zeer  veel  aan  gelegen , om  alles  , wat 
ter  verontreiniging  van  den  dampkring  der  lijders 
zoude  kunnen  bijdragen  , zorgvuldig  van  hem  te 
verwijderen. 

Dit  dit  oogpunt  befekomvd,  is  het  ook  ongemeen 

kl  3 nut- 


— nS  — 

tuttig,  de  legerbeden  telkens  te  doen  ver  wis  Polen  , 
de  meestmogelijke  reinheid  daarbij  in  het  oog  Ie  hou- 
den , geene  vuile  kleederen  en  linnengoed  in  de  zie- 
kenkamers te  gedogen,  alle,  niet  volflrekt  noodige  be- 
zoeken, bij  de  zieken  af  te  weren , en  de  waterpotten 
bij  de  zieken  in  gebruik,  dagelijks  onderfcheidene  lei- 
zen met  de  meeste  nauwgezetheid  te  laten  reinigen. 
Befmetlelijke  typhm  - lijders  moeten  dikwerf  \an  lin- 
nengoed verwisfelen,  en  luchtig  gedekt  worden.  Het 
is  zeer  doelmatig , de  veren  bedden  uit  de  zieken  ka- 
mers te  weren,  omdat  dezelve  de  dierlijke  uitwale- 
mingeri  gemakkelijk  opnemen  , en  door  dien  zij  moeijclijk 
te  wasfehen  zijn,  ter  verfpreiding  dier  ziekte,  ligt  ge 
le^enheid  geven.  Hel  beste  middel  is  deihal\e,dc  Ie 
gerfteden  der  lijders  van  ftromatrasfen  te  voorzien , en 
de  hoofdkusfens  met  fnijdfel  of  hooij  te  vullen,  het- 
welk men  buiten  groole  kosten  kan  verbranden,  en 
met  nieuw  ftroo  verwisfelen.  De  wolle  dekens,  waar- 
mede de  lijders  zich  toedekken,  moeten  van  tijd  tot 

tijd,  even  als  de  ftroozakken,  waarop  de  lijders  leggen, 
worden  uitgekookt,  en  in  de  zon  le  luchten  gehangen. 
De  ziekenkamers,  de  drinkvaten,  de  bedfteden,  dc 
vensterbanken,  de  tafels,  ftoelen  en  deuren  moeten 
dikwijls  gereinigd  en  afgefchrobd  worden,  en  over  het 
algemeen  kan  men  met  betrekking,  lot  alles  wat  t.c 
lijders  omringt,  niet  Ie  zindelijk  zijn.  Hoe  veele  lijders 
zoude  men  niet  her  Rel  d , hoe  veele  perfonen  niet 
voor  de  befmetting  in  groote  zieken  - buizen  , voorna- 
melijk in  Militair  - Hospitalen , behoed  hebben,  wan- 
neer men  deze  regels  méér  ter  harte  had  genomen  , 
en  minder  geloof  had  gehecht  aan  dien  flelregel,  dat 
liet.  verband,  het  doen  van  kunstbewerkingen,  en 
de  toediening  der  geneesmiddelen  dc  hooldzaak  ware. 

Van  alle  deze  maatregelen,  wier  gewigt  uit  een 

fiaafc 


ßaatkundig  oog  befchouwd , wij  nader  meer  bij/onder 
zullen  ontwikkelen , moeten  wij  liier  als  geneeskundi- 
ge befchoüwd,  gewag  maken,  omdat  zij  daarheen 
[trekken,  de  ontwikkeling  der befmetting (anßtchingö 
prosesse')  te  beteugelen,  en  de  op  nieuw  van  zelfs 
plaatshebbende  befmettingen  de*  lijders , welke  door 
de  verontreiniging  der  hem  omringende  voorwerpen, 
zeer  begunstigd  worden , zoo  veel  mogel ijk,  in  den  weg 
te  liaan. 

Voor  de  meeste  typhus  - lijders  is  het  veelvuldig  ge- 
not van  eenen  houden  Irisfcken  drank,  van  een  ligt 
wel  gegist  bier,  of  van  het  gewoon  bronwater , of  van 
koude  koemelk,  of  van  water  met  azijn  vermengd, 
zeer  verkwikkend  en  heilzaam.  Bij  eene  plaatshebben- 
de bedwelming,  en  bewusteloosheid  ficlijjuen  de  lijders 
zeer  onverfchillig,  welken  drank  men  hun  toediene, 
indien  men  dezelve  maar  koud  genoeg,  en  in  groote 
hoeveelheid  toediene.  Naardien  de  minde  lijders  in 
ftaat  zijn , denzelven  te  verlangen  , zoo  is  het  volftrekt 
nodig  en  doelmatig,  dikwerf  drinken  toetedienen,  en 
men  zal  ondervinden  dat  de  lijders  hetzelve  doorgaans 
zeer  begerig  nuttigen.  Zoodra  de  beterfchap  toeneemt 

t « 

en  de  lijders  wecler  beginnen  onderfcheid  maken , dan 
zal  men  bcfpearen  , dat  verre  cle  meesten  een  wel  gegist 
bier  het  liefst  verkiezen  Anderen  geven  de  voorkeur 
aan  liet  koude  bronwater , nuttigen  hetzelve  in  eene 
groote  hoeveelheid,  en  ondervinden  geen  nadeel  daar- 
van. Andere  verkiezen  den  drank  telkens  te  verwist 
feien,  en  begeercn  nu  eens  de  melk,  de  gekarnde  melk,' 
het  broodwater  met  een  weinig  wijn , de  limonade  , 
azijn  met  water,  azijnlioning  met  water,  boven  alle 
andere  dranken.  Sommige  dranken,  koud,  en  in  te 
groote  hoeveelheid  genuttigd,  hebben  eenen  buikloop 
ten  gevolge,  waarvoor  men  echter  niet  behoeft  te  vre- 

31  4 zen 3 


zen , zoo  lang  deze  niet  bovenmatig  fterk  is , en  den 
lijder  meer  voor  den  nadeel  toebrengt.  Deze  intus- 
Teilen  heviger  wordende  , moet  men  zijne  toevlngt 
nemen  tot  de  bekende  middelen,  en  den  drank  met 
eenen  meer  doelmatigen  verwisfelen. 

Van  den  wijn  heb  ik  mij  over  het  algemeen  bijdebe- 
fmettelijke  Zenu  wkoortfen,  z el  den  ofin  het  geheel  niet  be- 
diend. Hel  ichijnt  mij  derhalve  toe,  dat  men  zeer 
dwaalt  door  te  beweren:  dat  de  wijn  een  der  meest 
vermogende  middelen  in  de  Zenuwkoorts  zij,  terwijl 
het  niet  alleen  mij,  maar  ook  veele  anderen  heeft  mor 
gen  gebeuren,  om  een  groot  getal  trjo/ms-lijders  , zon- 
der eenen  druppel  wijn  te  hebben  gebruikt , gelukkig 
te  heriiellen. 

Er  zijn  mij  vele  gevallen  van  belmeuelijke  Zenuw- 
koortsen bekend,  in  welke  het  gebruik  van  den  wijn 
niet  allen  geen  nut  aanbragt , maar  de  koortsbewegin- 
gen deed  vermeerderen,  en  door  deszells  prikkelende 
krachtoefening  op  de  hersfenen,  de  verhoogde  wer- 
kingen (ex cesfive  Actionen  ) hiervan  meer  deed  klimmen. 
Jlet  is  builen  tegenlpraak  , dal  deze  drank  in  Sommige 
vormen  van  toeval!  igen  typ  hus , door  plaat  lelijke  ziek- 
te, door  koudvuur,  door  uitputting  enz.  veroorzaakt , 
vollirekl  nuttig  bevonden  is.  Maar  hebben  wij  met 
belhiel lelijke  Zenuwkoortl'en  te  doen  , lot  welker  her- 
flelling  de  koude,  en  bloedontlastingen , zich  zoo  heil- 
zaam hebben  doen  zien  , dan  is  liet  niet  waarfchijn- 
lijk,  dat  een  fterk  prikkelend  middel,  waaraan  hel 
grootst  getal  der  lijders,  namelijk  van  het  noorde- 
lijke Duilschland  niet  gewoon  zijn,  door  cene  goede 
uitwerking  konde  achtervolgd  worden.  De  ervaring 
hepl’t  in  deze  J'pide/nie , en  voornamelijk  in  de  twee 
ra  lie  tijdperken  van  de  Zenuwkoorts,  de  fchadelijk- 
heid  daarvan,  ten  rollen  geftaald. 


Jiel 


12 1 


Het  fehijnt  mij  toe  zeer  doelmatig  en  noodzakelijk 
te  zijn  , den  wijn  liij  den  befmetlelijken  ty- 
phus  , bij  de  meeste  lijders  die  aan  dezen  drank 
niet  gewoon  zijn  , niet  als  eenen  dagelijkfchen 
drank,  maar  alleen  als  een  ver  Herkend  genees- 
middel, in  bijzondere  gevallen  , in  eene  behoor- 
lijke hoeveelheid , en  met  in  achtneming  der  werking 
na  deszells  toediening , te  bezigen.  Hier  toe  breng 
ik  die  gevallen,  waar  de  in  der  daad  nitgeputte  lijdar 
eene  aanhoudende  begeerte  naar  zoodanigen  drank 
doet  blijken,  en  wijders  wanneer  de  fnel  alloopende 
ziekte  meer  eenen  kiependen  Haat  van  zwakte  nadert ; 
wanneer  bij  de  plaats  hebbende  lievige  buiklopen, 
zweet  en  andere  ontlastingen , eene  wezenlijke  uitput- 
ting en  vermagering  ltand  grijpen,  en  wanneer  de. ont- 
Heking  door  het  doorleggen  veroorzaakt,  koudvuurig  is 
geworden  , en  ft ofver pl aatlin gen  in  verettering  zijn 
ovei’gegaan.  De  tijdperken  derhalve  , in  welke  dit 
middel  het  meest  aangewezen  is,  zijn  die,  waar  de 
ziekte  vermindert  , de  wederh^rftelling  een  aanvang 
neemt,  en  de  voorziening  in  de  behoefte  eener  lierke- 
re  prikkeling  en  krachtheritelling  (restauration)  reeds 
meermalen  plaats  vind.  In  zulke  tijdperken  is  een 
krachtige,  zuivere  en  geestrijke  wijn  een  onfehatbaar 
middel  wiens  giften  van  herhaalde  toediening,  men  naar 
de  eigendornmeiijkheden  van  ieder  bijzonder  geval , naar 
den  ziektevorm  zoowel , als  naar  de  jaren  en  de  gewoon» 
te  van  den  lijder  aan  geestrijke  dranken  , moet 
afmeten. 

< 

Het  verdient  naauwelijks  eenige  opmerking,  dat  de 
floppe,  verdunde J'ranJ'che  wijnen,  tot  dit  einde  vol- 
11  rekt  ontoereikende  zijn,  en  dat  men  bij  onLftentenis 
van  echten  geestrijken  wijn,  aaneenen  fpecerij  ach  Ligen 
brandewijn,  aan  vlees  chnat , krachtig  bier,  fpecerij  - 

II  «5  ach- 


achtige  loepen  van  bier,  welke  de  heritellen de  lijder» 
het  meest  verfterken,  verre  weg  den  voorrang  moet 
toekennen. 

Van  den  azijn  kan  men  , als  drank  befchcuwd  , zich  hij 
deze  lijders  ongemeen  wel  bedienen , offe'uoon  deszelfs 
onfeilbare  krachten , dat  is  te  zeggen , het  vermoede  lijk 
rottingwerend  vermogen,  nog  niet.  genoegzaam  bewe- 
zen is.  Ik  heb  lijders  gehad,  die  aan  dit  middel 
de  voorkeur  gaven,  en  daarvan  aanmerkelijke  hoe- 
veelheden nuttigden,  zonder  eemge  nadeeüge  gevolgen 
te  befpeuroti.  Daar  zich  onder  de  liandwcrkslieden  en 
bedienden  fommige  lijders  bevonden  , die  voll  trekt 
geneesmiddelen  begeerden , offehoon  dezelve  overbo- 
dig waren , zoo  liet  ik  hun  niet  zelden  wijnazijn  met 
water  en  met  <le  een  of  ander  lieroop  gekleurd,  in 
eene  groote  hoeveelheid  drinken , en  beljieurcle  daarvan 
geene  de  minste  nadeelige  gevolgen.  Ik  heb  intnsfehen 
nimmer  ondervonden,  dat  heL  gebruik  van  den  wijn- 
azijn, of  van  eenig  ander  mijnftoüelijk  of  planten- 
zuur, tot  d*  herftelliiig  v n deze  zenuwkoorts,  iets 
wezenlijks  heeft  afgedaan  , dat  is  te  zeggen  : do  inwen- 
dige bron  der  kwaal  onmidclclijk  heeft  geflopt. 
Hoezeer  men  dit  op  nieuw  weder  Heilig  beweert,  zoo 
kan  ik  daaraan,  ingevolge  mijner  waarnemingen  geen 
onbepaald  geloof  hechten  ;•  naardien  , ondanks  het  ge- 
bruik van  deze  middelen,  dc  ziekte  zijnen  gcwoor.eu 
loop  behield,  en  ook,  zoo  als  reeds  gezegd  is,  eeu 
ougelijk  grooter  getal  van  onze  lijders  , zander  het 
gebruik  van  zuur  en  voornamelijk  zonder  azijn,  fpoe- 
dig  en  gelukkig  her  helden. 

I let.  vleeschnat , de  eijeren  en  J'pecerijachii<re  foepen , 
welke  bij  echte  ast/isnifche  ziekten,  waar  wezenlijke 
zwakheid  en  uitputting  plaats  hebben,  de  meest  ver- 
mogende geneesmiddelen  vervangen,  waren  onze  lij- 

de.- 


ders  eer  de  volkomen e fcheidmg  der  koorts  plaats 
had  , niet  dienstig.  J>e  lijders  kregen  niets  te  ee~ 
ten,  zij  hadden  een  volkomen  gebrek  aan  eetlust,  en 
zouden  naar  alle  waarfchij h 1 ij kheid  het  reeds  genuttig- 
de niet  verteerd  hebben,  liet  is  buiten  twijlfel  zeer 
ïïadeelig,  aan  znlke  zieken  de  fp  ijzen  te  willen  op- 
dringen, of  bij  hun  in  die  tijdperken  der  ziekte,  waar 
de  aanwijzing  tot  voeding  geene  plaats  vind , en  waar 
bedaarende  middelen  heilzaam  zijn,  met  verf  erkende 
foepen  de  levenskracht  te  willen  onderhennen.  Ge- 
dnrende  de  hevigheid  der  koorts  is  dit  niet  raadzaam, 
ten  minsten  overbodig,  en  kan  zeer  nadeel igc gevolgen 
hebben,  naardien  de  toevallige  tyjohus,  aan  Avelken  deze 
behandeling  voordeel  kan  toebrengen,  met  den  heimel- 
te Lij  ken  ly-plius  niet  in  alle  opzigten  kun  worden  gelijk 
geheld. 

In  liet  tijdperk  der  t vederherfielling  moet  men  met 
de  toediening  der  fpijzen  zeer  omzigtig  te  werk  gaan, 
naardien  het  maar  al  le  waar  is : dat  de  geriuglie 
overladingen  zeer  nadeelige  gevolgen  hebben  , en 
doodelijke  wederinllorLingen  kunnen  veroorzaaken  , 
het  terugkeren  van  de  natuurlijke  eetlust  een  all  er  ge- 
wen seht  verfchijnfel  opleverende,  is  men  ook  zeer 
genegen , denzelven  te  bevorderen , en  den  lijder  tot 
het  nuttigen  van  ligt  1c  verteeren  Jpijzen  aan  te  Ipo- 
ren  , ook  wel  zelfs  zonder  trek  iets  te  nuttigen;  dit 
moet  ik  als  ten  hoogfien  nadeelig  afkeuren;  want  de 
vrijwillig  terngkeerende  eetlust  is  hier  alleen  welkom, 
en  deze  verfchijnt  van  zelfs , zoodra  de  koorts  ge- 
heel verdwenen  is.  Zoodra  de  geringe  overblijffelen 
der  vaal  koorts,  welke  men  zoo  dikwerf  over  het  hoofd 
ziet,  volkomen  zijn  geweken,  herfteld  zicli  de  eetlust 
van  zelfs,  welke  men  door  geneesmiddelen  , voorna- 
melijk door  bittere  en  fpecerijachtige , liier  zoo  dik- 
werf 


werf  nutteloos  verfpild,  moeijelijk  kan  dwingen;  het 
is  uit  dien  hoofde  liet  raadzaamst,  den  terugkeerenden 
eetlust  gerust  af  te  wachten.  De  algemeene  koorts 
dikwerf  langer  als  naar  gewoonte  durende , zoo  is 
ook  de  afwijking  (anomalie)  der  we rkdad igheid  van 
liet  darmkanaal  in  het  eene  geval  van  eenen  längeren 
duur,  als  in  liet  andere. 

De  koorts  volkomen  verdwenen  zijnde , bellaat  de  ge- 
wigtigfte  aanwijzing  in  de  voedingen  verfierhing.  Indien 
niet  bijzondere  toevallen  der  ziekte  het  gebruik  van 
ar tfenij middelen  gebiedend  'vorderen , zoo  kan  een  ligt 
te  verteren  en  krachtig  , voornamelijk  dierlijk  voed  fel , 
zonder eenige  geneesmiddelen  , volkomen  aan  deze  aan 
wijzing  voldoen.  Bij  plaatshebbende  inllortingen  , hij 
dikwerf  terugkerende  en  uitpuilende  buiklopen,  was 
eene  zorgvuldige  voorziening  der  behoefte  van  voeding 
en  verflerking  het  meest  dringende,  en  des  niettegen- 
fiaende  duurde  het  bij  fommigen  lang,  eer  zij  volko- 
men op  hun  verhaal  konden  komen.  Wanneer  de 
herftel lende  lijders  eerst  in  zoo  verre  hunne  krachlen 
herkregen,  dat  zij  in  de  friiclie  lucht  bewegingen  kon- 
den maken,  zoo  was  de  herftelling  te  fpoediger,  wel- 
ke echter  naar  gelang  der  during  der  ziekte  , eu  den  trap 
van  her  plaats  gehad  hebbend  gevaar , zeer  verfchillend 
was.  Bijzondere  per  Ponen , reeds  A'oor  de  befmetting 
door  andere  ziekten  zeer  verzwakt  zijnde  , werden 
niet  zelden  maanden  vereischt  eer  zij  volkomeu  her- 
.(lelden,  en  in  deze  gevallen  icheen  het  dagelijks  ge- 
bruik van  goeden  wijn  uitnemende  diensten  te  doen. 


De  naz.iehf.en  der  befniettelijke  Zenuwkoorts,  en 
derzelv e r behandeling. 

Al- 


Alle  beete  ziekten,  wier  oorzaak  eene  fmetHoife  is, 
Schijnen  eene  bijzondere  voorbefchiktheid  tot  na  ziek- 
ten te  hebben,  liet  fchijut,  als  ol'  men  bij  de  gene- 
zing derzelveu , de  natuur  ol'  de  kunst  moge  deze  daar- 
Hellen  , tevens  op  de  verwijdering  eener  lioilelijke 
oorzaak,  deze  mag  nog  zoo  lijn  zijn,  het  oog  moet 
vestigen.  Wij  kennen  deze  Hof  alleen  uit  bare 
zinnelijk  waar  ten  einen  uitwerkingen;  echter  worden 
wij  door  fommige  daadzaken  genoopt  , liet  aanzijn 
derzelve  aan  te  nemen,  olTchoon  de  wijze  van  gene- 
zing zeer  twijfel  achtig  zij , ingevolge  welke  men  de 
vermindering  en  verwijdering  dier  bolle  poogt  te  be- 
werkllelligen.  De  beimettelijke  Zemiwkooi  ts  deed  in  dit 
jaar  ook  vele  bedenkelijke  nazLekten  ontdaan , tot  wier 
geheele  verwijdering  veel  moeite  en  Lijd  vereischt  werd. 

JSiel  zelden  belpeurde  men  eene  Jlepende  matheid 
met  eenen  verfoeiden  pols , vermagering  en  cte  ver- 
fchijnfelen  eener  ziekelijke  verhoogde  prikkelbaarheid 
en  gevoeligheid  Dit  kwalijk  bevinden  had  fomwij- 
len  den  vorm  van  eene  fiepende  Zenuwkoorts  ( /eb ris 
ncrvofa  lenta } , welke  bij  fommigen  eenen  aanmerke- 
lijken  trap  van  gevaar  bereikte,  en  de  meest  vermo- 
gende middelen  trotleerde.  Wij  hebben  lijders  her- 
lleld,  bij  welke  deze  nieuwe  ziektevorni  over  de  drie 
maanden  duurde;  dit  had  het  meest  plaats  bij  den 
vorm  van  den  typ  hun , wiens  beloop  op  zich  zelf  onre- 
gelmatig was  , Waarmede  zich  bovenmat  ige  ontlastingen 
vergezelden  en  meerdere  inflortingen  elkander  opvolgden. 

Dij  fommigen  waren  gceiie  wezenlijke  aanleidend«  oor- 
zaken te  ontdekken;  daar  men  ia  tegendeel  bij  anderen 
later  belpeurde,  dal  eene  aanhoudende  en  onaangena- 
me gemoedsaandoening  de  volkomene  herfielling  had 
moeijelijk  gemaakt.  J let  verdiende  opmerking,  dat 
fommige  bedenkelijke  en  zeer  gevaarlijke  lijders,  wel- 
kt 


12b 


kc  ia  der  tijd  doelmatig  werden  behandeld,  *oo  fpoc- 
clig  verkwamen,  dat  zij  dikwerf  binnen  de  14  dagen 
hunne  vorige  krachten  herkregen , en  dat  in  tegenover- 
helling  wederom  bij  andere , wier  ziekte  op  verre  na 
zoo  bedenkelijk  niet  was,  dikwijls  maanden  werden 
yereischt ; om  zich  volkomen  te  herftellen. 

De  genezing  dezer  fiepende  matheid  koude  men  niet 
verhaasten ; want  bij  de  meesten  was  het  beloop  van 
dezen  toeftand  zeer  langzaam , offchoon  de  meest  ver- 
mogende middelen  daartegen  werden  beproeft.  Som- 
wijlen ontdekte  men  fporen  eener  beginnende  beter- 
fchap,  dan  wederom  hadden  nieuwe  inllortingeii 
plaats.  Met  het  gewenschle  gevolg  lieh  ik  mij  foimvij- 
len  bediend  van  den  peruviaanfehen  bast,  de  kolumbo- 
wortel,  tb-;  bittere  uittrekfels , de  ijzer  aftrekfels  en 

den  ouden  wijn;  meer  uitwerkingen  deden  de  warme 

/ 

'baden,  de  frisfche  lucht,  de  beweging  en  eea  dierlij- 
ke leefregel,  liier  was  het  juiste  tijdperk,  waarin  de 
phyjijihe  hulpmiddelen  ter  opwekking  en  onderhou- 
ding eener  opgeruimde  gemoedsgeiloldheid ; de  beste 
uitwerking  deden. 

Onderfcheideue  andere  naziekten  , b.  v.  de  hal- 
ve verlamming  , het  verzwakt  gezicht  ; aan- 
merkelijke hardhoorendheid , doolheid,  zwakheid 
der  vingeren  van  de  eene  hand,  tegen  willige  pisvloed, 
fcheele  hoofd  pijnen , beroerte,  duizeling,  fiepende 
braaklnst,  buikloop  enz.  welke  wij  niet  zelden  ontdekten,  • 
fcherten  voornamelijk  hunnen  oorfprong  te  hebben  in 
feene  algemeeue  of  gedeeltelijke  zwakheid  der  zenuwen, 
De  meesten  werden  herfield,  hielden  echter  fom wijlen  ee- 
nige  maanden  aan , en  weken  doorgaans  na  het  gebruik 
van  tterke  en  vlugge  zenuwmiddelen , na  kunstmatige 
verzweringen  , na  het  aanhoudend  gebruik  der  war- 
mt 


me  baden , de  druipbaden  en  cle  imviijvingen  van 
Vlugge  en  geest*  ijke  middelen. 

Jn  de  zeldzaamfte  gevallen  befpemde  men ; als 
eene  opvolgende  ziekte  van  den  typ  hm , zoo  wel 
dort  toeliand  van  mijmering  , als  van  krankzin- 
nigheid ( wakn/inn ) welke  op  onderlcheidene  voor- 
werpen betrekking  koude  hebben;  en  reeds  hebben  wij 
daar  van  gewaagd , dat  typhus- lijders  niet  zelden  vatï 
Geneesheeren  en  Heelmeesters  uit  de  ft  ad  voor  zinne- 
loos  werden  gehouden,  en  ons  in  het  gekken  huis 
zijn  opgezonden.  Er  waren  ook  bijzondere  perfonen, 
welke  na  den  typhus , zinnenloos  werden  , en  over  en- 
kel voorwerpen  ijlden  , offchoon  de  heete  koorts 
reeds  volkomen  verdwenen  was ; «ogthans  werdén  al- 
le deze  lijders  herlield.  Herhaalde  braakmiddelen, 
door  kunst  verwekte  verzweringen , de  llörtbaden , de 
verpligting  tot  de  ligchamelijke  beweging,  droegen 
zeer  veel  bij  Ier  herlielling. 

Eindelijk  hadden  ook  verfchil  lende  plaatfeüjhe  ziek- 
ten der  bewerktuiging,  als  opvolgende  ziekten  van 
deze  koorts  plaats.  Op  die  wijze  lieten  de  ontftekin- 
gc n der  oorklieren  lekkende  verzweringen  terug  ; bij 
fommigen  werden  vrijwillige  ettergezwellen  en  bloed- 
vinnen, op  liet  haarige  deel  van  het  hoold  en  op  meer 
andere  plaalfcn  der  oppervlakte  geboren , waarbij  men 
eene  vooraf  plaatshebbende  ftofverplaatfing  niet  kon- 
de  in  t wijffel  trekken.  De  gevolgen  liier  van  waren 
veeltijds  verzweringen,  gepaard  met  verfchijnfelen  ee- 
ner Jfierke  ontlasting  van  ichor , en  koudvuur,  waar 
door 'fornmige  lijders  op  nieuws  in  gevaar  werden  ge- 
dompeld. Deze  verzAveringen  genazen  op  verfchillen- 
de  plaat. Pen,  terwijl  op  andere  Avedcrcm  . nieuAve  te 
, voorfchiju  kwamen;  niet  minder  hardnekkig  waren 
de  bloedvinnen . 

Het 


123 


i let  is  mij  niet  duidelijk- genoeg  gebleken,  welke  de 
gelegenheid  "evcnde  oorzaken  zijn  konden  , tot  bet 

6 ö ö 7 , 

ontdaan  van  deze  opvolgende  ziekten  , nogthans  heb 
ik  menigwerf  ontdekt,  dat  zoodra  deze  plaatfelijke 
ongemakken  hadden  Rand  gegrepen,  het  algemeene lij- 
den in  dien  graad  verminderde , dat  men  gegronde  hoop 
op  een  fpoedig  herltcl  koude  voeden,  kiene  zuivere  en 
gemakkelijke  legerliéde,  een  zorgvuldig  en  dikwerf  ge- 
noeg vernieuwd  verband,  de  meest  mogelijke  zuive- 
ring van  den  dampkring  in  de  vertrekken,  eene  goede 
oppasfing,  de  verilerking  der  lijders , door  fpijs  en 
drank,  hetwelk  zij  thans  het  meest  bcnoodigd  waren , 
hebben  dikwerf  liet  op  nieuw  ontdaan  gevaar  ver- 
hoed, en  keanelijk  tot  de  hertlelliug  medegewerkt. 


/ 


O V£RS 


— 139 


OVERZIGT  &ER  MEESTVER MOGENDE  HlJlf- 
middelen,  om  den  oorsprong  der 

BES  M ETTELIJKE  ZEND  \7-  EN  H O S PI- 
TA AL-  KOORTSEN,  DERZELYER  VER- 
SPREIDING EN  BUM  ETTING  TS 
VOORKOMEN. 


I. 


De  befmettelijke  Zenuwkoorts  ontßaat  door  een  ei- 
genaardig bederf  van  den  dampkring,  en  dit  word  liet 
meest  veroorzaakt , door  dat  men  eene  meniste  adem- 
laaiende  iixdividuH , voornamelijk  men  lelie  n en  dieren  , 
bijzonder  zieken  , in  eene  , naar  evenredigheid,  te  kleine 
ruimte,  te  lang  opfluit.  Dit  bederf  van  den  dampkring 
word  derhalve  het  gemakkelijkst  voortgebragt , wan- 
neer de  hospitalen  door  te  veel  kranken  worden  op- 
gepropt, of  wanneer  men  de  gevangenhuizen , de  nood- 
zakelijke zuivering  van  den  dampkring  daarin  ver- 
zuimd wordende,  met  te  veel  gevangenen  op  vul  d. 

I 

2. 

Men  voorkomt  bij  gevolg  de  ontwikkeling  der  befinet- 
leiijke  Zenuwkoorts,  zoodra  men  dit  bederf  van  deu 
dampkring,  voornamelijk  in  Hospitalen  , verhoed, 
liet  beste  middel  hiertoe  is:  het  getal  der  lijders  naar 
de  plaatfelijke  hoegrootheid  van  het  Hospitaal  te  brpa«; 
len . aan  eiken  zieken  eene  genoegzame  ruimte  van 
lucht  te  bezorgen,  en  de  kribben  zoodanig  te  plaatfe* 
dat  dezelve  zij delingfche  tusfclienr ui mten,  eene  breedte 
iiebben  van  2X  tot  3 voeten,  en  de  ruimte  der  voet- 

l eiu- 


«inden  tnsfchen  twee  elkander  tegenoverfiaande  krib- 
ben , (de  ruimte  van  het  vertrek  dit  gedoogeude ). 
6 tot  8 voeten  Lellaat. 

rr 

o» 


Koortfi^e  zieken  vereifchen  eene  groot  ere  ruimte , als 
fiepende  ; de  zoodanigen,  die  zwaargewond  zijn, 
fterke  verettering  ondergaan,  met  koudvuur , rooclen- 
loop  en  buikloop  beliebt  zijn , vereifchen  meerdere 
ruimte  als  die  ligt  gewond1,  en  door  die  hinkende  ont- 
lastingen niet  aangetast  zijn.  Lijders  aan  Zenuw- 
Rot-  en  Hospitaal  kooi  t (en  ziek  leggende  , vereifchen  over 
het  algemeen,  de  hoogde,  de  groot  He,  de  meest  heldere,  en 
luchtige  vertrekken  , mardiVv»  ij  mpk ring , waar- 

in zij  zich  ophouden,  het  fpoedigst  helmetten. 

4- 

Om  den  dampkring  der  zieken  zuiver  te  onderhou- 
den. word  de  meest  moegelijke  reinheid  vcreischt.  Het 
noodifakelijkfte  is  om  gedurende  den  gebeden  dag  en 
des  nachts  de  ven  fiers  aanhoudend  te  laten  openzetten. 
In  grooterc  ziekenkamers,  bij  morslige  lijders,  bij  de- 
zulken welke  door  heet  c knort  l'en  zijn  aangetast,  moet 
meneenigeof  meer  van  de  boven fle  vonders  , geduren- 
de het.  geheele  faifoen  , aanhoudend  open  laten  liaan; 
en  waar  men  het  met  ongezeggelijke  lijders  of  met  on- 
oplettende oppasfers  te  doen  heeft  *,  moeten  «Ie  ven- 
flers  geheel  worden  uitgenomen  weggezet.  Ventilators , 
rdicikundige  berookingen  e.  z.  v.  kunnen  deze  volko- 
jnetie  wijze  van  luchtzuivering  niet  vergoeden. 

5. 

Vï  ziekenkamers  moeten , van  tijd  tot  tijd,  op  den  rei 

«1 


af,  geheel  worden  opgeruimd ; om  dezelve  des  te  be- 
ter te  kunnen  uitje hrobben  en  luchten,  tlke  zieken** 
kamer  moet , naar  mate  der  plaats  gehad  hebbende  ver- 
ontreiniging, wekelijks,  een  ook  wel  twee  reizen,  de - 
gelijk  worden  gereinigt , en  tot  dit  einde  moeten  de 
vloeren,  de  venfiet banken , de  taièls , floeleu  en  all® 
overige  gereedfehäppen , welke  eenigzints  kunnen  wor- 
den gereinigd,  met  water  en  zeep  worden  afgewas- 
fclien  , en  de  reiniging  derzelven  reeds  langer  verzuimd 
zijnde,  met  klei  en  zand  worden  afgefchuurd.  In  zul- 
ke Hospitalen,  die  zoodanig  zijn  overkropt,  dat 
men  tot  berging  dier  lijders,  welke  fomwijlen  uit  da 
te  reinigen  vertrekken  moesten  verwijderd  worden  , 

geene  ruimte  genoeg  had,  zoo  moet  men  nogthans  het 

fchrobben  der  vloeren  niet  verzuimen,  en  al  ware  het 
ook  dat  zelfs  geene  de  minste  ruimte  tot  een  kort  ver- 
blijf voor  de  daarbij  belanghebbende  zieken  voorhan- 
den zij  moeten  nogthans  de  kribben  der  lijders  van. 
tijd  tot  tijd  zoodanig  worden  verzet,  dat  men  alle 
hoeken  van  het  vertrek  kunne  reinigen.  Het  nadeel, 
het  welk  de  uitwafeming  des  pas  gefchrobde  vertrek- 
ken , wel  ligt  aan  fommige  . bijzonder  prikkelbare , lijders 
zoude  kunnen  toebrengen  , kan  op  verre  na  niet  opwe- 
gen tegen  het  onberekenbaar  onheil  voor  vele  lijders, 
die  uit  het  verzuim  eener  behoorlijke  reiniging  der 
vloeren  zoo  wel , als  der  omringende  voorwerpen 
onvermijdelijk  voor  de  zieken  zouden  voortvloeien 


b. 


De  klederen  , welke  de  lijders  gedurende  hun  ver- 
blijf niet  volftrekt  benodigd  zijn , worden  hun  ontno- 
men en  gewasfeheu  zijnde,  bewaard,  vuil  linnengoed 
word  in  de  ziekenkamers  niet  gedoogd,  \ eerebeddera 

I 2 wsl* 


welke  de  fmetftolfen  aan  zich  trekken , gedurende  eeni* 
gen  tijd  bij  zich  houden,  en  zich  wederom  van  dezel- 
ve kunnen  ontdoen,  worden  niet  toegeit  aan.  De  zie- 
ken liggen  op  itroo  of  hooimatrasfeii , en  worden  met 
enkele  of  dubbelde  dekens,  naar  gelang  zij  warm  leg- 
gen moeten,  toegedekt, 

7- 

In  geen  een  vertrek  word  zand  geit  rooit,  naar  dien 
hetzelve  de  vuile  plaatlen  van  den  vloer  bedekt , en 
onkenbaar  maakt  , de  uitwafeming  en  verwijdering 
der  onzuivere  vochtigheden  verhindert,  en  het  ftuiven 
vermeerderd , hetwelk  aan  vele  lijders , voornamelijk 
die  liet  op  de  oogen  en  op  ho-rst  hebber» , ongemeen 
nadeel  toebrengt. 

8. 

De  berookingen  der  vertrekken  en  vloeren  met  rook- 
poeder,  met  azijn,  met  jeneverbesfen , doen  niets  af, 
naar  dien  de  daar  door  bewerkfielligde  verbetering  van 
den  reuk  des  damp  kring  s , niets  bijdraagt  tot  de 
zuiverheid  van  denzelven,  welke  altoos  meer  daar  bij 
verliest  als  wint. 

t 

9- 

Tot  onderhouding  van  eenen  zuiveren  dampkring  in 
de  Ziekenkamers , diene  verder , dat  men  de  nacht ßoelen, 
waar  van  de  tinne  of  ij  zere  potten  van  welfluitende 
en  met  pik  bethieêrde  dekfels  moeten  voorzien  zijn, 
en  van  welke  men  zich  in  de  ziekenkamers  bediend, 
dagelijks  2,  3 tot  4 reizen  op  het  naauwkeurigfte  laat 
reinigen  en  uitfpoelen,  en  eindelijk  dat  de  kwispel- 
dooren,  waterpotten  en  glazen  en  de  onderlteekfels ; 
dagelijks  onderlcheideue  reizen  worden  nifgewaslchen. 


10. 


t33 


io. 

De  fecreten  en  nacht  (loeten  in  de  gangen  en  alko- 
vens geplaats , moeten  wel  bepikt  en  van  handvatfels 
Voorzien  zijn,  in  welke  men  door  bijzondere  daartoe 
aangeftekle  perfonen  (krijgsgevangenen)  laatjfclioon  hon- 
den, late  men  dagelijks  des  morgens  en  des  avonds 
onder  behoorlijk  opzigt,  nitdragen  en  uitfchrobben. 
De  ontlastingen  moeten  in  een  naburig  Rroomend  wa- 
ter , of  bij  ontftentenis  daarvan , in  bijzondere  daar- 
toe diep  gegravene  kuilen,  op  eenen  behoorlijken  af- 
[tandvan  het  Hospitaal , worden  niigegoien  Die  genen 
welke  hier  over  het  opzigt  hebben  , moeten  op  hunne 
verantwoordelijkheid  zorg  dragen,  dat  deze  rei- 
niging dagelijks,  en  met  de  meeste  naauw  keurigheid  t 
plaats  hebbe. 

ïi. 

Hat  linnengoed  der  zieken  , moet  over  het  algemeen  alle 
8 dagen,  en  bij  de  zulken,  welke  zich  dikwerf  bevuilen , 
om  den  anderen  dag  ol  dagelijks,  eenige  reizen,  wor- 
den verwisfeld.  IN  iet  minder  uopdzakelijk  is  het  , dat 
bet  beddegoed , hetwelk  op  het  naauwkeurigst  en  on- 
der ftreng  opzigt  moet  worden  gewasfehen , naar  ge- 
lang der  verontreiniging  der  zieken , alle  8 tot  14  da- 
gen of  alle  4 weken , worden  verwisfeld.  De  wolle 
dekens  en fi roozakken  , moeten  , naar  mate  zij  vuil  zijn  , 
alle  8 dagen  of  om  de  4 weken  worden  gewasfehen; 
die  erger  vuil  zijn  naar  de  volmolen  gezonden , en 
de  kribben  , van  welke  men  de  onderlagen  het  doalma- 
tigst  met  grof  linnen  bedekt,  ’t  welk  men  gemakkelijk 
kan  uitnemen  en  reinigen , voorzien , in  de  open« 
lucht  laten  brengen  , uit  elkander  nemen  , en 
zorgvuldig  met  zeepwater  afgefpoeld  worden. 

1 i 


1 2. 


i34 


12. 


In  Hospitalen  , waar  men  eenen  te  geringen  voorraad 
van  dusdanige  kribben  bij  dc  hand  heeft  • is  het  ver- 
kiesfchjker  om -de  zieken , gedurende  eenige  dagen  , >p  zui- 
ver itroo,  zonde”  d<kc  s en  zonder  linnejigoed  te  la- 
ten liggen,  als  hare  reiniging  te  veronachizame  . , en 
het  gelieele  ziekenhuis  en  de  menigte  der  lijders  aan 
het  gevaar  der  ontwikkeling  van  eene  bc-fi  nel  te  lijke 
hos pitaa  koorts  bloot  te  Rellen.  De  ondervinding  heeft 
bevestigd , dat  in  zoodanige  ziekenhuizen  in  welke 
men  met  de  meeste  oplettendheid  voor  de  reinheid 
zorge,  nimmer  eene  befmettelijke  hospitaalkoorts  zich 
ontwikkeld;  eu  ofjfchoon  men  in  dezelve  belhietteiijka 
typhiit-lijdiTra  «mi  vangt , nogthans  de  verfpreiding  üev 
fmetfloffe  word  verhoed.  , 

13. 

Om  de  ontwikkeling  der  befmettelijbeZenuwkoortfenpvi 
de  Hospitalen  te  voot  komen , moeten  wijders  in  ■'  lk  Hospi- 
taal bij  zonde  re  kamers  worden  afgezonden,  om  cle  lijders 
te  ontvangen  en  te t einigen,  waar  doormen  voorkomt, 
dat  de  eigenlijke  ziekenkamers  niet  worden  verontici- 
nigd  eu  de  mededeeling  en  verfpreiding  der  in  het 
hospitaal  aanwezige  fmetftofle  moeijelijker  word  ge- 
maakt. 

14. 

ïn  deze  vertrekken  vergadere  men  alle  typhu9- lij- 
ders , of.  alle  de  zieken  welke  men  als  verdacht  be- 
fchouwd ; late  dezelve  ontkleden,  reinigen,  wel  af- 
drogen , van  fchoon  linnengoed  voorzien  , en  zoodra 
deze  eerfte  reiniging  naauwkearig  heelt  plaats  gehad; 
verdeelt  men  ze  naar  den  oudtrfcheidenen  trap  en 

aard 


aard  van  «Ie  koorts,  in  de  daar  toe  aangewezene  zie- 
kenkame:  s.  In  groote  Hospitalen  moet  men  zorg  dra- 
gen voor  ten  grooter  aantal  van  zoodanige  vertrek- 
ken, welke  men  van  onderfcheidene  badkuipen,  fchoo- 
ne  kribben , de  benodigde  gereedschappen , en  van  een 
genoegzaam  aantal  waschvrouwen  voorzien  , welke 
alle  onder  liet  opzigt  van  eenen  Geneesheer  moeten 
liaan.  De  nitgetrokkene , verdacht  voorkomende  en 
verontreinigde  klederen,  monteringen  en  linnengoed, 
laat  men  dadelijk  naar  de  beltemde  plaats  ter  verdere 
reiniging  en  bewaring  brengen,  eu  gedooge  volltrekt 
niet,  dat  deze  klederen,  al  ware  bet  ook  datmengee- 
ne  bijzondere  verfchooning  voor  de  lijders  in  voor- 
raad bad,  naar  de  zieken  kamer  worden  medegeno- 
men. Het  is  zeer  doelmatig,  alle  de  zieken,  de  ge- 
wonde, aan  liepen  de  ziektens  bikkelende  lijders,  de 
venerilche  en  de  Schurftige,  welke  uit  andere  Hospi- 
talen berw aards  worden  vervoerd , in  bijzondere  ver- 
trekken te  ontvangen , dezelve  aldaar  te  laten  kam- 
men , wasfchen  en  baden  , en  hunne  monteringen 
flaande  deze  behandeling,  behoorlijk  te  laten  zuiveren, 


1 5. 


Om  de  fmetßojfe  der  Zenuwkoorts , welke  zoo  wel 
door  zieke  als  wederberfl ellende , en  door  hunne  met 
deze  bolle  befmette  klederen , in  de  Hospitalen  word 
verfpreid,  te  verdrijven , worden  de  volgende  midde- 
len volbrekt  vereis  ob  1 ; klederen  van  mindere  waar- 
de, dezelve  mogen  uit  wol,  katoen,  zijde,  linnen, 
leder  of  vilt  beftaan,  moeten  dadelijk  worden  ver- 
brand; klederen  integendeel  en  linnengoed  van  waar- 
de, monteringen  enz.  kan  men  behoorlijk  laten  reini- 

I 4 gen, 


136 


gen,  en  vervolgens  daarvan , zonder  eenig  nadeel,  we- 
derom gebruik  maken. 

16. 

De  klederen  der  door  de  7cnmvkoorts  aangetaste 
lijders;  de  nugelatene  goederen  der  overledenen  enz. 
Iaat.  men  op  zolders  en  in  vertrekken  bewaren , alwaar 
ecne  aanhoudende  d<>ortocht  van  lucht  kan  plaats 
hebben.  Deze  vertrekken  worden  afgefloten  , en  de 
klederen  en  monteringen  van  de  overige  zieken  be~ 
.waard  men  op  eene  andere  plaats. 


l7* 

Indien  men  uoglhans  klederen  van  mindere  waarde 
en  vodden  mögt  bijeen  vergaderd  hebben , moeten 
dezelve  op  eene  opene  plaats  van  het  Hospitaal , on- 
der geregteltjk  opzigt  worden  verbrand,  naar  dien 
het  vervoeren  daarvan  door  de  ftad  en  buiten  de 
poort  met  veilig  en  ook  overbodig  is;  en  het  verbran- 
den in  de  lot  dat  einde  gemaakte  kuilen,  zonder  eenig 
nadeel,  kan  wórden  bewei  klielligd. 

18. 

Klederen  van  waarde , en  welke  eenig  vermoeden 
van  bef nelling  doe  i ontdaan;  dezelve  mogen  uit  wol, 
katoen  of  linnen  vervaardigd  zijn,  kan  men  , zoolang 
het  koude  jaarfaifoeu  duurt,  liet  best  daar  door  zui- 
veren, wanneer  men  d zelve  in  bijzonder  daartoe  ge- 
fchikle  vaten,  van  welke  mei  in  elk  groot  Hospitaal 
een  genoegzaam  aantal  moei  bij  de  hand  hebben,  in 
ijs  koud  water  of  fneeuwwater  gedurende  72  a ioo 
puren  laat  doorweeken , en  iu  de  open  lucht  droogen 

J3ij 


ßij  een  warmer  jaaiTaiToen  laat  inen  de  goederen  in 
dezelfde  vaten  met  kooieend  water  en  zwarte  zeep , 
gedurende  48  uren  liaan  broeien.  Men  kan  zich  ook 
ter  reiniging  van  katoene  en  linneklederen , tevens 
Van  eene  bijtende  loog , uit  asch  beftaande,  met  voordeel 
bedienen. 

*9- 

KleclingsFlnkken  van  leder,  pelterijen  en  vilt,  even 
als  de  monteringllukken , welke  door  ongedierte  ver- 
ontreinigd zijn , (het  welk  men  door  eene  vochtige 
hitte,  en  door  loog  niet  met  zekerheid  kan  doodeii) , 
zuivert  men  door  dezelve  aan  de  aanhoudende  hitte, 
van  eenen  daartoe  ingerigten  bakoven  bloot  te  hellen, 
e»  van  welke  ovens  groote  Hospitalen  moeten  voor- 
zien zijn. 

30. 


De  kledingfiukken , en  voornamelijk  de  bevuilde,  om 
liet  even  of  vau  reeds  overledene  of  van  nog  levende 
lijders  , moeten  door  de  wasch  vrouwen  in  het  wasch- 
huis  der  typhus  kranken  opgerigl. , met  kokend  water 
.en  zwarte  zeep,  behoorlijk  worden  uitgewasfehen. 


31. 


Naardien  de  ondervinding  bewezen  heeft,  dat  door 
het  eenvoudig  beroken  der  befmette  klederen  van  ty~ 
pAws-Iijders , met  de  overzuurde  zoufzuure  dampen, 
gene  volkomene  reiniging  word  bewerklielligd  ; zoo 
ïoehoort  men  de  reeds  medegedeelde  zuivering  niet  ijs- 
koud wal er , of kookend  water,  of  door  daarop\olgende 
heete  droging  niet  te  veronachtzamen.  Het  fchijntnog- 
fclians  niet  geheel  ondoelmatig,  de  goederen  op  dusdanige 

1 5 


138 


wijze  gereinigd,  eer  men  van  dezelve  wederom  gebruik 
maakl , in  bijzondere  vertrekken  aan  de  zoo  veel  mo. 
gelijk  lierke  berokmgen  van  overzuurde  zoutzuur» 
dampen , andermaal  gedurende  48  uren , bloot  te  Hellen. 


33. 

Naardien  alle  deze  maatregelen  zuivere  geneeskun- 
dige bedoelingen  hebben;  is  het  ook  aan  den  anderen 
kant  pligtmatig , dat  de  Geneesheeren , die  het  be- 
ll uur  der  militaire  Hospitalen  in  handen  hebben,  voor 
de  uitvoering  derzelver  waken;  en  fleeds  zorgen: 

a Dat  deze  reiniging  behoorlijk,  aan  het  oogmerk 
beantwoordend  , en  onder  uaauwkeurijj  opzigt  ge~ 

fchiede. 

b Dat  de  van  Zenuwkoortfen  herftelde  lijders, 
hunne  gereinigde  klederen  niet  eerder  terug  bekomen, 
voor  dat  het  tijdperk  van  hunne  wederherileliing  ver- 
Itreken  is , en  men  voor  eene  genoegzame  reiniging 
der  huid,  en  van  het  haar,  welke  gedurende  dit  tijd* 
perk  de  ünctftofle  bij  aanhoudendheid  voort  planten , 
bij  gevolg  ook  de  te  vroegtijdig  t eruggegevene  klede- 
ren wederom  befmetten , door  voldoende  en  herhaald® 
reiniginsbaden  heelt  gezorgd. 

33. 

De  fmetftofte,  welke  de  lijders  voortplanten , kan 
men  het  zekerst  ten  onder  brengen , en  onfchadelijk 
maken , door  het  ligchaam  van  den  zieken  dagelijks 
herhaalde  reizen  met  'valer  af  te  wasfehen,  de  baden 
te  doen  gebruiken  , door  de  koude  frislche  lucht , wel- 
ke aanhoudend  door  de  openliaande  venhors  indringt 
en  b)j  fommigc  omllandigbeden  door  eeueu  voorbe- 

dach- 


dachtelijk  veroorzaakten  luchlftroom  , waardoor  de 
dampkring  va.i  den  helers  bij  aanhoudendheid  word 
vernieuwd  Tot  dit  einde  werd  de  beroking  met  «ver- 
zuurd zoutzuur  aangeprezen , we  ke  men  zoo  wel  ia 
de  ziekenkamer  en  de  portalen,  ais  ook  in  de  kamera 
Waar  men  de  lijders  ontvangt  en  reinigt,  en  in  de 
doodenkatner  dagelijks  eeuige  reizen  moet  herhalen 
Ingevolge  mijner  waarnemingen , zijn  deze  berokingen 
minder  yoidocnde  } om  het  gif  der  befmettelijke  Ze- 
nuwkoorlfen  ten  onder  te  brengen,  als  de  reiniging 
door  behulp  van  water,  koude  en  verteile  lucht  en 
tocht. 

I 

\ / 

34. 

De  wel  tuigen rande  pl  an  tenkool , onlangs  als  een 
uitnemend  luchtzuiverend  middel  aangeprezen,  kan 
men  nog  niet  met  verzekering  van  goed  gevolg  aanbe- 
velen , om  dat  derze! ver  vermogen  den  dampkring  van 
eenen  beft  nette  lij  ken  typhus^lijder  orifchadelijk  te  ma- 
ken, door  de  ondervinding  nog  niet  genoegzaam  be- 
vesligd  is.  Op  generlei  wijze  kan  dit  middel  geene 
hoofd  middelen  tot  verdelging  der  fmetliofle  , welke 
zich  aan  bet  ligchaam  der  typ/iws-lijderen,  aan  kle- 
deren enz.  vasthecht,  overbodig  maken. 


u5. 


Ter  bereiking  van  hetzelfde  oogmerk  is  liet  vol- 
ftrekt  noodzakelijk , dat  men  liet  flroo,  fnijdfel  en 
hooij  den  zieken  tot  ligging  verflrekt  habbende,  naar 
mate  hetzelve  naar  de  verfcheiden heid  der  ziekten 
word  verontreinigd,  onder  naauwkeurig  toezigt,  om 
de  5 10  - 14  dagen  laat  verbranden t en  met  zuiver 

verwisselen. 

56. 


Kranken,  welke  de  befmeltelijke  Zenuvr-  of  Hospi- 
taalkoorlfen  hebben  doorgeftaan,  zijn  verpligt , naar 
gelang  van  de  langdurigheid  der  ziekte , gedurende  hunne 
wederherstelling , nog  14  tot  21  dagen  in  het  Hospitaal 
te  vertoeven,  en  moeten  gedurende  dien  tijd  om  den  an- 
deren dag  de  Reinigingsbaden  gebruiken , om  dat  zij  , 
baande  bet  tijdperk  van  hunne  wederherltelling , de 
befrnetting  nog  voortplanten,  en  zonder  deze  voor- 
zorg te  vroeg  weggezondeu  , der  maatfchappij  veel 
0nheil  kurwien  berokkenen.  Hieruit  laat  zich  rok  ver- 
klaren hoe  dat  vele  militairen  van  Zenuwkoortsen her- 
Jleld  zijnde  en  te  vroeg  wo rden de  weggezonden , bij 
de  inlegering  Ia  burgerhuizen,  deze  befrnetting  dik- 
werf over  eene  geheele  flreek  hebben  verfpreid. 


27. 


Zal  de  Zenuwkoorts  bef  metten , dan  is  de  ontnidde- 
lijke  aanraking  met  typhus  - lijders  of  met  zoodanige 
voorwerpen  , die  de  fmetfioffe  aanklecft  , eene 
noodzakelijke  vereischte.  Hiertoe  moet  men  brengen 
de  aanhoudende  aanraking  van  de  huid,  van  den  adem, 
des  onmiddelijk  omringenden  dampk rings  , der  uit- 
werpfelen,  der  urin,  van  het  zweet  en  van  de  ont- 
lastingen des  lijders ; wijders  de  voortdurende  aanra- 
king der  klederen  , der  bedden  , der  kribben  , der 
nacht f loeien,  der  borden,  der  drinkbekers,  meteen 
woord , van  alle  omringende  voorwerpen  aan  welke 
de  finetriolïe  is  medegedeeld,  en  met  dezelve  voor  eene 
längeren  of  korteren  tijd , (hoe  lange  is  nog  onzeker) 
bezwangerd  geweest  zijnde  , wederom  aan  gezonde 
voorwerpen  mededelen.  Do  dampkring  van  een  ruim, 


koel  en  zuiver  gehouden  vertrek , huis  of  plaats,  waar- 

in  typ  hun  ~ lijders  zich  ophouden,  is  niet  befmettend. 

• * , 

28, 

Het  eenig  en  zeker  middel , gezonde  voorwerpen  of 
andere  lijders  voor  eene  befmetling  der  Zenuwkoorts 
te  beveiligen  , beltaat  derhalve  in  eene  zorgvuldige 
vermijding  der  middelijke  of  onmiddelijke  aanraking 
der  zenuwkoortlige  lijders,  liij  die  zoodanige  lijders 
volftrekt  mijd , loopt  geen  gevaar  van  belinet  te  wor- 
den. Koortachtige  ongefteldheden , gewoone , niet  be- 
fmettelijke Zenuwkoortfen , door  het  jaarfaizoen , door 
de  -waciogeftsldheid , door  verkoudheid, 

vermoeijenislen  , zorgen , gemoedsaandoeningen  enz. 
voortgebragt , kunnen  elk  een  aantasten , maar  deze 
ziekteoorzaken  zijn  uit  haren  eigen  aard  nimmer  be- 
fmettelijke  Zenuwkoortfen,  en  kunnen  even  min  als  de 
Pest , de  Pokken  en  de  ware  Veepest , uit  foortgelijke 
ziekteoorzaken  hunnen  oorfprong  hebben. 


39* 


De  dagelijkfche  ondervinding  heeft  bewezen  , dat 
fommige  geitellen  meer,  andere  minder  vatbaar  zijn 
voor  de  befmetling  der  Zenuwkoorts  , en  dal:  zelfs 
eenige  weinige  zeer  moeijelijk,  of  in  het  geheel  niet  , 
befmet  worden ; eene  verfcheidenheid  des  aanlegs  Lot 
de  besmetting , welke,  zoo  als  men  weet,  ook 
toepasfelijk  is  op  de  Pest,  de  Pokken , de  Ye- 
nusfmet  enz  JngeAudge  mijner  waarnemingen  bevei- 
ligen ons  n»ch  dc  grijze  ouderdom,  nocli  de  kindfchfl 
jaren,  noch  vooraf  plaats  gehad  hebbende  ziekten, 
noch  aanmerkelijke  magerheid  , noch  buitengewone 


— l42  — 

Vetheid,  noch  plaat lelijke  ongemakken,  b.  v.  htrick 
ziekten , voor  de  belmetting  der  Zenuwkoorts.  Regt 
gezonde , wel  gevoede,  volbloedige  en  in  den  bloeden- 
den leeftijd  van  20  tot  40  jaren  zijnde  voorwerpen , 
moeten  het  meest  voor  deze  ziekte  zwichten , oilchoon 
onder  deze  ook  fommigen  worden  gevonden  , ehe 
nimmer  befmtt  worden.  In  een  tijdvak  van  o tot 
l5  jaren,  kan  men  door  deze  koorts  twee  en  (bic  tei- 
len worden  aangetast  veel  zeldzamer  bo  nen  een 
korter  tijdperk , b.  v.  van  een. ge  maanden  , twee  malen 
woi den  aangetast,  waarvan  ik  voorbeelden  kan  aan- 
halen , terwijl  wij  qpheteenetijdllip  méér  vatbaar  voor 
de  belmetting  zijn  , aks  op  een  an  Ier. 

£r  beft  aan  onv.lKv..^-  , 

waar  de  Imetftoffe  wel  is  waar  word  opgenomen,  maar 
door  de  eigenaardige  ge.  el d liet d van  lie'  ligcliaam  der- 
zelver  fchadelijke  uitwerkingen  worden  gefnuikt  , en 
op  die  wijze  de  volkomene  1 e'metiing  word  voorge- 
komen; en  alsdan  Lebben  maar  geringere,  on  met 
minder  gevaar  vergezelde  ziekten  , b.  v.  duizeling- 
geringe  koortsaclitige  toevallen;  loosaclitige opzwellin- 
gen van  enkele  delen  , en  eene  bijzondere  Hcderge- 
druktheid  en  matheid  plaats. 

Zo. 

Het  is  van  allen  grond  ortbloot , dat  men  zich  door 
eene  zorgvuldige  opgeruimdheid  van  geest , door  het 
bovenmatig  nuttigen  van  Ilerk  prikkelende  Ipijzcn  en 
dranken,  door  het  veelvuldig  gebruik  van  wijn  en 
brandewijn  , door  eene  zorgvuldige  onderhouding 
der  hniduitwasfeming  , door  zuren  , door  gebruik 
maken  van  de  zoutzuure  berokingen  in  de  voorver- 
trekken , door  onthouding  van  zekeie  moei;  el  vL 

\cr- 


143 


werteren  voedfels  b.  v.  van  meelfpijzen , van  bet  var- 
kens vleesch  (hetwelk  zoo  als  men  weet  zeer  ongezond 
is) , voor  de  bel’metting  der  Zenuwkoorts  zoude  kun- 
nen vrij  waren. 

3i.' 

Kunstmatige  verzweringen  en  etter dragt en  zijn 
evenmin  beveiligende.  Door  ondervinding  voorgelicht, 
heb  ik  befpeurd , dat  vele  van  diegenen , welke  zich 
hier  door  veilig  waanden,  befmet  werden,  dat  der- 
halve kunstmatige  verzweringen  niets  afdeden,  en 
vele  lijders  die  met  fchurft , daauwwormachtig 
witflag , hoofdzeer  en  andere  verzweringen  behebt  wa- 
ren, donv  fto  bpfmPtting  werden  aangetast. 

Het  is  ook  algemeen  bekend , dart  van  de  gewonde , 
en  door  geftokenë  , gehouwene  en  gefchotene  wonden 
verminkte  lyders,  welke  nu  eens  meer  dan  eens  min- 
der aan  aamnerkelijker  veretteringen  kwijnden  , en 
bijzonder  met  de  zoodanigen , welke  etterdragten  had- 
den , konden  worden  gelijk  gelleld ; zeer  vele  in  de 
militaire  Hospitalen  voor  de  befmettig  der  Zenuw- 
koorts moesten  zwichten , en  bij  gevolg  door  de  et* 
termaking  ( eiterungs-proces ) niet  beveiligd  werden. 


52. 

Om  de  verfpreiding  derhalve  der  befmettelijke  Zenuw- 
koorts , zoo  wel  in  Hospitale»,  als  op  plaalfen  al- 
waar deze  gevestigd  zijn,  te  voorkomen,  is  geen  maat- 
regel zoo  gewigtig , als  de  zorgvuldige  afzondering  der 
befmettelijke  fyp/Wlijders  , zoowel  van  de  overige 
zieleen , als  van  de  gezonde.  In  alle  Hospitalen , waar 
men  wezenlijke  befmettelijke  typhus-ïij ders  ondei  zij- 
ne behandeling  krijgt , moet  naar  de  reeds  medegedeel- 
de 
V - 


de  Toorfchrifïen , een  bijzonder  Hospitaal  voor  Zc» 
nuujkoortfi're  lijxers , en  derzelver  gelieele  afzondering 
worden  geregeld  Hetzelve  dient  om  alle  typhus- lijders 
te  ontvangen  , dezelve  te  reinigen  en  te  herliellen , en 
eerst,  na  eene  volkomeue  reiniging  hunner  klederen, 
linnengoed  enz.  en  het  volkomen  verdwijnen  va» 
het  befmettend  vermogen  , dezelve  weder  aan  dfc 
maatlchappij  terug  te  geven. 

% 

33. 

De  geregfelijke  Opzieners  moeten  al  hunne»  zorg  be- 
lleden , om  de  typ  hu  s-lijders  , op  die  plaats  aanwezig  , te 
ontdekken,  en  dezelve  s»»r»  <-1t»  p*|jjr.]ii  ov<m-  te  leve- 
ren. Een  bijzonder  wakend  oog  moet  men  derhalve 
vestigen  , op  de  openbare  gellichten , alwaar  vele 
jnenfchen  met  elkander  in  aanraking  komen,  b.  v do 
kafernen  , de  gevangenhuizen,  de  werkhuizen,  de 
weeshuizen  , de  herbergen  , kroegen  , fcholen  en 
nachthuizen,  enz.  De  typÄws-lijders  uit  eenen  meer 
voornamen  kring,  moeien  zich  eene  bijzondere  op- 
fluiting  in  hunne  huizen  laten  welgevallen.  Jn  klei- 
ne lieden  en  op  het  plalle  land,  alwaar  men  geene 
ziekenhuizen  heeft , moeten  de  groot üe  gebouwen  , op 
kosten  van  de  gemeente  tot  qarantaine  gefhchten , 
worden  ingerigt;  en  waar  deze  maatregel  onuitvoer- 
baar zijn  mögt,  moet  men  ligte,  boute  en  ruime 
lootten  en  teuten  laten  ppflaan  , welke  vooi  befmel- 
telijke  -lijders  , zelfs  gedurende  het  koude  jaar- 

faifoeu  gefcliikt  zijn,  en  aan  het  bijzondere  opzigfc 
Van  het  beftuur  zijn  aanbevolen. 


JBij  de  Inrigting  eh  hei  Beßüur  der  Quarantaine  Ge~ 
f lichten  moet  men  voornamelijk  daarop  bedichl  zijn , een 
genoegzaam  ruim  vertrek  te  hebben,  om  de  dubbelzin- 
nige en  twijfelachlige  kranke,  eii  weder  heibellende 
lijders,  welke  men  behoorlijk  van  elkander  moet  af- 
zonderen, te  kunnen  bergen.  Of  een  ons  t wij  lel  ach  lig 
voorkomende  lijder,  door  het  gif  «er  Zenuwkooïts  is 
aangetast,  en  deze  ziekte  inderdaad  krijgen  zal,  kan 
men  eerst,  na  den  lijder  gedurende  9 of  • o dagen  miauw- 
keurig  te  heliben  opgemerkt , beoordelen  , naardien  de 
fmetlümeu  over  het  gènieeu , zitlk  een  tijdperk  tot  de 
behoorlijke  rijpwording  en  voortbrenging  van  kenne- 
lijke koortsachtige  verlchij n leien  , benoadigd  waren. 
Zulke  lijders  die  pas  van  de  befmettelijke  Zenuwkoorts 
zijn  opgekomen  , zijn  verpligt  noch  21  dagen  het 
huis  te  houden , dm  door  de  dagelijks  herhaalde 
remiginsbadèn , van  de  fmet dolle,  welke  zich  aan  de 
huid  en  het  haar  vast  hecht , volkomen  te  wo  rden  en 
zuiverd.  Niet  minder  noodzakelijk  is  het,  de  klederen 
en  het  linnengoed,  van  die  génen  , welke  men  verdacht 
houd,  of  die  ziek  geweest  zijn  voor  hun  vertrek, 
niet  alleen  door  fclieiknndige  berokingcu,  maar  ook 
door  nauwkeurig  uitwasfchen  , te  doen  reinigen , naar- 
dien , zonder  deze  voorzorg , de  bloote  reiniging  van  hun 
ligchaam , en  hunne  klederen  door  de  zoutzurige  i e o- 
kingen , de  zoodanige  met  welke  zij  na  hun  vertrek 
weder  in  aanraking  komen , niet  beveiligd.  Wijders 
moet  mén  in  deze  geflächten  daarop  bedacht  zijn  , dat 
de  twijfelachtige  en  min  of  meer  verdacht  voorkomende 
voorwerpen,  welke  met  het  gif  der  Zenuwkoorts  noch 
aan  hunne  ligchamen , noch  aan  hunne  klederen  waren 
befniet , voor  dat  men  dezelve  in  dit  gebouw  ontvangt 


» — 145  — 

<ii  gedurende  hun  verblijf,  daarin  genoegzaam  bevei- 
ligd Wanneer  deeze  gedichten  aan  het  gewigtig  oog- 
merk daarmede  bedoeld,  zullen  beantwoorden,  dan 
moeien  dezelve  van  genoegzame  ruimte  voorzien  zijn , 
de  tegenwoordigheid  van  wel  onderwezene,  niet  deze 
öinilandiglieden  bijzonder  gemeenzame  geneesheren  , niet 
onlbieken,  het  oppertoezigt  eeniglijk  aan  geneeskun- 
dige worden  l oever trouwd,  en  door  militairen  opzie*? 
ners  worden  vervangen. 


35. 


De  gebouwen , waarin  Zenuwkoortfige  lijders  zich  be- 
vinden , moeien  afgeflolon  blvjvcn.  Ib  »»binaire  Hos- 
pitalen, waar  mea  befmetteüjke  typhus  - lijders  behan- 
deld, veieifchen  een  meer  fireng  militaire  loezigt, 
om  ieder  een  den  vrijen  toegang  tot  deze  lijders  ie  ver- 
lenen, griat  met  gevaar  vergezeld.  De  Ambtenaren, 
cle  Opnaslers , de  wasehvi  ouwen  en  bedienden,  aan 
zoodanig  huis  loebelioorende , zijn  verpligt  altijd  daar- 
in lm.i  verblijf  le  honden , en  moet  men  aan  hun  niet 
toe  i ian  , met  hunne  naastbeflaanden  in  de  Had  eenen 
gemeenzame:)  omgang  te  onderhanden  , het  linnengoed 
niet  aan  het  buis  van  bijzondere  burgers  laten  was- 
fchen , noch  de  nagelalene  goederen  der  overledenen 
laten  vervoeren. 

36. 

Dikwerf  gebeurt  het,  dat  zieke  of  reeds  herflelde 
hr::y**e\>angenen  de  hefmeiling  der  Zenuwkoorts  ver- 
l’preiden,  en  dal  forti  wijlen  zelfs  zoodanig*»  menfchen, 
die  met  gelijkloortige  lijders  eenen  gemeenzaöien  om- 
gang hadden,  en,  hoezeer  door  die  ziekte  met  aan- 

ge- 


— 14  7 — * 

getast  zijnde,  de  finetfloffe  nogthans  in  hunne  klede- 
ren met  zich  voerden. 

De  ondervinding  heeft  bewezen,  dat  het  vervoeren 
der  krijgsgevangenen , in  Steden  en  op  Dorpen  f waar 
dezelve  hun  nachtverblijf  hielden,  deze  ziekte  heeft 
verfpreid  en  groote  verwoestingen  aangerigt;  daadza- 
ken, waarvan  men  helaas  te  dikwerf;  de  gevolgen  op 
de  algemeene  wegen  heeft  ondervonden. 

/ • 

Zj. 

Indien  het  derhalve  niet  reeds  de  pligt  der  men  sch« 
heid  gebiedend  vorderde,  zoov  el  voor  de  inftandhou- 
ding  der  gezondheid  der  krijgsgevangenen  als  voor  eene 

doelmatige  behandeling  hunner  ziekten  te  zorgen,  dan 

• • 

zoude  laogthans  onze  eigene  beïangüelling  liet  ons  tot 
pligt  maken,  naardien  door  het  verzuim  in  de  opvol- 
ging dezer  maatregelen , vele  menfehen  aan  het  grootst 
gevaar  worden  blootgelield. 


38. 

liet  is  derhalve  pligtmatig,  voor  de  dringend  de  be- 
hoeften der  gezonde  krijgsgevangenen , voor  hunne 
reiniging,  voor  hun  voed fel  en  deklel  eene  uaauw- 
keuiige  , zorg  Le  dragen,  naardien  zij  door  onacht- 
zaamheid iu  de  naarkoming  van  deze  maatregelen , zeer 
ligt  in  ziekten  vervallen,  en  de  oprfpronkelijk  gering- 
fchijnende  óngelleldheden  boosaardiger,  en  voor  ande- 
ren gevaarlijker  worden  , hetgeen  builen  dien  door  de 
deerniswaardige  om  Handigheden , waarin  de  meeste 
krijgsgevangenen  zich  bevinden,  zeer  bevorderd  wor- 
den* 

K a 3,9. 


ln  elke  flad,  werwaarts  men  kr'lgsgevangenen  rer- 
y ierd , behoorde  men  onder  loezigf  van  militaire  en 
g nrgtelijke  opzieners  naauwkenrig  Ie  ondej zoeken , wie 
van  linn  in  der  daad  gezond  en  wie  zieh  waren  ? 

De  gezonde  moeten  van  de  rieken  worden  ligezon- 
clerd , in  een  behoorlijk  ruim,  helder,  luchtig,  en  van 
de  overige  zooveel  mogelijk  verwijderd  vertrek, 
vervoerd,  en  aldaar  in  eene  bijzonder  daartoe  af- 
gezonderde reinigings  kamer,  behoorlijk  worden  ge- 
reinigd.  Een  zoodanig  gefiicht  behoort  onder  een  fireng 
^oezigt  te  liaan,  en  dient  men  voor  de  oppasling, 
moodzakelijke  kleding,  bezigheden  enz  zoo  >eel  doen- 
lijk op  eene  doelmatige  wijze  te  zorgen. 

1).:  kazernen  , de  hospitalen,  de  kerkgebouwen  , groo- 
1e  ( haren,  of  bijzonder  daarloe  gebouwde  barakken, 
in  welke  aan  He  ver  folie  Inch!  , en  de  licht  dralen  eenpii 
rui  men  toegang  m et  worden  verleend,  zijn  tot  dit 
oogme  k bijzonde,  gefchikt  De  handhaving  van  een 
goed  genee-k  mdig  toevoorzigt , de  afzondering  der 
ziekwnrdende  van  de  gezonde,  de  veelvuldige  reini- 
ging d >or  baden  en  wasfchen  , bel  verbranden  der 
verontreinigde  klederen  en  kribben  , de  vernieuwing 
eener  zuivere  IueliL  door  het  gpheole  vertrek,  zijn  hier 
niet  minder  noodzakelijke  vereisclilen , als  in  de  we- 
zenlijke hospitalen. 


40. 

De  zorgvuldige  Behandeling  der  ziehe  krijgsgevan- 
genen , is  niet  minder  grvrigtig,  als  die  der  gezonden, 
De  mees  ten  zijn  ziek,  doordien  een  lieer  van  fchadelij- 
ke  uitwerkfelen : b.  v.  mismoedigheid,  vermoeijeni* 


149 


ren,  armoede , Heet  vee  Hei  . honger,  afwisfelend  mei 
o vei  lading,  koude,  nattigheid^  eeue  geheole  veronacht- 
zaamheid  der  reiniging , hel  biieen  zijn  met  andere  kie- 
ken , de  gezondheid  onderwijnen , en  de  ontwikkeling 
der  befmet  teinke  Zenuwkoorts  begunstigen. 

De  zieke  krijgsgevangenen  verder  ie  vervoeren , gaat 
derhalve  met  7cp"  \eei  betrekkelijkheid  gepaaid,  en 
liet.  is  uit  dien  hoofde  volfirckl  noodig,  dat  '/ij  op  die 
plaats,  alwaar  zij  eenmaal  zijn,  \ et  tooien  en  wel  tot. 
hun  volkomen  herllel , ofonvermijdel.ijkeu  dood  , om  dat 
deze  zieken  de  aan  hun  ligchaam  o i klederen  vasthei’ h- 
tende  finetflotlen , overal  waar  zij  komen,  vei  lp  rei- 
den. Door  deze  maatregelen  van  voorzigl iglu.id  nit 
het  oog  ie  ATe>i;p-,  on,  i;  elt  men  de  maatfcjiappij  aan 
het  grootst  gevaar  bloot. 


4U 

Om  de  zieke  krijgsgevangenen  te  ontvangen , word 
eene  behoorlijke  groot e , ruime  en  luchtige  plaats  tot 
het  aanleggen  van  een  bijzonder  hospitaal  vereischt. 
De  lijders  belmoren  daarin , naar  de  verfcheidenheid 
hunner  ziekten , naar  de  vereischten  van  een  gewoon 
hospitaal  van  elkander  te  worden  afgezonderd.  In  de* 
zelve  moeten  de  noodige  vertrekken  om  de  zieken  1« 
ontvangen , te  reinigen  en  te  baden,  niet  ontbreken, 
evenmin  moet  men  de  afwezigheid  der  opzieners  ge- 
doogen , welke  met  de  koestering  en  oppasling  van  de- 
ze lijders,  met  volkomerie  verdelging  der  fmetfiolfe 
en  de  verhoeding  van  der  ze/ver  verfpreiding  belast 
zijn.  Dit  oppertoezigt  moet  ook  hier  aan  de  genees- 
heren worden  aanbevolen.  Eene  te  ver  gezochte  be- 
zuiniging, welke  do  uitvoering  van  zulke  noodzakelij- 
ke maatregelen  belemmerd , is  hier  te  meer  verkeerd 

K.  3 e«- 


— i5o  — 

geplaatst,  doordien  men  liet  algemeen  welvaren  daar- 
bij in  de  waagfeliaul  Helt. 


42. 


Indien  krijgskundige  oogmerken  liet  vervoeren  der 
krijgsgevangenen  noodzakelijk  gebieden  , moet  men  niet 
minder  daarop  bedacht  zijn , om  de  welvarenden  van  de 
ongel  el  den  af  te  zonderen  , het  vervoeren  te  water  «re- 
durende  het  koude  jaarlaifocn  te  vermijden , en  bijal- 
dien men  dit  noodzakelijk  oordeelde,  late  men  de 
vaartuigen  behoorlijk  toedekken  , voorzie  dezelve  onder 
hei  loe.-igt  van  eenen  geneeskundigen , met  genoegza- 
me- voor  raad  van  levensmiddelen  en  heelkundige  nood- 
■wendighodeu , en  rogcte  lietgetal  der  te  vervoerene  lij_ 
ders  voor  ieder  vaartuig,  üiptelijk naar  het  voorfchrift 
van  feu  geneesheer.  Bij  het  vervoeren  te  lande,  ver- 
hoede men  , zooveel  mogelijk,  de  onmiddelijke  aanra- 
king  met  andere  lieden,  late  het  llroo , den  krijgsge- 
vangenen op  hunne  reis  tot  legging  gediend  hebbende, 
verbr  - iden  , do  wagens  waarop  zij  vervoerd  zijn  , 
zoig\  n-mg  1 ne!.  koud  water  afwasfchcti , en  drage  tevens 
zorg , dal  geen  hunner,  ter  plaatfe,  alwaar  > ij  overnach- 
teü , nimmer  bij  de  inwooncfers  dier  plaat  Ie  worden 
ingei ege:d , maar  in  een  bijzonder  daartoe  gefbhikte 
genoegzame  gvoote  plaats , alwaar  de  lucht  en  liet  licht 
eeuer  vrijen  toegang  hoeft,  onder  een  nauwkeurig  toe- 
zigl  bun  iiaolit ve1'!. njf  Jmiiden,  om  daardoor  de  ge- 
meen (Vb  ap  mét  do  inwoomlers  aft  «breken  , en  de  over- 
lading der  foni wijten  in  i0  groote  hoeveelheid  loege- 
reivt  wordende  l'pjzen  vooi ickomeu  O.it  de  plaats 
lot  hel  ontvangen  der  krijgsgevangenen  bepaald,  aan- 
houdeild  moet  worden  l'choon  gehouden,  behoeve  ik 
pauuwehjks  te  herinneren. 

* 


43 


— ï5i  — • 


43. 


Zulke  individns , welke  pllgtahaloe  genoodzaaht  zijn  , 
zich  aan  hel  gevaar  der  bejmetting  prijs  te  geven , b.  v. 
Geneesheren  , Heelmeesters  Predikanten , Ambtenaren 
van  het  Hospitaal , Oppasfers  , reinigings  en  wasch  vrou- 
wen , zullen  wel  doen  door  de  navolgende  inaatrege_ 
len  van  voorzichtigheid  op  te  volgen , door  wier  zorg- 
vuldige aanwending  de  befmetling  zeer  moeijeiijk  ge- 
maakt , en  dikwerf  geheel  verhoed  word. 

44» 

Men  moet  altoos  indachtig  zijn  aan  de  bi  llige  verplig* 
ting , welke  ons  beroep  ons  oplegt,  namelijk  onze  ge- 
zondheid en  ons  leven  niet  in  aanmerking  te  nemen, 
zooüra  de  redding  van  den  ons  toebetrouwden  lijder, 
daardoor  mogelijk  word.  Dit  pligtgevoel  doet  de  vrees 
voor  bi  lineLting  verdwijnen,  en  door  dezen  moed  word 
zells  het  gevaar  minder. 


45. 

Men  drage  zorg  , dat  de  omringende  dampkring  van 
den  befmettelijken  tvphu-t- lijder,  niet  wien  men  in  ee- 
ne onmiddelijke  aanraking  moet  zijn,  altoos  zuiver  en 
koud  zij,  en  dit  kan  men  niet  be  werkheiligen  dan  door 
de  legerllede  van  den  lijder  aan  den  vrijen  toegang  der 
lucht  bloot  te  hellen.  l)c  welgevulde  vecren bedden, 
welke  den  zieken  te  veel  verwarmen , en  de  gedurige 
afwisfehng  van  zijnen  dampkring  moeijeiijk  maken, 
zoo  als  ook  de  beddegordijuen  enz.,  zijn  zeer  nadelig, 
om  dat  zij  de  belinetting  kennelijk  bevorderen  Het 
is  uitnemend  nuttig,  de  kribben  in  de  nabijheid  der 

K 4 al- 


— 1 5'2  — 

altijd  opengaande  vensters  te  plaat  fen , door  welke  de 
zuivere  lucht,  in  eene  groot  e hoeveelheid  kunde  in- 
dringen. 

46. 

De  berookingen  met  overzuurd  Zoutzuur,  het  be- 
fprengen  met  Azijn,  de  aanwending  van  den  rotting- 
werenden  Azijn  , van  den  geest  van  Ammoniafczout , aa  el- 
ke men  met  zoo  veel  warmte  heeft  aan  geprezen  , heb- 
ben op  verre  na  die  uitwerkingen  niet,  als  de  aan- 
houdende toetreding  van  eene  zuivere  en  verfche 
lucht , waardoor  de  verpestende  dampkring  van  den 
lijder  elk  oogenblik  venimnwcl,  en  rW?*.] & bcfmettend 
vermögen  gefnuikt  word  fit  die  zelfde  redenen 
blijkt  duidelijk  het  nuttige  voor  de  zieken,  dat  in  hun- 
ne vertrekken  in  den  winter  niet  gefiookt  worde,  dat 
de  lijder  zich  meermalen  bade,  on  dat  men  alle  omrin- 
gende voorwerpen  zoo  zuiver  mogelijk  houde. 

47- 

Waar  men  tot  dus  verre  deeze  maatregelen  van  voor- 
zigtigheid  had  veronachtzaamt,  laat  men,  alvorens 
den  lijder  te  bezoeken , de  vensters  en  deuren  open- 
zetlen,  do  legerbeden  reinigen,  de  zieken  wasfehen  en 
baden,  indien  hot  doenlijk  is,  in  eene  andere  kribbe 
leggen  , en  waar  de  befmetling  van  den  dampkring  reeds 
©Gingen  tijd  geduurd  heeft,  late  men  den  lijder  onder 
den  hlooten  hemel  op  <le  llraat  of  op  de  plaats  breii- 
ge:* , hetwelk  op  den  lijder  meer  weldadige  uitwerf 
hingen  zullen  hebben , dan  de  meeste  geneesmiddelen 


48. 


i53 


48. 

Men  ver  mij  de  een  te  lang  verblijf  hij  den  zieken 
eene  veelvuldige  aanraking , welke  niet  volitrekt  nood- 
zakelijk is  , men  vermijde  de  emmidde lijke  uitademing  van 
den  lijder,  dooi-  zieh  op  eenen  zijdeling fchen  all» and 
te  plaatfen.  Door  eene  naauwkeurige  zorg,  kan  men 
den  dampkring  van  den  lijder  zoo  zuiver  onderhouden , 
dat  men  in  deszelfs  vertrek  een  langen  tijd  kan  ver- 
toeven zonder  door  de  befmetting  te  worden  aange- 
daan , maar  in  de  bn rgerp raklijk , waar  vele  vooroöf- 
deelen  den  goeden  wil  van  den  geneesheer  in  den  weg 
ftaan  , in  morlige  hospitalen  enz.  zoude  dd  zeer  gevaar-, 
lijk  zijn. 

49- 

Geneesheren  , Heelmeesters  , Predikanten  moéten  j 
terwijl  zij  befmettelijfce  lijders  bezoeken,  zich  van  ee-r 
nen  mantel  van  geglanst  linnen  bedienen,  dien\z,ij 
over  hunne  klederen  trekken , en  denzelven,  de  zieken 
verlatende , wederom  ai  leggen  en  laten  luchten , en  dit 
wel  om  deze  reden,  dat  de  gewoone  wolle  of  katoen© 
klederen  de  fmetllolïe  gemakkeJ ijker  opnemen,  bij  zich 
houden  en  zoowel  die  genen , welke  zich  daarmede 
kleden,  als  ook  andere  die  dezelve  aanraken,  gemak- 
kelijk helmetten  kan. 


5 o. 

Men  legge  nimmer  bij  deze  lijders  een  bezoek  af," 
zoo  lang  men  noch  nüchteren  is.  Gebeurt  het  echter 
dat  men  bij  zoodanige  lijders  des  morgens  of  des  nachts 
geroepen  word,  zoo  nuttige  men  vooraf  kofl'ij  of  thee, 

K 5 nee- 


i54 


iseeme  een  ontbijt,  rooke  tabak  bij  alclien  men  bier 
aan  gewoon  is,  en  drinke  voor  liet  afleleggen  bezoek, 
ee.'uge  theelepeltjes  vol  van  eenig  fpecerij  irhLig  - geest- 
rijk vocht,  hetwelk  ik  voor  het  b'sLe  voorbehoedmid- 
del boude  Tot  dit  oogmerk  zijn  dienstig,  de  fpece- 
rijichlige  aftrekfels,  het  aftrek  (el  van  or.mg  fchillen  - 
van  kaneel  - ol  het  zaïneugeileld  aflrekfel  van  kalinus- 
wortel  met  ßran  lewijn  verdund,  waarvan  men  kort 
voor  het  bezoek  eenige  theelepeltjes  vol  gebruik,  of 
«au  geestrijke  dranken  reeds  gewoon  zijnde , eeuegroo- 
tere  hoeveelheid  nuttjgl.  ( * ). 

5i. 

Onnvicf  fcTTjTv  na  het  afgelegd  bezoek,  moet  men  han- 
den en  het  aangezicht  met  koud  water  afvvasfcken , 

de 

(*)  By  ondervinding,  kan  ik  hiertoe  de  volgende  Tinc - 
tura  aromatica  prophyl:  met  ruimte  aanpiijzon: 

B.  Ilerb.  Asiuth. 

Cort.  Aura.tior. 

Bad.  Angrlic. 

Zingi^er.  ana  unciam  dimidiam 

Caryopli.  aroinit  drach-  daas  conc.  en  contus» 
diger  Spirit.  Vir  leciific.  libr.  tribus,  p fuiT. 
temp  filtra  et  ferva 

Van  dit,  hoewel  niet  fmak  lijk,  maar  niettemin  krachtig 
aftrek  fel  , vermenge  men  twee  of  drie  oneen  , met  aeht  oneen 
konii  | uhrande w ij n , en  nuttige  van  dit  mengfel  , naar  gelang 

dcr  plaatshebbende  gewoonte  aan  geeslr.jkc  dranken 

«e:i  paar  theelepeltjes,  of  een  tot  lw.-e  fpijskpels  , voor  het 
.Aftelegge u bezoek,  bij  belineltelijke  lijders. 


de  neus  fnniten,  den  mond  uitfpoelen , terwijl  men 
bij  de  lijders  is,  liet  fpeekfel  dikwerf  uilfpuwG*v# 
en  wanneer  de  dampkring  te  "eer  beimel  is , tabak  roo- 
ken , en  het  fpeekfel  uii  lp  uwen  liet  nemen  van  een 
i (huifje,  ftaande  liet  bezoek,  is  af  te  keuren, 


52. 


INa  de  zieken  bezocht  te  hebben,  is  het  zeer  dienstig 
de  verf  ehe  lucht  te  genieten , en  ook  indien  het  zijn 
kan , eenige  reizen  in  de  week  een  laauvp  bad  te  gé- 
bruiken. 

«v  J 

« 

53. 

Wanneer  men  zich  zelven  ongefield  gevoelt,  gedu- 
rende  den  nacht  gewaakt  heeft,  zich  kort  tevoren  heeft 
driftig  gemaakt , wanneer  men  te  zeer  verhit  is  of  zwa- 
re verkoudheid  gevoeld,  of  wanneer  men  befchonken 
is,  in  deze  oui.'.i  lig  heden  is  liet  vrij  bedenkelijk, 
om  befmettelijke  lijders  te  gaan  bezoeken. 

De  ontleedkundige  befchouwi ng  der  lijken  van  ty* 
jpïiiis  - lij  deren  , moet  in  de  opeue  lucht  plaats  hebben, 
en  met  de  meeste  omzigligheid  worden  ondernomen. 
De  ontleder  moet  gcene  de  minfte  belediging  aan  do 
opperhuid  der  handen  hebben,  hij  moet  gekleed  zijn 
met  eenen  mantel  van  gewast  linnen,  na  de  ontleding 
zich  behoorlijk  met  zeep  en  koud  water  afwas fc ben , 
en  eveneens  moet  ook  de  mantel  telken  reize,  met  zeep 
en  koud  water  worden  uitgewasfehen.  Indien  liet  ge- 
beuren mocht,  dat  de  ontleder  zich  kweffte , moet  hij 

de 


de  -wond  laten  uitbloeden,  en  mot  ij ; koud  water  uit* 
was!  dien. 


55; 


Het  is  niet  doelmatig,  gedurende  de  befmettelijk© 
typhiift-  Epidemie,  in  zijne  gewone  levenswijze,  mer- 
kelijke veranderingen  Ie  maken  , men  volge  integendeel 
zijne  gewoonte  Met  opzet  en  gedwongen  , meer  voed- 
fel  en  drank  te  nuttigen,  hebben  niet  minder  nadelige 
gevolgen,  als  een  te  li renge  leefregel  13e  geneesheer 
zal  wel  doen,  gedurende  de  behandeling  dezer  koorts, 
in  zijne  gewoone  regelmatige  levenswijze  te  volhar- 
den, met  uitzondering  nogthans  der  voorgefch reven« 
regelen,  wier  dreimal  en  mil'igheid,  de  onder- 

vinding fiTf  voortduring  bevestigd  heeft.  Dal  het  de 
oppasfers , zoowel  mannen  als  \ roirw  en  , en  de  overige 
bedienden,  bij  de  verzorging  van  deze  lijders,  ter 
voorkoming  der  befmetting,  aan  niets  moet  ontbre- 
ken, maar  zij  integendeel  voedzamer  fpijzen  en  dran- 
ken moeten  nuttigen  , behoeven  w ij  naauwelijks  le  her- 
rinneren. 

56. 


De  zoodanige»,  welke  befmet  zijn,  moeten  ten 
rpoedigfle,  zonder  vooraf  te  beproeven,  om  zich  zel- 
ve te  herflellon,  naar  eenen  bekwamen  gereeslker  oin- 
zie.n.  Gebeurt  het  dat  de  geneesheren  zelven  in  die  om- 
Handigheden  zich  geplaatst  zien,  dan  zijn  zij  verpligt, 
naardien  Kun  in  dit  tijdllip , de  zoo  noodige  rust  en 
onvei fchrokkenheid  ligt  ontbreken,  zich  liever  van 
eenen  anderen  geneesheer  te  bedienen , als  naar  hun 
einen  welgevallen  te  werk  te  gaan  , om  dat  liet  laat  He 
dikwerf  meer  ouheil  berokkent , dan  voordeel  aanbrengt. 


' NODIGE 

V E n B E 

TEKÏNGE 

BI,  21 

Reg.  20  ftaat : 

vermindert 

lees  verminderd 

— 24 

— 9 - — 

was  ’k  in 

— was  in 

» 



zuiver 

— zinde 

— 2Ö 

23  — 

met  de 

uic  de 

— 28 

T 

zuivei  ingsbed 

zniveringsbad 

— 30 

19  

de 

dan 

— 

" 2 L - 1 1 * * 

gemaklijk 

gemakkdijk 

— 31  * 

— 21 

her 

het 

- 34 

— 14  — 

bleef  een 

bleef 

— 3 7 

— 10  — 

kordvuur 

- — koudvuur 

— 4 7 

— 22  — 

dor 

— - der 

— 51 

2>  

nachtijling 

— nacht ; ijlingen 

■ — S2 

I3  

ov  rledenen 

— overlejeu© 

— 55 

6 

enfis  reeds 

■ eufis 

- 57 

— 12  

gedachtig 

— galachtig 

- 5» 

9 — — 

mij 

l,r  VVlj 

— 6 1 

23  

ftark  vamps 

— — flarK  rawpfs 

— 6j 

14  

kenicheize 

ke;  fchetzen 

— 

16  

pa  irida 

putrida 

— öj 

21  

en 

de 

— 66 

27  — 

bedden 

baden 

— 67 

19  — 

dar  zij  volkomen  een  — d:r  zijn  volkome 

- 69 

,9  

vernienwJeo 

— vernieuwde 

— 76 

--  3 

boude 

— houden 

— 80 

— 33  ~ 

vermomd 

- — vermomde 

— 82 

1 1 

eenigen 

- — euoige 

- 83 

— 18  — 

mijner 

mijne 

— 

[9  — 

te  beweren 

beweren 

— 84 

— 16  — 

onbekend 

bekend 

— 

-7  — 

ook  waardij 

■ ouk  de  w;ard 

- 85 

2i  

meesten  niet  maar  meesien  maar 

— 86 

16 

dat 

— ^ het 

— — 

34  ~ 

konden 

— * k on  de 

88 

89 


— gO  — — 6 


28 

29 

*5 

33 

8 


eenen 

verkwikkendßn 
hev.sgheid 
' as 


een 

verkwikkende 

hevigheid 

was 


arabiibedgheddn  — — ambtsbezigheden 

BI.  9« 


nodige  verbeteringen. 


BI.  90  Reg.  13  Raat  enigen 

lees.  cen;ge 

— (bwtnigen 

fommige 

• konden 

— yó 70 ifjd 

tijd 

— — 20  — — Refhmming 

Iiefmetting 

— 23  zoodat  de 

de 

— 97 27  — ben 

— — de 

— 101 12  — — anderen 

— andere 

— 102 14 het  het 

het 

16 de 

den 

— 32 dat 

• dan 

— 103 16 dezen 

— — deze  ' 

31 uitwerkin 

uitwerking 

— 104 1 2 beantwoorden 

— — ondervonden 

1 — 107 17 mrgezo£te 

— — uitgezóchte 

— 108  » sanhoudenk 

— — aanhoudend 

— 4- — werd 

— — wierden 

■ — xii ï5 Mixt  ra 

M/xtura 

— 31 dizen 

deze 

*—112  — y~  9 — • — Th. 

Tr. 

— 114 34 anderen 

andere 

— 115 27 fei  innigen 

■ — fommige 

— i2t 25  — van  herhaalde 

— en  herhaalde 

— 722 24 tnijner 

mijne 

*—•124  — — 25 bijzondere 

bij  bijzondere 

•—126 19 phyfifcbe 

— pnchifdie 

— 1:9 25 dezelve 

dcrzelve 

•—130 24  — — weggezet 

■ en  weggezet. 

— -133 3 «n  welke 

en  welke 

— worde 

—•13c;. 6 voorzien 

— — voorziet 

— 136  25  — — 7_  i 100 

72  tot  100 

*39 a lijders 

■ lijder 

— — fc mi. ner 

mijne 

— 141 9 koortachtige 

— — koortsachtige 

• — — 25 mijner 

- — mijne 

— 142 — — « 30 voorver 

ver 

•"»143——  16  — — aanmerki  lijker 

— asnmerkelijke 

Ook  is  bij  dezelve  op  de  Pers , en  zal  binnen  lort 

uitgegeven  worden. 

O O 

Leerboek  der  arfceneii  men  "kundige,  proefondervinde- 
lijke Scheikunde  door  j.  r.  t h o m m s d o r r v , naar 
de  derde  veel  verbeterde  uitgave,  uit.  het  Hoogduitsch 
vertaald  door  n.  c meppcn,  ytpothelar , met  de 
TSodige  ammerkingm  en  eene  voorrede  'verreikt  door 
c.  c.  o.  rei  JN  w A rot  Hoogleeruar  in  de  Scheikun- 
de en  Natuurlijke  Historie. 

I\och  zal  bij  bovengemelde  , uit  het  Hoogduitsch 
vertaald  uiige  ven  worden. 

Dr.  o.  wedemever,  die  erkenn! niss  und  behände- 
long  des  Typhus,  in  /einem  regulären  und  anomalen 
verlaufe,  . . • 

J-  f.  ackermann , von  der  uatur  des  an  Heckenden 
Typhus  , de  n welen  des  mfleckungsflofs  , der  \rflich 
gegen  den  leiben  zu  ü ehern , und  der  Methode  die 
Krankheit  zu  heilen, eine  p.ilhogenie  aller  anliecken- 
den  Heer,,  und  volkskrankheilen 

Pr.  s.  Fra  n k’s,  veiTe  nach  Paris,  London  und  einem 
grosfen  theile  des  übrigen  I ngeland  und  Schottlands 
2 Theile 

J.  arneman’s,  Chirugifche  Arzneimittellehre  Fünf- 
te vermehrte  und  verbesferieanllage  von  e.a  kraus 

F.  Jahn,  aus  wähl  der  wirkfamlien , einlachen  und 
zufa  mmen  gefetzten  Arzneimittel,  oder  prakiiJche 
•Mate da  Medica  2 Theile  Dritte,  verbesserte  und  ver- 
mchrle  Auflage. 

A,  yoN  kütsibüi,  gefchichte  des  Jeu  liehen  Reichs« 


Hij  den  Uitgever  deze*  zijn  gedrukt  en  te 

bekomen . 

Nieuwe  verhandeling  van  het  Heelkundig 
Genootfchap , 2tïe  Deel f 2:2  : 

Ki e uwe  Prijs- verhandeling,  van  het 
Heelkundig  Genootfchap,  ifte  Deel 
Stuk 3 : 

Nieuwe  Prijs  verhandeling  van  het  Heel- 
kundig Genootfchap,  2de  Deel.  . . .f  4 : 10 

J.  c.  reich  en  j.  logger,  Verhande- 
ling over  het  Afzetten  der  Ledematen.  / 3 : - 
C,  salomo~n,  Verhandeling  over  de 
Nuttigheid  der  Schaambeensfnede , met 
behandeling  der  gevallen,  in  welke  aan 
dezelve  de  voorkeur  behóórt  gegeven  te 
worden , boven  de  Keizerlijke  £nede 
met  Platen.  f 3 • 5 

Verhandeling  over  de  Nuttigheid  der 
Scliaainbeenslhede , met  bepaling  der  ge- 
vallen , in  welke  aan  dezelve  de  voor- 
keur behoort  gegeven  te  worden,  bo- 
"vru.  de  Keizerlijke  fnede f 1 : 5 

J.  D.  iierrovt)T)  Verhandeling  over 
de  Longziekten , en  we!  in  het  bijzon- 
der over  de  Longtering,  uil  het  Hoog- 
duitsch  van  a.  schoenberg,  vrij 
yertaald  door  w.  e.  van  baerle.  f - : 18